Sophie wil heel graag een konijn. En normaal gesproken
krijgen de kinderen echt niet zomaar dat wat ze willen, maar Sophie is jarig en
het allerliefste wil ze een konijn. Een witte. En Sophie heeft iets nodig waar
ze voor kan zorgen, waar ze mee kan knuffelen en waar ze van kan genieten.
Een konijn. Mamma gaat overstag. Kost niet eens zoveel
moeite. Mamma ziet het wel zitten een konijnen grasmaaier. Sophie heeft al zakken met voer in huis.
Waarom? Waarom? Als er 1 ding is wat ik de afgelopen negen jaar heb geleerd is dat
je soms niet moet vragen Waarom? Krijg je namelijk geen antwoord op. Het alvast
hebben van konijnenvoer is helemaal logisch in de kinderlogica. Doe je gewoon
soms net of je kinderen helemaal begrijpt. Soms. Er zijn ook koekjes voor het konijn.
Gestampte worteltjes in de vorm van hartjes en geperste appeltjes in de vorm
van: jawel, appeltjes. Ook nog een zak met gevulde koeken. Ingrediënten: groenten
en mineralen. Een stuk gezonder als de schoolkoekjes van dochter derhalve.
Konijn krijgt beter te eten als bazin. Of beter gezegd: eten beter als bazin. Bazin weigert
tegenwoordig alles te eten waar broodnodige vitamines in zitten. En of het nu
rood, groen of geel is, maakt allemaal niet uit. Groente is groente en hoeft
niet perse groen te zijn. Maar gegeten word het niet. Komen we straks nog even
op terug.
We gaan voor een konijnenhok kijken. 1 met een onderren.
Kun je het hok op het gras zetten en knaagt het konijn stukje voor stukje mijn
gras kort. Hoef ik niet meer met snoeren en machines in de weer. Konijn maait
het gras. Pappa gooit roet in het eten. “Dat gaat hem dus niet worden. Ontsnapt
dat beest.” “Natuurlijk niet werp ik tegen. Er zit toch gaas om het onderste
gedeelte? Blijft hij keurig zitten waar hij zit.” Pappa buldert het uit. Mensen
draaien zich om, kijken van mij naar pappa en weer terug. Ik haal niet
begrijpend mijn schouders op. Typisch pappa. Niemand snapt ooit zijn grappen.
Best wel zielig voor pappa. Pappa is uitgelachen. “Wat doen konijnen?” Die weet
ik, ik heb opgelet tijdens biologie. “Nou, die knagen gras, leggen zwarte dropjes,
drinken water en slapen.” “Ja, en ze graven holen!” “En?” vraag ik. Pappa
buldert weer verder. Ik begin me nu een beetje zorgen te maken om pappa. Mensen
staan een stuk verder verwonderd naar ons te kijken. “Een konijn graaft een
hol! Leven onder de grond! Graven dus zo een gang door het gras onder hok door.
En zijn dan dus foetsie!” Dom, dom, dom.
Hoe dom kun je zijn als mamma? Heel dom weten we inmiddels allemaal. Inderdaad.
Een konijn graaft een gang. Ondankbaar beest. Weet vast nog niet van die
appelkoekjes en lief meisje die met borstel en speldjes klaar zit om beest te
versieren. Ehh, te verzorgen. Ik loop
weer door. Ik koop hier al geen hok meer. De lol is er voor mij af. Pappa hikt
nog na in de auto.
De volgende dag is er toch een hok. En ik moet zeggen,
het is een hele mooie. Dochter is verguld met haar cadeau. Er moet wel nog hooi
in en stro en dus gaan we samen op pad om die in te slaan. Weer sla ik van verbazing
achterover. Er is hooi; geperst hooi; en hooi met smaakjes. Met smaakjes? Ja. Met
smaakjes. Wilde rozen, met kamille, met
brandnetels, met paardenbloem en met munt. Zoveel smaken thee heb ik niet
eens. Ik weet mijn plaats weer. Dochter kiest een drinkfles en een voederbakje
uit en mamma wil weglopen. Dochter kiest echter ook nog een metalen bal uit,
waar het hooi in moet; een speelgoedje voor het konijn om mee te spelen als ze
zelf op school zit, en wil ook nog een riem in het karretje gooien. Dat gaat
mij te ver. Ik ga natuurlijk niet met een konijn aan een touwtje over straat
lopen. Ik inderdaad. Want wie krijgt
deze klus in de schoot geworpen? Juist. Ik dus. Riem gaat terug. Konijn mag
achter in de tuin lopen. Op het gras. Als we er bij zijn. Dochter haalt haar
schouders op. “Dan zet ik die wel op mijn lijstje.” Aan alle familieleden die
dit lezen: IK ben NIET blij met een konijnenriem! (Zal waarschijnlijk niets
uithalen.) Aan iedereen die dit leest: Ik ga NIET met konijn aan de wandel.
Fotocamera’s kunnen opgeborgen blijven.
Dochter kiest 2 konijnen uit die ze wel heel lief vind. “Gelukkig
heb je nog een week om je keuze te maken welke van de 2 je wilt hebben.” “Nee,
ze moeten allebei. Konijnen zijn gezelschapsdieren en moeten altijd met zijn tweeën
zijn. Anders worden ze eenzaam. We kopen ze dus gewoon allebei.” We kopen ze
dus gewoon allebei. Achter mijn rug hoor ik Ben rare geluiden maken. Loopt
rood aan. Is duidelijk ziek. Duikt bij het zien van mijn vernietigende blik
achter vogelkooi. Hoor ik hem evengoed lachen, maar zie ik hem gelukkig niet. 1
konijn, wordt binnen een half uur 2 konijnen. Kinderen zoeken gezamenlijk nog
een voerbakje uit. Intens gelukkig. Verdwaasd loop ik naar de kassa. Begint
aardig op een dierentuin te lijken bij ons thuis op deze manier. Ach, kan
allemaal. We zijn net het huishouden van Jan Steen en daar kunnen een paar
konijnen best bij. Smaken erg goed bij gepofte aardappelen toch?
Vanavond tijdens het eten kwam de aap uit de mouw. Of het
konijn uit de hoed. Sophie wil het allerliefste een konijn omdat die over een
half jaar haar groenten kan opeten. Groenten waar ze helemaal niet goed van
wordt, maar die mamma en pappa toch iedere dag op haar bord scheppen. Nog een
half jaar en dan mogen de konijntjes haar portie hebben. We zullen zien. Ik ben
de laatste die zal zeggen dat dat niet gaat gebeuren. Dat zult u allemaal
begrijpen.