Je gaat met
je eigen, geen huis tuin en keuken gezin,
naar het museum. Een luxe. Een met
van Goghs en een echte Gauguin. Met
beelden die los in de ruimte staan en ook nog dusdanig dat je er heel mooi
verstoppertje kunt spelen. Wat je uiteraard niet doet, en je kinderen ook niet,
ze zijn ergens wel goed opgevoed, maar het kan wel. Het zou zelfs echt heel
goed kunnen. Maar je doet het dus niet, want tikkertje is echt veel leuker.
Nee, alle gekheid op een stokje, ook dat deden ze niet. Mijn jongste liep
rondjes door de zalen en vond alles saai en stom en lelijk. Niets was meer
goed, hij wilde naar buiten. Naar de echte kunstwerken. Had zijn favoriet al
gekozen en ook al een wandelroute uitgestippeld. Maar pappa en mamma gingen eerst
naar binnen. Omdat dat sociaal wenselijk gedrag was. Iedereen met een kaartje ging
eerst naar binnen.
“Geeft u uw
jas maar af in de garderobe.” “Nee, want we willen niet naar binnen, we willen
door de voordeur naar binnen en dan door de achterdeur direct weer naar buiten.”
Er werd gekeken alsof we een explosief in onze tas hadden in plaats van een
boterham met kaas. Een platte boterham met kaas, want in de stoelendans voor
een plaatsje in het restaurant plofte mamma op de tas. Niet er naast. “U kunt
uw jas dus afgeven in de garderobe.” “Maar beste man, we willen niet naar
binnen, we willen naar… Laat maar. We lopen binnen ook wel een rondje.”
Dochter
huppelt voor ons uit na de kaartcontrole en besluit in die mooi maagdelijke
lege gangen een radslag te doen. En nog 1. Mamma roept “NEE!” en we worden
direct vergezeld door 3 bavianen met draadjes in hun oor. Zit een microfoon in.
Wij werden live begeleid door het museum. Een luxe museum. Op de Veluwe. Weet u
allemaal welke ik bedoel. Geeft niets hoor, die live begeleiding. Ik kon rustig
naar kunst kijken en bavianen waakten voor zakkenrollers. Ik kon rustig teksten
naast kunstwerken lezen en bavianen zorgden voor mijn kinderen. Ik vond ze
terug op een bankje. Naast elkaar. Keurig gedaan mannen! Waar kan ik die
draadjes voor in mijn oren kopen?
Jongste loopt
even later een zaal binnen waar op dat moment net een toeristische groep rondliep.
Een Toeristische groep uit Japan. Met camera’s en lenzen en koptelefoons. Jongste loopt zich dus nergens van bewust te
zijn naar binnen en zet het dan op een ijselijk gillen. Het klonk zoiets als: “IEEEEEEEEEEEEE!
Een blote vrouw!!!” Mannen draaiden zich om, vrouwen trouwens ook, bavianen
haalden draadjes uit hun oor en wreven over pijnlijk gehoororgaan en
Toeristische Japanners haalden de koptelefoons van hun hoofd en keken vol
verbazing naar de ontstane consternatie. Even was er volledige stilte. Even.
Daarna klikten de talloze camera’s van de toeristische Japanners.
Tsja, wie
hangt er dan ook een Venus met Amor als
honingdief in het museum? En als zoon langzaam zijn handjes voor zijn ogen
laat zakken staat hij ook nog eens oog in oog met een andere Venus en Amor. Voor jongste zoon was dat de druppel. Hij wilde maar
1 ding. Weg uit dit verderfelijke museum vol blote mensen. Hij bekeek de fotograferende Toeristen opeens
met een andere blik. Geef hem eens ongelijk.