Posts tonen met het label Zweden.Dochter.. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Zweden.Dochter.. Alle posts tonen

vrijdag 18 november 2011

Avonturenpad deel 2.



Pfft, geen mevrouw met mooie jurk gezien. Gelukkig mogen we eindelijk uit de auto. Wat gaat mamma nou weer doen? Gaat ze nou eerst met die stomme picknickmand slepen? We willen kersen plukken, en iets drinken, dat eigenlijk ook, maar we willen niet picknicken. Zit toch iedere dag hetzelfde in, pakjes drinken, lekkere broodjes, een snoepje, doppinda’s en fruit. En een kan koffie voor mamma. Mamma drinkt de hele dag kannen koffie. Oma drinkt altijd gewoon maar 1 kopje, maar mamma drinkt 5 kannen koffie. Is heel slecht voor je gezondheid zegt oma altijd, maar mamma luistert nooit. Mamma is eigenwijs. Waanzinnig eigenwijs. Niels begint te huilen. En ik heb hem niet gepest. Echt niet, ik ben niet bij hem in de buurt geweest. Zal hij zijn gestoken door een wesp? Ik werd vorig jaar gestoken en Finn vorige week. Had hij een reuzenoor. Een reuzenflapoor. Fin heeft flaporen. Geen gezicht. Mamma gaat al kijken, ga ik ook wel kijken, kan ik meteen kersen plukken. Wat zegt Niels nou, zijn de kersen op en ingedroogd? Dat is balen! Dat komt natuurlijk omdat mamma zo nodig verkeerd moest rijden. Anders zouden we hier vast een uur eerder geweest zijn. Lekker stom weer. Ik ga ook niet picknicken op dat bankje, ik blijf hier bij dit hek staan. Er zit een draaideur in, kunnen wij wel verder lopen, maar de dieren kunnen dan niet langs het hek. Wat zullen er voor dieren staan? Ik wil wel even kijken, maar eigenlijk durf ik niet helemaal alleen, want straks is er een wolf, of een beer, of een leeuw, of een mammoet. Niels zegt dat hier mammoeten hebben gewoon, maar dat die zijn uitgestort. Geen idee wat dat betekent. Misschien wel dat ze hier achter een hek zijn gezet. Ik roep Finn, gaan we met zijn tweetjes, Dat durven we al. Niels zit bij mamma dop pindas te eten. Ik mag geen paarse handen, dan wil ik ook geen doppinda’s. Even Finn roepen.

Wat lief, Sophie en Finn gaan samen een stukje wandelen. Als ze maar niet door dat hek gaan, want daar staan wilde paarden. Maar verder kan er niets gebeuren. Laat ze maar lekker even spelen. Niet in het hoge gras jongens, daar kunnen slangen zitten. En het is 3 kwartier rijden naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Geen idee hoe lang een kind met een slangenbeet door blijft ademen. Ze gaan het pad weer op. Kan ik nog een kop koffie drinken. Wel een beetje jammer dat er maar 4 kopjes in deze kan kunnen. Volgende keer maar een grotere kan kopen. Niels roept, hij heeft mooie paddenstoelen gevonden. Even kijken, gelukkig is hij niet meer zo verdrietig over de uitgedroogde kersen. Ik was er al bang voor, het is gewoon veel te droog geweest deze zomer.

Zullen we door het hek durven? Ik zie geen mammoeten, maar wel mooie paarden. En een houten pad. Niels en mamma noemen dat een avonturenpad. Een pad waarvan je niet weet waar die naartoe gaat en waar die eindigt. Mamma neemt altijd een rugtas mee met eten en drinken en truien en een kompas, want je weet nooit in welk avontuur je beland. Ik heb echt een vreemde mamma. Mamma heeft namelijk gewoon altijd een kaart met de route. Soms een blauw route, maar soms ook de gele of de gestippelde, of een groene, maar mamma gaat altijd lopen met ons met een kaart. Ze kan volgens mij precies zien welke avonturen daar op staan. Mij houdt ze niet meer voor de gek. Ik ben al 6. Ik durf ook best met Finn naar die paarden. Mamma niet, mamma vindt paarden een beetje eng egt ze. Mamma vindt slangen ook al eng. Ik allemaal niet, en ik ben ook niet bang voor die mammoeten van Niels. Ik heb Finn. Die beschermt me wel. Die is al 4. Kom op, we gaan. De plankjes zijn wel heel smal en heel glad. Loopt best een beetje lastig. En overal liggen keutels. Dat is vies. Sta ik straks met mijn slippertjes in de viezigheid. Dan wil ik wel met een nagelborsteltje boenen. Finn loopt gelukkig voorop, maar hij loopt wel iets te snel, stampt gewoon door alle keutels heen. Bah! Stinkt straks de hele auto naar keutels. Gadver! Jammer, paarden zette het op een rennen. Vinden natuurlijk ook dat Finn stinkt met al die keutels onder zijn schoenen. We gaan terug, paarden zijn bang geworden en ik vind het eigenlijk ook wel een beetje eng zonder mamma. Ik wil eigenlijk ook pinda’s e een lekker broodje en een snoepje en drinken. Kijken of er nog iets over is.

