Julia en Rune willen buiten spelen, maar het regent. En met
regen worden ze nat. Maar als het regent komen er wel mooie plassen. Plassen om
in te springen. Plassen die dan plats-plats-plats
doen. En als je dan heel lang buiten blijft, krijg je straaltjes uit je haar.
Van de regen. Dat is wel gaaf! Maar straks moeten ze naar een verjaardag en dus
hebben ze mooie kleren aan. Mamma staat in de douche en heeft Rune en Julia
voor de televisie gezet. “Even geen ruzie maken en niets knoeien op jullie
kleren!”
“Zullen we?” Vraagt Rune aan zijn zus. “Ja, dat wil ik wel,
maar mamma heeft gezegd dat we niet vies mogen worden” “Nee, we mochten niet
knoeien. Dus we mogen best naar buiten om een beetje nat te worden” “Oké dan.
Maar ik trek wel mijn laarzen aan. Voor de zekerheid”
Ze lopen samen naar buiten. Mamma staat nog steeds in de douche.
En eigenlijk staan zij nu ook in de douche. Buiten. Net als van de zomer op de
camping. “Buiten douchen is gaaf!!!” Rune stampt voorzichtig in een plas. Plats! Doet de plas en de druppels schieten
alle kanten op. “Kijk uit! Ik word vies” roept Julia, maar Rune hoort het niet.
Plats doet ook de volgende plas. “Leuk
is dit! Kom je ook?” Julia kijkt naar haar nieuwe maillot. Zonder gaten en zonder
vlekken. Ze kijkt naar haar mooie rokje. Haar rokje die heel mooi zwiert als ze
een rondje draait. Zwier! Doet het rokje
als ze op haar laarzen een rondje probeert te draaien, maar haar laarzen hebben
geen gladde zolen zoals haar mooie schoentjes. Plats!
Doet Julia dus ook vol in de plas. Ze voelt het water op haar billen, snel stat
ze op. Haar mooie nieuwe maillot is nu vies en modderig.
“O nee! Wat doe jij nu!” Roept Rune! “Je bent helemaal vies!
Zo kun je niet mee en nu gaat mamma boos worden. Kom, ik veeg je wel schoon!”
Rune plukt een pol gras en gaat haar maillot schoonvegen, maar het helpt niets.
Er komen nu ook groene vlekken op haar benen en op haar rok. Rune zucht en
veegt zijn handen aan zijn broek af. “Nee!” Roept Julia, maar het is al te
laat. De spijkerbroek van Rune heeft ook vieze groene vlekken.
“Wat nu?” “Ik weet het” zegt Julia. “We trekken onze kleren
uit en gooien het in het sop” Snel rennen ze naar binnen en schoppen hun
laarzen uit bij de achterdeur. De linker laars van Rune vliegt een stukje door
de lucht en land tegen de witte muur. Vieze zwarte vlek blijft achter. “O-o,
dit is een ongeluksdag! Geef mij jouw kleren en dan maak jij die vlek schoon”
beveelt Julia. “Ja, maar waar ga ik dit dan mee schoonmaken?” “Geen idee. Als
je maar geen gras gebruikt. Pak de toiletborstel maar!” Julia rent met handen vol
vieze kleren naar de keuken. Ze is net bezig met een sopje als ze mamma boven
op de gang hoort lopen. “Opschieten Rune, mamma komt zo naar beneden!” Het
sopje schiet niet echt op, en dan ziet Julia de vaatwasser. Veel makkelijker!
Ik gooi de kleren in de vaatwasser en dan ga ik Rune helpen. Dan doet die
wasmachine de kleren schoon maken en ze komen er droog weer uit.
Ze propt een blokje in de machine, kleren gaan erbij en de
deur gaat dicht. Naar Rune! Haar broertje staat in zijn blote billen de muur
schoon te maken met de toiletborstel. Blauw water vermengt zich met witsel van
de muur. Lichtblauwe sliertjes water lopen naar beneden. Kleine stukjes
toiletpapier hangen als veertjes aan de muur. “Het lijkt wel een paard!” Giechelt
Julia, maar dan gaat de deur open en stapt een schoongewassen mamma de kamer
in.
Mamma kijkt naar de ravage op de muur. En mamma kijkt naar
de twee blote kinderen. “Wat zijn jullie in hemelsnaam aan het doen?” “We maken
een paard op de muur” zegt Rune. “Een blauw paard met zwarte vlekken” “En waar
zijn jullie kleren?” “In de vaatwasser” antwoord Julia. “Want we waren buiten
en toen vielen we in het water en toen kwam er gras op en toen trokken we onze
laarzen uit, maar de muur werd zwart en het sop ging niet snel en de vaatwasser
maakt alles schoon en droog en dus kunnen we straks gewoon mee naar de
verjaardag, maar we hebben wel een blauw paard op de muur”
Mamma zucht heel diep en zucht nog eens een keer nog veel
dieper en zegt dan weer zo’n typische mamma opmerking: “jullie denken nooit na.
Net als een kip zonder kop” Julia en Rune kijken elkaar aan en beginnen te
lachen. Steeds harder. Een kip zonder kop! Dat kan toch helemaal niet! Tok tok doet Rune, Tok-tok-tok doet Julia en ze rollen in hun blote kont over de
grond. Tok-tok-tok doet mamma nu ook en
mamma hupt op haar hurken door de kamer. Tok-tok-tok!
“Mamma is een kip! Mamma is een kip! Ja!!! Mamma is een kip zonder kop!”
Een half uur later; draait de wasmachine met de vieze
kleren, en zitten Julia en Rune met nieuwe nette kleren in de auto. Alles is
weer opgelost. Behalve dan dat blauwe paard op de muur. Daar moet mamma opnieuw
voor witten, maar voorlopig mag het paard op de muur blijven staan. En Julia en
Rune zitten trots achterin de auto. Hun mamma is een kip!
Ik heb natuurlijk geen foto's van een kip zonder kop. |
Ik ben vast en zeker niet zo'n kip.. O wat een topmama
BeantwoordenVerwijderen