vrijdag 17 januari 2014

Vreemde vogel.

Even voor de goede orde: het gaat goed met pappa. Hij heeft zijn eigen bedrijf opgezet, hij kan zijn eigen tijd indelen en kan zelf bepalen welke klussen hij wel en welke hij niet doet. Wat echter blijft, is dat pappa nooit meer de oude pappa zal worden. Hij is onder andere sneller moe en afgeleid. Geeft niets, maar zie daar als kind maar mee om te gaan. Onze oudste kinderen hebben daar externe hulp bij gekregen, maar na een paar sessies worden ze weer op straat gezet. Voor kinderen met een zieke pappa of mamma is er geen (langdurige) hulp voorhanden in Nederland.We zetten ze met al hun vragen weer gewoon op straat. Om kinderen zoals die van ons te helpen, heb ik vanmorgen besloten dat ik bepaalde situaties ga beschrijven uit het oogpunt van het kind. Hieronder deel 1.


Sarah is een meisje. Een heel klein meisje. Sarah heeft ook een broertje en een broer. Verder leven er bij Sarah nog een pappa en een mamma. Vreemde vogels zijn ze. Leven een beetje geïsoleerd van alle andere mensen. Dat komt omdat pappa soms een beetje raar is. Pappa is namelijk ziek geweest en daardoor is pappa een beetje anders.

Pappa kan zich moeilijk concentreren. Maar soms is hij te geconcentreerd. Als pappa zich niet kan concentreren kan het gebeuren dat hij naar school gaat om zijn kinderen op te halen en dan vergeet hij er 1. Dan is mamma altijd boos, want dan moet ze zelf weer snel naar het schoolplein om het vergeten kind op te halen. Soms echter is pappa te geconcentreerd. Dan zit hij vast in zijn hoofd. Gek is dat, want Sarah ziet hem dan gewoon op de bank zitten. Maar pappa ziet dan niets. Je kunt het aan zijn ogen zien zegt mamma altijd, maar Sarah ziet gewoon 2 blauwe ogen. Volwassenen zijn raar!

Broer  is ook al een vreemde vogel. Hij heeft ook last van storingen. Dat klopt. Daar weet Sarah alles van. Sarah is dom volgens broer. Broer is zelf dom, want iedere keer als hij zegt dat Sarah dom is en haar mond moet houden, stuurt mamma hem naar zijn eigen kamer. Hij heeft dan straf. En hoe dom is het om telkens voor hetzelfde straf te krijgen? Gister was hij ook dom. Maar toen kreeg Sarah op haar kop van mamma. Dat mocht ze niet zeggen, maar het was wel zo.

Broer fietste ’s morgens naar school. Mamma was al lang aan het werk en dus fietste pappa mee. En dat ging eigenlijk wel goed. Tot ze op het schoolplein waren. Toen werd broer heel boos op pappa, want pappa was de fietssleutels van broer vergeten. Broer kan de sleutels niet zelf meenemen. Hij moet dan de sleutels in zijn broekzak doen, en dan raakt hij in paniek. Mamma neemt dus altijd de sleutels mee, maar ja, die was er niet. Pappa had een oplossing. Broer kreeg het slot van pappa. Maar volgens broer klopte dat niet. En dus fietste hij zo weer terug naar huis! Terwijl de bel al was gegaan. Oei-oei.

Gelukkig bracht pappa eerst mij en mijn kleine broertje naar de klas. Daarna ging hij grote broer halen. Die kwam dus veel te laat op school, en ze gaven elkaar de schuld. Pappa vond het de schuld van broer; broer vond het de schuld van pappa. En dan is het tussen de middag echt niet gezellig hoor! Gelukkig kwam mamma vroeg thuis en kon ze ons om 1 uur naar school brengen. Met de sleutel van grote broer. Grote broer die zo in de war was, dat we bijna weer te laat kwamen, want tussen de middag ging hij zijn hele ochtendritueel weer herhalen.


