woensdag 16 april 2014

Schoolreisje

Druk, druk, druk. Dat heb ik het in de week van het schoolreisje van dochter. Maandagavond: eindelijk tijd om de tas in te gaan pakken. Pleisters. Pincet, EHBO set voor survival tochten in de wildernis. ‘We gaan gewoon ergens binnen Nederland hoor mam! We zullen geen boom zien, laat staan een bos of een ravijn’ Maar mamma’s zijn koppig. Deze in ieder geval. Je weet per slot van rekening maar nooit waar je terecht komt. Vochtige doekjes, schoon ondergoed, (voor dochter. Niet voor mij.) Plastic tasjes, twee bidons water voor de noodzakelijke eerste hulp en om dorst te lessen. Broodjes: Brie met rucola; komijnekaas met konijnenvoer en speculoospasta! Echt waar. Ik verzin het niet. Speculoospasta. Van wie heeft dochter die rare eetgewoontes? Pakjes drinken, snoep. Want dat mag van de juf zegt dochter. Dus gaat de rit richting supermarkt en worden er snoepjes gekocht. Fototoestel, pen, schrijfblok en telefoon. Kan de tas nog getild worden? Dat is van later zorg. Appelen! Er moeten ook nog appelen mee. Tegen beter weten in, want welk kind gaat er nu een appel eten op schoolreis?

De busreis slaan we over. Is gewoon een busreis zoals ieder jaar. Het voetbalstadion wordt met gejuich bejubeld en daarna is er af en toe een zingend kind te horen. Er wordt gelachen om neuspeuterende automobilisten,, om mensen die de krant lezen, of zich nog even scheren. Naar de chauffeurs van vrachtauto’s wordt gezwaaid. Even zijn de kinderen net zo groot als de reuzen van de weg. Eigenlijk net als ieder jaar. Gewoon een reis zoals reizen op schoolreisje behoren te zijn.

In het park aangekomen is de eerste aanblik eigenlijk direct goed. Helemaal geen enge hoge ronddraai dingen, maar een zweefmolen, een glijbaan met rubber bootjes en een water spuitende walvis. Ja, dit bevalt me wel. We lopen langs een zingende stal. En uiteraard zingt die stal niet, maar de aanwezige dieren doen dat wel. Moet je eerst op een knopje drukken. In eerste instantie lopen we er voorbij, maar later op de dag kom ik even terug. En helemaal alleen heb ik de grootste lol. Als je namelijk een rondje door die stal rent, kun je op alle knopjes drukken en gaan de koeien, het paard, de hond, de kat en de boer allemaal tegelijkertijd zingen. Een kakofonie van geluid komt er uit die stal en lachend doe ik nog een rondje. Waarmee ik onbedoeld zelf tot een attractie ben verworden. Een groep kinderen (gelukkig niet van onze school, of dat hoop ik dan maar) staat ademloos bij de ingang te kijken. Naar mij. Vreemde mevrouw met een veel te zware rugtas, die rondjes rent langs zingende nepdieren. 

Verder in het park staan picknickbanken. Daar beginnen we. De kinderen eten hun eerste broodje op en ik drink een kop koffie. Even later ben ik mijn groepje al kwijt. Goed begin. Maar de schade valt mee, ze zitten allemaal in een op hol geslagen boot. Mijn dochter ontwaar ik in het middenschip. Ze hangt huilend over de balk en heeft haar ogen dicht. Bij iedere zwaai hoor je haar boos roepen naar attractie dame: ‘Ik wil er uit!’ “Hallo! Ik wil er dus uit!’’Ik wil er dus eigenlijk NU uit!’ ‘Spreekt u Nederlands?’ ‘We gaan dooooooooood!’
 En waardeloze moeder als ik ben, schater ik het uit. Veilig met beide benen op de grond. Voor geen goud ga ik in die rare apparaten. Dochter ook niet meer. Jongens wel. Stoere jongens hebben we mee. Gaan in de allerengste attracties en wij moedigen aan. Staan onder de over de kop slingerende bakjes om vallende kinderen op te vangen. Is niet nodig. EHBO tas blijft dicht.

Opeens valt mijn oog op een baantje boven mijn hoofd. En dat ding gaat met een slakkengang rond het middenplein. Daar gaan we in! Roep ik zo enthousiast dat de hele groep meerent. Als we aan de beurt zijn, kijken de jongens elkaar en mij aan. ‘Wij gaan liever nog een keer in de achtbaan.’ Met de beide dames neem ik plaats boven de hoofden van alles en iedereen. Als het meisje van de attractie langs komt, vraag ik voor de zekerheid nog wel of we niet over de kop gaan. In eerste instantie moet ze lachen, maar dan schud ze van nee en draait de deur dubbel op slot. Oei, oei. Dat belooft niet veel goeds. Maar nee, we gaan met een vaart van 5 meter per uur in het uur rond. En ik zwaai vrolijk naar een ieder die onder ons door loopt.

