Oma is dood. Zomaar helemaal opeens nam oma ’s avonds de
telefoon niet op toen mamma belde. Dat deed mamma iedere avond. Omdat oma
helemaal alleen was. En omdat je dan zomaar de hele dag en de hele nacht met
een gebroken heup naast je bed kunt liggen. Dus toen mamma geen gehoor kreeg bij
oma, fietste ze even naar haar toe. Pelle mocht niet mee. Want je weet per slot
van rekening maar nooit. En oma zat hartstikke dood te zijn op de bank. Onder
een plaid. Met lauwe koffie op de tafel. Oma was nog niet zo lang dood zei de
dokter. Oma was nog warm. Ja stunt! Ze zat toch onder een deken? Hoe stom zijn
volwassenen toch altijd!
En nu is oma gecremeerd. In de oven. Ook al zo stom. Wie wil
er nu in een oven? En allemaal wildvreemde mensen komen Pelle een hand geven.
En zeggen dat ze het zo erg vinden voor Pelle. Ja, ja. Maar wel een kadetje met
kaas in je ene hand hebben en een kop koffie in de andere. Pelle heeft deze
mensen nog nooit bij oma gezien, maar nu komen ze wel haar kadetjes opeten.
Ach, misschien wel beter ook, want er staan heel veel schalen met kadetjes op
de tafels. En anders eten Pelle en zijn zusje straks de hele week kadetjes waar
al die mensen met hun handen aan hebben gezeten. Bah!
Een paar dagen later komt Pelle uit school en in de gang
staat oma’s spiegel. Die hing bij oma in de hal. Dat was altijd heel grappig,
want als je gewoon in de gang stond, kon je net je hoofd niet zien en als je
dan op de trap ging staan, zag je wel je benen, maar nog steeds niet je hoofd. Behalve
als je dan een beetje ondersteboven ging hangen. Kon je gekke gezichten
trekken. En dan moest je zo hard lachen dat je als vanzelf van de onderste
treden viel. En dan was oma weer bezorgd dat je ergens pijn had en dan mocht je
op de bank met een koekje en een pakje chocomelk. Onder een plaid. Oma.
‘Oma had op de spiegel een briefje hangen Pelle, dat de
spiegel voor jou was als er iets met haar zou gebeuren. Omdat je hem altijd zo
leuk vond’ Pelle vond de spiegel helemaal niet zo leuk, maar het spelletje van
het verdwenen hoofd was wel grappig. Een soort magie was het. Pelle knikt. ‘Zal
ik de spiegel in je kamer hangen?’ Pelle knikt weer en gaat verdrietig op de
bank zitten. Zonder chocomelk, zonder
koekje en zonder plaid. Thuis is toch anders dan bij oma.
Als Pelle ’s avonds naar bed gaat, hangt daar de spiegel. Tegenover
zijn bed. De spiegel kijkt naar Pelle. Pelle kijkt terug. Pelle ziet een boom
en felblauwe lucht met witte wolken. Pelle draait zich om en schuift de
gordijnen open. Donker. Aardedonker en op de plaats van de boom staat het huis
van de buren. Pelle schuift de gordijnen weer dicht en kijkt nog eens in de
spiegel. Hij ziet een plein met bomen aan de zijkant. Achter de bomen staan
vreemde huizen. Rijen dezelfde huizen. Op dat plein spelen kinderen. De jongens
hebben gekke broeken aan. Rare korte broeken tot boven de knieën met een
omgeslagen rand. En een soort bretels aan die broek. Maar dan hangen ze niet
half op straat, nee ze zitten vast op de borst met een knoopje. De jongens
hebben allemaal zwarte schoenen aan met korte witte sokken. Wat een vreemde
kleding zeg. Helemaal niet hip! De meisjes hebben jurkjes aan tot precies op
hun knie, met allemaal een fraaie strik in het haar.
Pelle kijkt snel over zijn schouder. Hij ziet zijn muur en
de dichte gordijnen. Hij kijkt voorzichtig
om zich heen. Zijn kamer ziet er precies
zo uit als anders. Maar die spiegel. Daar is iets mee! Pelle kijkt nog 1 keer.
En weer ziet hij de kinderen. Een groepje is aan het knikkeren, een paar
meisjes draaien een springtouw in de rondte en andere meisjes springen rond het
touw, hun strikken dansen op het hoofd. In de hoek staan 2 meisjes samen te
praten. Pelle blijft naar die 2 meisjes kijken. 1 meisje kijkt naar hem en
giechelt wat. Haar vriendinnetje draait zich langzaam om. Als haar blik de blik
van Pelle kruist, versteend hij. Die blik kent hij als geen ander! Oma! Daar
staat oma!
Dit soort verhaaltjes vertel jij toch niet aan jouw kinderen voor het slapen gaan?? Best een beetje griezelig hoor.
BeantwoordenVerwijderen