De dag begint goed. Bij het ontwaken na wederom een
doorwaakte nacht vanwege de zeehond in mijn longen, zegt de weegschaal: Error.
Goed voor je zelfvertrouwen. Koffie
drinken; lunch klaarmaken om mee te nemen naar mijn werk, broodlade gans en
volledig leeg. In de lade eronder gekeken, maar nee. Geen brood. Nog wel een
stuk ontbijtkoek. Die dus maar meegenomen.
Naar mijn werk, met op de radio allemaal gekwaak op niets
af. Als ik de auto soepel in een parkeervak draai, want dat kan ik dan weer
heel goed, begint er net een lekker nummer. Even overweeg ik om te blijven
zitten, maar mijn collega’s lopen allemaal langs mijn auto naar het gebouw waar
we werken. Allemaal werpen ze een blik in mijn auto waar ik zit te swingen. Oeps.
Noteer voor volgende week in mijn hoofd dat ik de auto ergens achteraan op het
parkeerterrein verdekt opstel.
Tijdens de pauze trek ik als een moderne holbewoner stukken
van mijn ontbijtkoek af. Buurman kijkt me aan, en bij de derde keer durft hij
het aan om iets tegen me te zeggen. “Weet je dat die ontbijtkoek gewoon in
plakken voorgesneden is?” Ik kijk hem aan. “Jij bent wel extreem lang zeg!” Is wat
hij nog durft te zeggen.
’s Middags verzamel ik alle energie die ik nog heb en ga
naar de kapper. Dat moet ik al maanden, maar ik ben bang voor de kapper. Niet
voor spinnen, niet voor hoogtes, niet voor koeien, wel voor kapsters. Die
kletsen namelijk terwijl ze met mes/schaar of scheerding in je nek bezig zijn.
Vertellen dat je een bol hoofd hebt (zie ander blog) en knippen altijd precies
zo als jij het niet wilt. Maar nu ga ik naar de kapper. Een kapper in de buurt.
Ik zou eigenlijk naar een vriendin gaan, maar haar kapsalon zit in een andere
stad en die puf heb ik helemaal niet. Terwijl ik de deur open doe, verschijnt
er al een vrolijk gezicht in de deuropening van achterkamer. “Hallo! Wie van
jullie moet er geknipt worden?” Sophie kijkt me smekend aan, maar Sophie spaart
voor de stichting haarwensen en ze is er bijna. Ik dus en ik mag plaatsnemen in
de wasbak. Volledig onderuitgezakt moet ik, want ik ben een soort van te lang
voor wasbak. Geeft niets. Warm water ontspant. Sophie vindt het geweldig. Haar
mamma ligt bijna op de grond en een totale onbekende wast haar haar!
We nemen plaats in een stoel in de hoek. Top kapster. Ik mag
haar nu al. Maar kapsalons hebben iets raars. Spiegels. Enorme spiegels. De
hele week hoor ik al van iedereen dat ik er zo beroerd uitzie, thuis heb ik 1
spiegel en die ontwijk ik. Ik hoef niet te zien hoe beroerd ik dan wel niet
ben. Maar nu kan ik er niet meer omheen. Ik schrik van mezelf. Heb de afgelopen
2 weken een winterjas uitgedaan. Zie er oud en moe uit. Ziek nog steeds met een
rood Halloween oog. Maar kapster kletst met Sophie en over haar dochter en
knipt vakkundig mijn haar kort. Geeft adviezen en is heel aardig. Vrolijk,
spontaan, met beide benen op de grond. Super tevreden laat ik een behoorlijke
berg haar achter op de grond. Met een korte kop haar verlaat ik de kapsalon en
huppel met dochter mee naar winkelstraat. Pappa is er toch nog niet om ons op
te halen. Sophie vind me trouwens niet mooi meer, maar dat negeer ik.
Twee zonen komen aangerend. “Mamma!!!!!” En dan net als in
de film, komen ze tot stilstand. “Mamma is lelijk!” Humeur zakt naar nulpunt.
Hoezo lelijk? Ben ik wel lief? Ja, mamma is nog steeds de liefste, maar wel
lelijk.
Om er toch nog een feestdag van te maken gaan we poffertjes
bakken. We hebben sinds kort zo’n pan. Uit de verkochte caravan van oma. Wat
oma met een poffertjespan in de caravan moest, ga ik niet eens vragen. U
begrijpt me vast. Maak beslag met geheime Zweedse siroop, en begin te bakken.
Met een soeplepel giet ik de mix in de pan. Maar er ontstaan helemaal geen
poffertjes. Allemaal aan elkaar geplakt staren ze me aan als een pannenkoek met
bulten. Keer ze met een vork om staat er op pak. Maar vork heeft geen grip op
plak poffertjes. Hier gaat iets niet helemaal goed. Zoek in mijn kasten en vind
een mini maatbeertje uit de speelkeuken van de kinderen. Daar giet ik de mix de
tweede rond mee in de pan. Dat gaat iets beter. Sneller vooral, want in de
bodem zit een gat. Terwijl ik dus de bovenste rij poffertjes schenk, ontstaat
er ook onderaan een rij poffertjes. Dit gaat hem dus ook niet worden. Derde
ronde vind ik een soort kitspuit. Mix daarin en spuiten maar. Maar als je
eenmaal spuit, kan hij niet meer stoppen. Vloeibare mix druipt over aanrecht,
langs de keukenkastjes naar beneden. Daar waar mijn schoenen staan.
GRRRRRRRRRRRR! Maar mijn humeur krijgt niemand stuk vandaag. Vooral omdat de
plakjes poffertjes wel heel erg lekker smaken. Gooi het roer om. Pak een
normale koekenpan, smelt boter en giet pannenkoeken van poffertjes beslag.
Heerlijk!!!!!!
Moraal van dit verhaal? Geen idee eigenlijk. Misschien dat
we altijd moeten proberen om de zonnige kant van het leven te zien. Misschien
dat poffertjes pannen ondingen zijn.
Beslag met geheime Zweedse siroop? Ik word heel nieuwsgierig.
BeantwoordenVerwijderenMoraal van dit verhaal? Als je haar maar goed zit... :-)
Ja, en natuurlijk ook dat we moeten proberen de zonnige kant te zien.
Een mooi weekend verder!
Liefs van Gon
Gonny, het grote geheim heet: Ljus Sirap. In Zweden gebruiken we het voor Kanelbullar en peperkoeken. Het staat volgens mij bij de bakspullen heden. Een soort doorzichtige plastic fles met een bruine dop. We hebben 1 fles meegenomen naar Nederland en daar gaan we dus heel zuinig mee doen.
BeantwoordenVerwijderenKram, Anna Marie.
Oh, bedoel je dat! Jaaaaaaaaaa, die staat hier ook in de kast hoor :-) !!
VerwijderenVooral Peter is gek op pannenkoeken, dus ja, stroop moet er zijn. Ik heb trouwens ook de donkere een keer geprobeerd, maar nee, de lichte (ljus) is beslist lekkerder.
En, is je haar werkelijk niet mooi? Altijd knipte mijn moeder mijn haren...maar bijna vijf weken geleden is zij overleden. En nu zit ik dus....waar ga ik heen. Wie kan mijn haar knippen zodat ik het leuk vindt.....Je snapt het vast wel. Ondertussen groeit het gewoon door......
BeantwoordenVerwijderenGroetjes,
Debby