‘Mam, waar
liggen de kampeerspullen? Ik ga vannacht in de tuin slapen in de tent.’ ‘Jij
gaat helemaal niet in de tuin slapen. Het vriest ’s nachts nog. Jij slaapt
vanavond gewoon lekker in je eigen bed.’ ‘Maar mam, we gaan het op school
hebben over vakantie en om het kampeergevoel weer terug te krijgen, moet ik dus
wel in de tent slapen.’ ‘Jij moet helemaal niets, en zeker niet nu het nog zo
koud en vochtig is.’ ‘Mam, alle kinderen in de klas mogen in de tuin slapen!’ ‘Dat
is dan heel mooi, maar jij slaapt in je bed.’ ‘U snapt het weer niet! Dan kan ik morgen nergens over
meepraten.’ ‘Jawel, jij zult de hele dag kunnen praten, want de klas zal akelig
leeg zijn, alle kinderen liggen morgen met een longontsteking in hun bed.’ ‘Mam!’ ‘Nee! En het laatste woord is er nu over
gezegd!’
Rune loopt
mokkend naar boven, ondertussen test hij niet alleen de stevigheid van de deur,
maar ook van de traptreden. Alsof er een olifant naar boven stampt. Mamma moet
evengoed wel lachen. Kamperen in de tuin, hoe verzinnen ze het? Min 3 is het ’s
nachts. Slapen in je tent met twee truien aan, sokken, muts en sjaal.
Romantisch kamperen onder 4 dekens.
Rune blijft
de hele middag boos op zijn kamer. Waarom hebben al zijn klasgenoten leuke en
hippe ouders en mag hij helemaal nooit eens iets? Alle kinderen komen morgen
natuurlijk op school met verhalen over het slapen in de tent en dat de kat van
de buren ’s nachts aan de tent heeft gekrabd. Dat ze uiteraard helemaal niet
bang waren van alle vreemde geluiden en dat ze nog nooit zo lekker hebben
geslapen als nu in de tent. En ik? Ik mag in mijn bed slapen. Saai. Zoals
iedere andere avond. Saai, in pyjama in mijn stapelbed.
Hij kijkt
eens rond in zijn kamer. Ruimte zat. Ik kan natuurlijk vannacht best in een
tent gaan slapen, dan zet ik hem gewoon in mijn slaapkamer op. Dan maak ik
vanavond een foto van de binnenkant van mijn tent, niemand die ziet dat hij
binnen staat. Hij loopt naar zolder en pakt 1 van de twee kleine tenten. Op het
moment dat hij net de trap weer af wil lopen naar zijn slaapkamer, gaat beneden
de deur open. ‘Ik moet Nisse van school halen, hij is gevallen en heeft een gat
in zijn hoofd. Ik ben zo terug. Voor niemand de deur opendoen!’
Mooi, mamma
is weg, dan kan ze ook niets zeggen van de tent in mijn kamer, want ook dat zal
wel weer niet goed zijn. Rune loopt naar zijn kamer, gooit de tentzak leeg op
zijn vloer en spreidt de binnentent uit. ‘Het past niet, mijn kamer is te
klein, hoe ga ik dit nu aanpakken?’ Rune probeert de tent schuin neer te
zetten, maar nog past de tent niet. ‘Waar kan ik nu in huis een tent opzetten,
waar is ruimte zat?’ Rune loopt in gedachten alle vertrekken langs. ‘De
woonkamer! Hij past met gemak in de
woonkamer! Snel, want ik moet de tent hebben staan voor mamma en Nisse terug
komen.’ Rune loopt snel de trap af en spreidt de binnentent nu in de woonkamer.
Als hij de tafel een stukje opschuift past het precies.
‘Even kijken,
hoe moest het ook al weer? De stokken in deze tunnels en dan in die pennen aan
de onderzijde. De buitentent erover heen. Weer een buis door een tunnel en
Voila! We hebben een tent. Kamperen in de woonkamer. Warm, droog en
avontuurlijk.’ Rune loopt weer naar boven, pakt zijn dekbed en zijn kussen,
gooit alles van de trap naar beneden, pakt een boek en een zaklamp, loopt de
trap af, pakt zijn dekbed en kussen van de grond en loopt richting tent. BAF! ‘Verdomme, wat is dat nu weer?’ Rune wrijft over zijn
knie en kijkt om zich heen. ‘Stomme scheerlijnen. Ik ben blijven haken in de
scheerlijnen, daar zullen we meteen iets aan doen.’ Rune pakt een haring uit de
tentzak, pakt een scheerlijnen en zet scheerlijn 1 vast in een bloempot. Hij pakt
een tweede haring en nog een scheerlijn en laat de haring met scheerlijn zakken
in de verwarming. Pakt een derde haring en scheerlijn en kijkt om zich heen. ‘Waar
laat ik deze lijn? Er zit maar 1 ding op. Net als in het echt, net als in de
natuur. Overleven en logisch nadenken.’ Rune pakt de tenthamer, en slaat met 3
ferme klappen de haring dwars door het parket. Nu de laatste scheerlijn nog. ‘Die
binden we aan de tafelpoot.’
Voldaan
bekijkt Rune van een afstand hoe de tent staat. ‘Mamma zal trots op me zijn.
Hij staat kaarsrecht en storm bestendig.’ Dat het niet stormt in een woonkamer
komt niet bij Rune op. Hij ritst de tent open, legt zijn dekbed en kussen
netjes neer, en kruipt er met boek en zaklamp in. ‘Heerlijk comfortabel. Mamma
met haar: het is veel te koud om in een
tent te slapen! Valt me alles mee.’
Even later
hoort Rune de auto het pad oprijden. ‘Ik ben benieuwd hoe ze reageert.’ Op het
moment dat mamma de deur opent en naar boven roept dat ze weer thuis zijn,
realiseert Rune zich opeens dat hij een haring dwars door de parketvloer heeft
geslagen en nu voelt hij waar mamma het over had. Het is opeens heel erg koud
in de tent. Te laat. De deur van de woonkamer zwaait open, Nisse stapt als
eerste naar binnen en begint keihard te lachen, mamma loopt achter hem aan,
staat plots stil en vindt er niets grappigs aan. ‘RUNE!!!!!!’
Sorry!
Het ging goed tot die haring door het parket. In de tent in de woonkamer zou een prima alternatief zijn geweest. Dan heb je toch gecampeerd, maar zonder die kou van buiten.
BeantwoordenVerwijderenFijne nieuwe week,
liefs,
Mirjam