Zijn gezicht wassen, zijn tanden poetsen, opnieuw gel in zijn haar en deo onder zijn T-shirt. Pappa heeft dan blauwe ogen waar hij echter niets meer mee ziet volgens mamma, en mamma raakt geïrriteerd, omdat ze moe is. En omdat er nooit een einde aan komt. Dat vind Sarah nog het engste. Er komt nooit een einde aan. Maar waaraan dan? Geen idee heeft Sarah. Gelukkig komen er vanmiddag weer allemaal vriendjes spelen. Want dat is het voordeel. Dat mag altijd van mamma. Iedere dag! En dan mogen we knutselen en met de klei en koekjes bakken en piratenschepen bouwen in de tuin! Alle kindjes willen graag komen spelen. Omdat het bij ons allemaal net iets anders gaat.  1 keer hadden kleine broer en zijn vriendje zelfs een bouwkraan getimmerd van oud hout en spoelen van de naaimachine. Zo in de tuintafel getimmerd! Mamma stond even stil te kijken naar dat bouwwerk in haar witte tafel. Gelukkig moest ze toen heel erg lachen. Het gaat allemaal net een beetje anders bij ons.


woensdag 15 januari 2014

De spionnen bende.

We hebben een vriendje te spelen. Eigenlijk willen ze buiten spelen, maar het blijft maar regenen. Regen en kou. De jongens blijven binnen. Ze mogen eerst een kwartier lego spelen op een spelletjes apparaat. Daarna gaat die knop onverbiddelijk om. Ga maar met de lego of de playmobile, of verzin maar iets anders. Dat doen ze. Met verve.

Plotseling zwiept de deur open. Ik draai me om, maar zie helemaal niets. Niemand ook. Maar de deur staat opeens wagenwijd open. Laag bij de grond beweegt iets. Mijn blik dwaalt naar beneden en daar zie ik 1 van de jongens in een tijgerhouding over de grond glijden. In zijn ene hand een pijltjes pistool, zonder pijltjes, in zijn andere een walkietalkie. Mijn kamer wordt verkend en gelijk geveegd. Gelukkig voor de jongens heb ik net gezogen, dus is de vloer vrij van chocolade muisjes en stofnesten. Niet dat het de jongens iets zou kunnen schelen. Als de spion gevonden is, wisselt de beurt.

1 van de jongens verstopt zich in het toilet. En vind het eigenlijk wel een beetje eng zo in het donker. Maar het is niet echt als het licht aangaat. En dus verbijt het mannetje de spanning. Na een paar minuten kan hij de spanning echt niet meer aan en klopt van binnen op de deur. Spion 1 vraagt of daar iemand is. Nee, hier is niemand roept angstige spion van achter de dichte deur. Spion 1 kijkt mij triomfantelijk aan, geeft een knipoog en zoekt verder. Achter de deur horen we een spion overduidelijk een zucht van verlichting geven. Zijn schuilplaats is nog niet ontdekt.

Terwijl ik achter de pc zit, duikt er vanuit het niets opeens een jongen op mijn voeten. In die veel te kleine ruimte wacht hij op wat komen gaat. Mijn koude voeten worden langzaam opgewarmd, terwijl tegelijk de kramp in mijn kuiten schiet. Dan komen er opeens 2 superspionnen de kamer in. Gordijnen worden opengeschoven, banken verplaatst, kasten geopend, maar geen spoor van de spion die ondertussen doodstil onder bureau wacht op wat komen gaat. Ja!! Brullen de spionnen en beginnen virtueel met hun pijlen richting verstopte spion te schieten. Spion die nu opeens als een rat in de val zit.

He, hé, niet mijn zoon neerschieten, spionnen mannen. We schieten ook niet op uw zoon, we schieten op Niels! Kinderlogica. Heel logisch toch? Het spel zet zich voort. Er breekt een oorlog uit in mijn huis. Een vredelievende dat gelukkig wel. Regelmatig wordt aan mij gevraagd of ik weet waar de ene of de andere spion is. Voeten steken overduidelijk onder de gordijnen uit, deuren gaan open en dicht, maar jongens zien niets. Gaan op in hun spel en veranderen mijn huis in een jungle met struiken, bomen, lianen, tijgers en Vikingen.


Gaat helemaal goed komen met deze generatie!
Ja, en we blijven natuurlijk wel gewoon incognito!

zaterdag 11 januari 2014

De toverspiegel.

