Ben heeft een
collega, hij heeft er zelfs meerdere, maar over hen gaat dit verhaal niet.
Eigenlijk ook niet over die ene collega, maar wel over zijn lunchtrommel.
Ergens in een werkweek zaten Ben en die collega naast elkaar. Ben had een
plastic zakje met een gekleurde knijper als sluitpost. In het plastic zaten
bruine boterhammen met kaas verstopt. Hele lekkere gezonde bruine boterhammen
met kaas. De collega had een lunchtrommel. Zo’n stoere stel ik me voor. Zo’n
box die je ergens robuust ziet staan en dan weet je: hier werkt een man. Een
echte. Met dikke boterhammen en hompen vlees. Dan komt zo’n echte man de
lunchruimte in, die opeens kantine heet, of schaftkeet en dan opent hij zijn
trommel. Pakt twee sneeën brood met plakken bloedworst en eet in drie happen
het brood weg, spoelt zijn mond met zwarte koffie, zoals echte mannen drinken
en dan kan hij er weer tegenaan. Heeft u het beeld? Zo’n broodtrommel dicht ik
de collega toe.
In de trommel
zaten echter helemaal geen dikke sneeën met bloedworst. Gewone boterhammen met
kaas en ham, netjes gesneden. The touch van de vrouw. En bovenop de kaarsrecht
gesneden boterhammen lagen een paar snoephartjes. Van die gekleurde. Ben keek
stik jaloers naar die snoepjes en naar die trommel, hij keek nog eens naar zijn
eigen brood en besloot dat hij niets zou laten merken. Niet aan zijn collega en
ook niet aan mij. Maar wij zijn al eeuwen getrouwd en dus zie je dat er iets
mis is. Dat hem iets dwars zit. En vrouwen blijven net zo lang zemelen en
zeuren en zeiken en worden steeds een beetje chagrijniger tot manlief dan
eieren voor zijn geld kiest. De lunchtrommel van zijn collega. Die wilde Ben
ook wel. Niet zozeer een zelfde trommel, maar wel dat ik dan bijvoorbeeld zijn
brood ging smeren ’s morgens vroeg en er dan ook snoephartjes in zou doen. Of
een tomaatje, of een koekje of een Mars. Die eet hij anders nooit, maar dat is
ook echt mannelijk. Mars. Zeg het maar eens hardop. MARS.
Maar Ben
heeft nu eenmaal een waardeloze vrouw, dat mag ik zeggen van mezelf over
mezelf. En ik zal me daar toch knettergek zijn om ’s morgens klokslag 5 mijn warme bed te verlaten om
boterhammen te gaan smeren. Ik heb wel aangeboden om dan ’s avonds zijn brood
klaar te maken en in de koelkast te zetten met trommel en al, ik wilde er zelfs
plakjes komkommer bij doen en lieve tomaatjes. Maar dat zag hij niet zitten, vocht
van komkommer en tomaat trekken volgens hem dan gedurende de nacht in zijn
boterham met kaas. Natte boterhammen zou hij dan hebben. Geen vergelijking met
de boterhammen van zijn collega. Maar wel met trommel opperde ik nog, maar die
trommel kon hem eigenlijk niet zo veel schelen en toen wist ik waar het
eigenlijk om ging.
Niet om die
mooie gesneden boterhammen, niet om die trommel, en ook niet om de vrouw van
zijn collega die klaarblijkelijk wel uit liefde voor haar man iedere morgen in
een koude keuken boterhammen stond te smeren. Nee, het ging volgens mijn
deductie maar om 1 ding. En die kon hij krijgen. Ik ben namelijk uiteindelijk
ook de beroerdste niet.
Ben wilde een trommel vol liefde mee naar zijn werk ;)
:-)
BeantwoordenVerwijderen