Nee! Waar zij die kleintjes nou weer? Zullen ze toch door dat hek gegaan zijn, o mijn god, dan moet ik straks ook tussen die paarden gaan lopen. Beesten zijn manshoog. En wild, Ze zijn vooral wild. Niels, kom mee, we gaan op reddingstocht.

Kom je Finn? Gaan we terug naar mamma. Finn! Kom nou, hmm, broertje loopt gewoon door over dat pad, maar daar gaat hij straks het bos in, en we mogen nooit zomaar een onbekend bos inlopen. Zal ik nu snel mamma halen, of blijf ik bij Finn?      Ik blijf bij Finn. Mamma zal vast boos worden als ik hem alleen laat. Finn, wacht even, ik kom eraan. Zie je wel, we gaan het bos in. Een heel donker bos. Met allemaal water op de grond, gelukkig ligt er nog steeds een plankenpad. We moeten steentjes neerleggen Finn, vinden Niels en mamma ons weer terug en wij vinden dan mamma en Niels weer. Geen steentjes te bekennen. Dennenappels dan maar. We gaan dennenappels neerleggen. Wat een rotmuggen zitten hier, ik word overal gestoken. Bedankt Finn, jij wilde dit pad zo nodig lopen! O nee, ik wilde zelf naar die paardjes toe. Nou ja, we lopen nu maar door, daar zie ik de zon weer tussen de bomen door schijnen. Ik krijg wel dorst nu, en Finn blijft maar lopen. Hoor ik mamma nu?

Gelukkig er is geen paard te zien. Even goed kijken, waar zullen die 2 bandieten naar toe gegaan zijn? Daar! Niels, we volgen het rechter plankenpad, ze lopen net het bos in. Wat zeg ik toch altijd? Ze mogen niet zomaar een bos in wandelen. Rennen Niels, straks gaan ze dwalen en dan kunnen we ze niet meer vinden. Gadver overal liggen keutels. Van paarden, van herten, van wat voor dieren dan ook. Zal Sophie leuk gevonden hebben, worden haar sandalen vies. Wel super dat ze bij Finn gebleven is, want die loopt wel door. Ik had die picknickmand beter neer kunnen zetten, maar aan de andere kant zullen die kleintjes wel honger en dorst hebben. Oei, dit bos is wel donker. Waar sta ik nu op? Op een dennenappel, het ligt hier bezaaid met dennenappels. Kijk Niels, dit spoor hebben Sophie en Finn neergelegd. Kunnen we ze volgen. Zijn we de familie Jones in Zweden. Daar zijn ze. Staan blijven dame en heer! Waar zijn jullie in vredesnaam mee bezig? Je mag nooit zomaar een bos inlopen, vinden we je niet meer terug en dan moeten jullie buiten in het bos slapen tussen alle wilde dieren. Goed zo, mondhoeken beginnen te trillen. Zullen ze niet nog een keer gaan doen. Willen jullie nu iets drinken? Gaan we een mooie plek uitzoeken om te zitten.

Mamma, ik hoor mamma. Gelukkig maar want ik vind het wel een beetje eng worden dit avonturenpad. En Finn loopt maar door, is nergens bang voor, maar straks wordt het donker en dan moeten we tussen de leeuwen en de mammoeten slapen. Eten ze ons op. En dan heeft mamma nog maar 1 kindje en dan moet ze pappa bellen dat er geen kindjes meer zijn. Finn, stop eens, mamma en Niels lopen achter ons. Oei. Mamma roept heel boos dat we moeten blijven staan. Is vast heel boos. Zie je wel, mamma begint ook al over wilde dieren die ’s nachts in het bos lopen. Gelukkig, mamma en Niels zijn niet heel lang heel boos, we gaan lekker drinken met iets lekkers. Avonturenpad is halverwege. Kijk, er staat hier een bank. We hebben hier wel een prachtig uitzicht! Vind mamma gelukkig ook. Volgende keer wachten we tot mamma haar koffie op heeft en dan gaan we met zijn allen avontuur beleven. Is veel gezelliger. Vooral omdat mamma het eten en drinken altijd bij zich heeft. 




donderdag 17 november 2011

Avonturenpad deel 1.


