Tijdens het
fietsen ontstaan vaak de meest waardevolle gesprekken tussen de kinderen en
mij. Vandaag weer een hele mooie fietstocht richting zwembad gehad. Finn 6
jaar:
‘Mam, in onze
klas staat een doos. En in die doos gaat pasta. Overmorgen doen we dat, want ik
moet eerst even een dagje nadenken over wat juf allemaal heeft gezegd.’ ‘Waarom
staat er een doos me pasta in jullie klas?’ ‘Nee! Er zit nog geen pasta in. Het
is nu gewoon een lege doos. Maar er gaat pasta in. Of iets anders. Spullen die
niet kunnen bedorven.’ ‘Zoals boeken en een voetbal?’ ‘Ook niet. Je moet het
kunnen eten en het mag niet bedorven zijn. Ze moeten het heel lang kunnen
bewaren, want ze kunnen het niet eten.” ‘Wie kunnen er dan niet eten?’
‘Nou, die
mensen die u allemaal kent.’ ‘Die ik ken? Ken ik mensen die niet kunnen eten?’’
‘Ja. U kent iedereen, dus ook mensen die arm zijn en geen eten kunnen kopen. En
voor die mensen gaan we pasta inzamelen.’ ‘Mag het ook iets anders zijn?’ ‘Ja,
maar ik lust graag pasta, dus als wij dan ook geen eten kunnen kopen, krijgen
we onze eigen pasta terug. Het gaat namelijk naar een bank.’
‘Fantastisch!
Dus alle kinderen nemen iets mee van thuis om in die kratten te doen?’ ‘Ja!
Maar dus alleen spullen die eetbaar zijn, niet kunnen bedorven en ook geen
speelgoed. Als dan de doos vol is, gaan we hem naar het podium brengen en over
een paar weken gaan we ze naar de bank brengen. En daarom mag het dus alleen
pasta zijn. Want kaas en appelen kunnen wel verrotten. Dan begint het te
stinken in de school’
‘Naar de
bank, wat goed. En weet je ook hoe die bank heet?’ ‘Ja natuurlijk weet ik dat.
Dat heeft de juf ook verteld. Alle dozen gaan naar de Rabobank! Mensen die dan
niets te eten hebben gaan dan naar die bank en dan krijgen ze gewoon al dat
eten mee. Best wel handig dus. Hoeven ze ook niet te betalen. Kunnen wij
voortaan ook wel doen dus als we geen eten hebben.’ ‘Hebben wij dan heel vaak
geen eten?’ ‘Ja! Want we hebben nooit iets lekkers in huis, en als we chips
hebben, eet u dat al op en alle lekkere dingen in de supermarkt krijg ik nooit.
Dus gaan wij ook gewoon voortaan naar die bank.’ Heel even is Finn stil
achterop de fiets. ‘Mam! Ik weet het weer! Het is niet de Rabobank, maar de
etensbank!’
Maatschappelijk
verantwoord bezig op school. Gelukkig hebben we een begeleidend schrijven
gekregen via de mail en weet ik dat ik morgen dus niet naar de Rabobank hoef te
fietsen. Wel ’s middags met de kinderen naar de supermarkt. In alle klassen
staat namelijk een krat om het eten in te verzamelen. Chips. Zou dat ook
bederven? Appelen wel. Laat ik vanavond dan maar aan de appelen gaan. Gaat de
chips morgen naar school.
Laten we deze gevulde doos maar niet naar school brengen. (huisjespark) |
Haha wat heerlijk om dat zo te beluisteren! Het zou wat zijn wanneer we er allemaal naar toe konden maar ik snap dat hij denkt dat het voor hem ook wel handig zou kunnen zijn!
BeantwoordenVerwijderenEn ja....beter de appelen.....maar de chips is zo lekker!!
groet Trijnie
Ik heb erg genoten van dit gesprek!!! :-))
BeantwoordenVerwijderenLiefs van Gon
Wat een grappig verhaal :-)
BeantwoordenVerwijderen