We hebben de smaak te pakken. Dochter en ik. De jongens gaan in alle enge dingen, en wij gaan dan in de buurt iets minder engs doen. Gezellig samen. En met een ieder die zo stoer is dat ze durven zeggen dat ze eigenlijk ook niet over de kop willen. Zo gaan we ook samen in de draaimolen. Zo’n ouderwetse. Niet op een paard. We zitten in een koets. Want wij krijgen het voor elkaar om dat paard op hol te laten slaan. Dan galopperen we door het park. Als ware rodeo rijdsters. En iedereen heeft dan ontzag voor ons. Maar helaas hebben we dan ook altijd pech en kiepert dat paard ons uiteindelijk van de rug. En niet stijlvol en gracieus in een zandbak, nee uiteraard belanden wij dan pardoes in de waterbak. Geen paard voor ons dus. Een prinsessen koets. Geweldig toch! Schoolreisje.

Helemaal aan het begin ontwaar ik opeens tractoren. Met een koe op het dak. ‘Daar durf ik ook in!’ Roep ik terwijl de jongens net uit de formule X komen. Ze kijken vol bewondering naar me. ‘Echt waar? Stoer! Zullen we dan met zijn allen in een bakje?’ ‘Jongens, ik denk niet dat we met zijn allen in die trekker passen.’ Ze volgen mijn blik. Zien de trekkers en draaien zich om. ‘Zullen we maar gewoon naar de 5D film gaan? Dat lijkt ons eigenlijk beter.’ Geen tractoren met een koe dus voor mij. Helaas. Wel ronddraaiende theekopjes; een octopus voor kleuters (die me al eigenlijk al veel te hoog ging dankzij dochter die me even terugpakte en continue op het omhoog knopje zat te drukken) en een geweldige film.

Top dag heb ik gehad. Kinderen zonder uitzondering ook. De bidons met water gingen weer mee terug. Net als de broodjes, de pleisters, het schone ondergoed en eigenlijk alles wat er in de tas zat. Ja, ook de appelen. Veel te druk voor gehad allemaal. En het aller-leukste van de hele dag was nog wel: kent u die grap dat alle kinderen bij thuiskomst zogenaamd niet in de bus zitten? Dit jaar was het omgedraaid. Alle kinderen zaten gewoon netjes in de bus, maar er waren geen ouders te zien op het schoolplein. Geweldige grap toch?

Of zou dat toch komen doordat we een half uur te vroeg terug waren?



maandag 14 april 2014

Joris in de Efteling!

Hoi Joris!

Het avontuur wat ik nu weer heb beleefd is wel heel erg gek. Weet je nog dat ik me in Alkmaar liet insluiten in een vrachtauto? Met die auto reed ik Alkmaar uit. We reden en reden en af en toe stopten we even. Dan gingen de deuren open en werden er kazen uitgehaald. En helemaal aan het einde was de laadruimte bijna leeg. Er lagen nog maar een paar kazen . Op het moment dat de deuren voor de laatste keer open gingen, ben ik uit de auto gerend. De chauffeur zag mij en probeerde me nog te pakken, maar ik schoot snel weg. In dat dorp was het heel druk met wandelende mensen. En allemaal liepen ze 1 bepaalde kant op. Uiteraard was ik nieuwsgierig en ben ik met ze meegewandeld.

Na een wandeling langs allemaal stilstaande auto’s, met daarin nog veel meer mensen, kwamen we aan bij een tuin met hekken. En alle mensen gingen daar kaartjes kopen. Voor heel veel geld, ik natuurlijk niet. Ik sloop gewoon door de tralies. En toen stond ik in een soort park. Of een speeltuin. En wat ik daar allemaal zag, dat ga je echt nooit geloven! Maar alles wat ik nu ga vertellen is echt waar!