We gaan kersen zoeken zegt mamma, maar we zijn helemaal geen kersen aan het zoeken. Het is warm en we zitten in de auto. Mamma heeft de verkeerde afslag genomen. Of eigenlijk heeft ze de afslag gemist. Ik zei dat we naar het klooster moesten rijden, maar mamma is eigenwijs. En ze zeggen dat ik op mamma lijk. Dus echt niet, ik ben niet eigenwijs. Ik heb gewoon gelijk. En ik draag rokjes en laarzen en mamma allemaal niet. Mamma draagt alleenmaar lange broeken. En stomme schoenen. En mamma wil ook nooit haar bikini aan. En nu zitten we in een warme auto, terwijl we ook gewoon hadden kunnen zwemmen. Stomme mamma!

Oei. Afslag gemist. Ik was aan het luisteren naar een discussie tussen Niels en Sophie over of het gebouw bij de skihelling nou een kasteel of een klooster was. En daardoor vergat ik de afslag naar het Klooster te nemen. En je kunt hier niet even bij de volgende rotonde omdraaien. Er zijn hier namelijk geen rotondes en ook geen vluchtstroken of parkeervakken en al helemaal geen volgende afslag. Man, wat is het warm. Ik ben benieuwd of er nog kersen zijn, ik ben bang dat ze al overrijp zijn met deze aanhoudende hitte. Gelukkig heb ik de picknickmand ook meegenomen, kunnen we altijd nog gezellig gaan picknicken. Vinden de kinderen ook prachtig. O. Kijk, eindelijk een afslag de goede kant op, nu nog even terug zien te steken richting klooster en skihelling, waar daar zijn de meeste kersenbomen.

Pfft, eindelijk gaat mamma van de weg af. Mijn broertjes zijn stik vervelend en ik heb dorst van de warmte. Gelukkig gaan we misschien toch nog kersen plukken. Zijn altijd heel lekker en dan worden mijn vingers helemaal paars. Grappig is dat, maar mamma zeurt dan dat ik voor mijn jurk moet uitkijken, want ze krijgt de vlekken er anders niet meer uit. En mijn handen moet ik dan goed wassen en boenen met een nagelborsteltje. Maar dat laatste doe ik lekker niet, want ik vind paarse handen mooi. He, krijg nou wat, mamma heeft toch de weg naar het Klooster weer gevonden, ga ik nu weer kijken of ik de vrouwen van Jezus weer zie. Die hebben ook mooie jurken aan en hele mooie kapjes op hun hoofd. Allemaal zwart. Met een beetje wit. Finn en Niels zeggen dat ze op pinguins lijken, maar ik vind ze mooi. Ik word ook een mevrouw van Jezus. Maar pappa en mamma zeggen dat dat niet gaat, want dan mag ik niet meer in bomen klimmen, en niet meer hutten bouwen in het bos en niet meer met prut spelen en ook niet meer met mijn handen in de grond graven op zoek naar een schat. En ik mag dan ook nooit meer op blote voeten door de supermarkt lopen. Pappa’s en mamma’s zijn zo saai! Ik denk dat die mevrouwen ook wel eens een hut bouwen in het bos en dat ook gewoon op hun blote voeten door de tuin dansen. Echt wel. Alleen mijn mamma danst nooit. Andere mamma’s wel. Die dragen ook allemaal een jurk, ik heb de verkeerde mamma uitgekozen.

Eindelijk, het klooster, nu even opletten, want het is hier heel smal en de vorige keer kwam er opeens een trekker uit het bos gereden met een lading boomstammen. Lag ik bijna in de greppel. Wat is Sophie opeens stil? Zal ze in slaap gevallen zijn? O nee, ze heeft haar gezichtje tegen het raam gedrukt. Ze hoopt natuurlijk een non te zien. Ik vrees dat ze allemaal met hun vespers bezig zijn. Sophie wil ook non worden, vanwege de jurken. Maar ergens denk ik dat ze niet helemaal door de ballotagecommissie komt. Mensen weten niet wat ze overkomt als onze Sophie langs komt met haar vrolijke dansjes en liedjes. Hangt ze overal slingers op en groepeert ze de kaarsen op kleur en vorm. Bouwt ze een boomhut om met de gasten eekhoorntjes te voeren. Loopt ze op blote voeten de eetzaal in omdat ze geen sandalen kon vinden die bij haar groene jurk pasten. Groene jurk, of roze of paars. Nonnen weten niet wat ze meemaken. Schieten een extra gebedje en spieden naar verborgen camera’s. Whoopi Goldberg in blanke versie. Ja, we zijn er. Eindelijk. Nu eerst een kop koffie met iets lekkers.

Wordt vervolgd...