Al vanaf het
moment dat Rune een heel klein mannetje was, wil hij kunnen vliegen. Zo troffen
pappa en mamma hem al eens aan in het raamkozijn van zijn kamer. Zijn kamer op
de tweede verdieping. Pappa vloog naar binnen om het zonnescherm uit te laten
rollen, zodat er een zachte landing gemaakt kon worden en mamma rende met 5
treden tegelijk twee trappen op. Om kleine Rune nog net in zijn kraag te kunnen
vatten. Anderhalf jaar en overtuigd van zijn vliegkwaliteiten.
‘Vlieg vogel
vlieg.’ ‘Ja, Rune, maar een vogel weegt maar 100 gram, jij wel 15 kilo.’ De
drang van Rune om te kunnen vliegen bleef. Er kwamen sloten op de ramen, sloten
op de deuren en zelfs op vakantie stond pappa extra sloten op ramen te
schroeven terwijl mamma de auto uitpakte. Er zullen heel wat
vakantieverhuurbedrijven zich hebben verwonderd over de extra sloten. Mochten
ze namelijk na afloop van onze vakantie gratis en voor niets houden van pappa
en mamma. Om andere rondvliegende kinderen tegen te houden.
Rune werd
groter en zwaarder en slimmer. Wist natuurlijk dat een vogel kon vliegen, maar
een mens niet. Toch? Op het moment dat Rune 450 kilo woog, (45.0) besloot hij
dat als een Boeing 747 in de lucht kan blijven hangen, hij dat ook zou kunnen.
En dus klom hij wederom twee trappen op. Het raam kreeg hij niet open, extra
slot zit er nog steeds op en een zonnescherm als landingsbaan is ook niet echt
stoer te noemen. Rune ging aan de buitenzijde van de trapleuning hangen. Aan
het plafond van de eerste verdieping. Zijn vingertoppen hielden de vloer van de
tweede vast en daar bungelde hij. Hoog boven de grond. Zo vrij als een vogeltje….
Mamma zat
ondertussen op het toilet. Met de deur open. Geloof me mensen, dat doet mamma
anders NOOIT!! Maar deze keer dus wel en zo zag ze opeens een wasmand met
kleding uit de lucht komen vallen. Een wasmand met kleding met het verbaasde
gezicht van Rune. Wasmand was geen wasmand maar vliegende zoon. Mamma sprong op
van het toilet, al plassend dus, besefte dondersgoed dat dit helemaal een
vreemde actie was, rende al plassende weer terug naar het toilet en brulde de
hele wereld bij elkaar. ‘Er is er 1 van de trap gevallen! Er is er 1 van de
trap gevallen!’ Pappa, Julia en Nisse kwamen uit 3 verschillende deuren gestormd.
Maar een
gevallen Rune vonden ze ook niet. Tot iemand opmerkte dat de douche aanstond.
Daar stond een hevig geschrokken Rune. Huilend van de pijn met zijn kleren
onder een koude douche. ‘Wat doe jij nu weer?’Julia en Nisse schaterden het uit
van hun broertje die met alle kleding en schoenen nog aan onder het stromende
water stond. ‘Als ik mijn vinger klem heb gehad, moet ik van mamma onder de
kraan en nu doet mijn hele lichaam zééééér!’ Logisch. Zéér, zeer logisch. Nadat
broer en zus waren weggestuurd, konden pappa en mamma Rune stukje bij beetje ontkleden.
Bont en
blauw. Mannetje is bont en blauw. Van boven naar beneden het trapgat in storten
is niet geheel zonder gevaar. Vooral als de trap zoals bij ons thuis een draai
maakt onderaan. De onderste vijf traptreden staan voorlopig in zijn huid. 1 op
zijn linkerbil, 1 op zijn rechterbil, 1 op zijn heup, 1 op zijn rug en 1 op
zijn schouder. Mamma maakte zich vooral bezorgd over het landingsgestel van neergestorte
zoon. Maar die had geen schade. Of toch wel. De volgende dag begon Rune te
hinken en dat doet hij nu nog steeds. Mooi blauw ei op zijn voet.
‘Dit laat je
nu voorlopig wel uit je hoofd mag ik hopen.’ ‘Ja, deze vlucht ging niet
helemaal goed, maar het moet toch mogelijk zijn om te vliegen. De volgende keer
gaat het vast beter. Oefening baart kunst.’