In het park waren heel veel rijen mensen. Die liepen langs ijzeren hekjes en dat ging heel erg langzaam. Zelf keek ik gewoon even waar de ingang was en dan trippelde ik daar naar toe. En als je dan vooraan stond, dan kwam er een bakje, of een bootje en daar ging je dan inzitten. Een paar waren heel erg leuk. Je hoefde helemaal niets te doen, helemaal automatisch kwam je langs elfjes en kabouters en zingende theekopjes. Die waren heel erg leuk. Maar er waren ook hele enge banen. Bij die banen ging je eerst rustig weg en opeens gingen ze heel hard! En dan sloeg je over de kop en werd er water over je heen gegooid en kwam je helemaal bang en misselijk bij het einde. Dat waren de niet leuke attracties. 1 was er naar mij vernoemd. Joris en de Draak! Ik ben dus al helemaal een beetje bekend. Maar ik durfde er niet meer in. Straks werd ik weer natgemaakt en gingen we weer over de kop!

Er was ook een bos. In dat bos woonden allemaal sprookjesfiguren! En nu denk jij natuurlijk dat sprookjesfiguren nep zijn, maar ik heb ze in het echt gezien! Ik heb Assepoester gezien en roodkapje. Ridders, draken en prinsessen. Een pratende boom en een meneer die hele bolle wangen had en de hele tijd riep: dank u wel! Als iemand hem eten gaf! Ik gaf hem een appel. Want hij moet een beetje om zijn lijn denken. Die boom was trouwens heel slim. Hij kende heel veel verhalen! En iedereen bleef luisteren. Met open mond. Zelfs de eekhoorntjes. En een dikke spin. Die zat verstopt in de haren van de boom.

Een heel klein stukje verder zag ik iets wat ik mijn hele leven nooit meer zal vergeten! Een blote keizer!!! Echt waar!! Zo warm was het nog helemaal niet, maar er was een keizer en die kreeg nieuwe kleren. Waar het precies verkeerd is gegaan weet ik niet, maar hij had ze echt niet aan! Ik heb een foto gemaakt. Die stuur ik je ook toe. Helemaal in zijn aller-aller blootst liep hij door zijn paleistuinen! En iedereen kon zomaar zijn blote billen zien!

Jasper, ik heb een gezin gevonden waar ik een tijdje bij ga wonen. Dat weten ze nog niet, maar die mensen beleven net als mij ook altijd van alles. Ze hebben 3 kinderen. Twee jongens en een meisje. En als ik dan bij ze ga wonen, beleef ik gewoon nog meer avonturen! Tot ik een nieuw gezin heb gevonden. Een hele prettige dag nog! En de groeten aan alle kinderen op school!


Joris.
Kijk! De keizer zonder kleren!

maandag 7 april 2014

In het theater


Oké Jasper, ik moet je nu toch zo iets vreemds vertellen. Vlak bij de school waar we woonden, en jij natuurlijk nog steeds woont, staat een theater. Dat is een heel luxe woord voor een groot gebouw met rode stoelen. In dat theater heb je allemaal zalen en gangen en trappen en er lopen best wel vreemde mensen rond. Die staan dan op stelten, net als de kinderen op het schoolplein, maar dan zijn het grote mensen. Of ze hebben maskers voor. En met die stelten of maskers gaan ze dan op een podium staan. Dat is dan weer een duur woord voor houten verhoging. Daarna gaan ze zingen of dansen of zelfs allebei. En de mensen in de zaal gaan dan klappen. Heel grappig allemaal. Soms komen er breakdansers. Dat zijn mensen van elastiek. Die kunnen hele rare dingen met hun lichaam. Ik heb het ook even geprobeerd, maar na 3 knopen in mijn staart en een krul in mijn linkersnorhaar ben ik gestopt.

Maar goed, vandaag liep ik onder de stoelen om kruimels te zoeken. Vlak bij het theater heb je namelijk een bioscoop. Daar ligt allemaal lekker eten onder de stoelen op de grond. En ik hoopte dat die kruimels ook in het theater zouden zijn. Niet dus! Terwijl ik zo onder die stoelen doorschoof, gebeurde er iets wonderlijks! Er kwamen bekende kinderen de zaal in!!! Hoe leuk is dat! En die kinderen gingen met een heleboel andere kinderen in die hele mooie zachte rode stoelen zitten. Op het pluche noemen ze dat hier in het theater met een nog duurder woord. Het is gewoon katoen hoor. De kinderen kwamen kijken naar een kindervoorstelling. Ik was natuurlijk direct benieuwd en ging op een stapel stoelverhogers zitten. Die zijn van plastic. Kneiterhard plastic. Je wordt dus gewoon dubbel gestraft: ten eerste ben je eigenlijk te klein voor het theater en ten tweede kom je dan op een harde halve doos te zitten.

De voorstelling was wonderlijk. Het ging over een dode toneelmeester die helemaal niet dood was, behalve aan het einde door een explosie. En het ging over een prinses en een boer. Die boer ging naar het andere einde van de wereld, gevolgd door de ontsnapte prinses. Het vreemde van alles was, dat de prinses en de boer dezelfde persoon waren! En hij of zij had een pruik op, want die ging aan het einde van de voorstelling af. Hielden ze die lange haren gewoon in hun handen! Zo vreemd allemaal. En het aller gekste was nog wel dat ze op een trap klommen die een klif was waar ze dan vanaf sprongen. Boem Stilte. Maar de kinderen waren natuurlijk helemaal niet meer stil. Die wilden een explosie en ze stonden en ze floten, want dat mocht niet en kinderen zijn kinderen dus doen ze heel vaak dingen die eigenlijk niet mogen. Waarop die meneer die dood was en toch niet en toen toch weer wel riep dat ze in het theater zaten en niet in een voetbalstadion! Iedereen zag wel dat ze niet in het stadion zaten! Er was toch helemaal nergens een bal te zien!

Jasper, de wereld steekt echt heel vreemd in elkaar. In zit nu in de fietstas van een meefietsende moeder. Ik had namelijk gehoord dat ze woensdag naar de bioscoop gaat met andere kinderen. En in die bioscoop heb je heel veel eten onder de stoelen. Daar ga ik mijn buik dus vol eten. Maar nu ga ik slapen. Het is een wonderlijke wereld die wereld buiten school.


Je broer Joris!
Hier zit ik op de stapel stoel verhogers. 

vrijdag 4 april 2014

Joris in Alkmaar.

Op een mooie zondag in april komt er een kaart binnen op school. Voor Jasper staat er op. De kaart gaat van klas naar klas en zo komt hij uiteindelijk in de kleuterklas. De klas met het muizenhuis. De klas met Jasper in het muizenhuis.

‘Hoi Jasper, het is alweer een paar weken geleden dat we elkaar voor het laatst zagen. Nadat ik een rondje door de school had gedaan kon ik de volgende morgen wegglippen terwijl alle kinderen juist naar binnen kwamen. Dat was nog wel even spannend, want alle kinderen stonden te dringen bij de deur. En als het dan even rustig was, klapte de deur dicht. Sindsdien is mijn staart een klein stukje dunner. Ik was simpelweg niet snel genoeg.’

‘Bij de kruising ben ik naar het Zuiden gegaan. Richting de zon dus. Dat was een hele saaie route. Langs een fietspad met aan de ene kant een drukke weg en aan de andere kant gras en een sloot. En blaffende honden. Er wonen heel veel blaffende honden bij de school.’

‘Na een hele dag wandelen kwam ik in een stad uit. De stad heet Alkmaar. En ze doen iets met kaas. Het was er heel druk. Nog veel drukker dan in de klas tijdens speelgoedmiddag. Overal stonden bussen en overal liepen mensen. Heel veel mensen en je moest uitkijken dat je niet vertrapt werd. Maar ik ben natuurlijk superslim, dus ben ik meegelift in de broekspijp van een Japanse meneer. Er waren heel veel Japanse mensen! Wel 5 bussen vol! In die broekspijp had ik een prachtig uitzicht. We liepen allemaal naar een plein in het midden van de stad. Daar keek ik mijn ogen uit!!’

‘Ik was namelijk in de muizenhemel beland! Overal lag kaas. Grote ronde kazen. De kazen werden aangevoerd met boten en daarna werden ze op een soort slee gelegd. Dan gingen mannen met strooien hoeden een rondje lopen. 1 man voor, 1 man achter en dan die slee met kaas tussen hun in. Ik heb geproefd tot ik bijna niet meer kon lopen. Dat mocht, want zelf deden ze dat ook. Ze gingen van al die kazen een stukje proeven. En iedere keer gingen ze in hun handen klappen, maar zonder te dansen. Dat was wel een beetje een vreemd gezicht. Allemaal klapperende mannen. De eerste paar keer dacht ik dat ik betrapt was. Dat was niet zo. Ze klapten gewoon zomaar met elkaar. Rare mensen die mensen.’

‘Aan het einde van de dag heb ik mezelf met een kaas in een vrachtauto laten dragen. Daar ben ik in slaap gevallen, maar eerst heb ik uiteraard nog een paar muizenhapjes genomen van alle kazen. Goed, Jasper, dit was mijn eerste kaart. Ik mis je wel hoor. Het zou nog veel leuker zijn als je er ook bij was. Als ik weer eens in de buurt ben, kom ik langs. Waar ik met de vrachtauto naar toe gereden ben bewaar ik voor de volgende kaart. Ook dat was een avontuur op zich.’

‘Doe iedereen daar de groeten.’

Joris.