Oma is dood. Zomaar helemaal opeens nam oma ’s avonds de telefoon niet op toen mamma belde. Dat deed mamma iedere avond. Omdat oma helemaal alleen was. En omdat je dan zomaar de hele dag en de hele nacht met een gebroken heup naast je bed kunt liggen. Dus toen mamma geen gehoor kreeg bij oma, fietste ze even naar haar toe. Pelle mocht niet mee. Want je weet per slot van rekening maar nooit. En oma zat hartstikke dood te zijn op de bank. Onder een plaid. Met lauwe koffie op de tafel. Oma was nog niet zo lang dood zei de dokter. Oma was nog warm. Ja stunt! Ze zat toch onder een deken? Hoe stom zijn volwassenen toch altijd!

En nu is oma gecremeerd. In de oven. Ook al zo stom. Wie wil er nu in een oven? En allemaal wildvreemde mensen komen Pelle een hand geven. En zeggen dat ze het zo erg vinden voor Pelle. Ja, ja. Maar wel een kadetje met kaas in je ene hand hebben en een kop koffie in de andere. Pelle heeft deze mensen nog nooit bij oma gezien, maar nu komen ze wel haar kadetjes opeten. Ach, misschien wel beter ook, want er staan heel veel schalen met kadetjes op de tafels. En anders eten Pelle en zijn zusje straks de hele week kadetjes waar al die mensen met hun handen aan hebben gezeten. Bah!

Een paar dagen later komt Pelle uit school en in de gang staat oma’s spiegel. Die hing bij oma in de hal. Dat was altijd heel grappig, want als je gewoon in de gang stond, kon je net je hoofd niet zien en als je dan op de trap ging staan, zag je wel je benen, maar nog steeds niet je hoofd. Behalve als je dan een beetje ondersteboven ging hangen. Kon je gekke gezichten trekken. En dan moest je zo hard lachen dat je als vanzelf van de onderste treden viel. En dan was oma weer bezorgd dat je ergens pijn had en dan mocht je op de bank met een koekje en een pakje chocomelk. Onder een plaid. Oma.

‘Oma had op de spiegel een briefje hangen Pelle, dat de spiegel voor jou was als er iets met haar zou gebeuren. Omdat je hem altijd zo leuk vond’ Pelle vond de spiegel helemaal niet zo leuk, maar het spelletje van het verdwenen hoofd was wel grappig. Een soort magie was het. Pelle knikt. ‘Zal ik de spiegel in je kamer hangen?’ Pelle knikt weer en gaat verdrietig op de bank zitten.  Zonder chocomelk, zonder koekje en zonder plaid. Thuis is toch anders dan bij oma.

Als Pelle ’s avonds naar bed gaat, hangt daar de spiegel. Tegenover zijn bed. De spiegel kijkt naar Pelle. Pelle kijkt terug. Pelle ziet een boom en felblauwe lucht met witte wolken. Pelle draait zich om en schuift de gordijnen open. Donker. Aardedonker en op de plaats van de boom staat het huis van de buren. Pelle schuift de gordijnen weer dicht en kijkt nog eens in de spiegel. Hij ziet een plein met bomen aan de zijkant. Achter de bomen staan vreemde huizen. Rijen dezelfde huizen. Op dat plein spelen kinderen. De jongens hebben gekke broeken aan. Rare korte broeken tot boven de knieën met een omgeslagen rand. En een soort bretels aan die broek. Maar dan hangen ze niet half op straat, nee ze zitten vast op de borst met een knoopje. De jongens hebben allemaal zwarte schoenen aan met korte witte sokken. Wat een vreemde kleding zeg. Helemaal niet hip! De meisjes hebben jurkjes aan tot precies op hun knie, met allemaal een fraaie strik in het haar.


Pelle kijkt snel over zijn schouder. Hij ziet zijn muur en de dichte gordijnen.  Hij kijkt voorzichtig om zich heen. Zijn  kamer ziet er precies zo uit als anders. Maar die spiegel. Daar is iets mee! Pelle kijkt nog 1 keer. En weer ziet hij de kinderen. Een groepje is aan het knikkeren, een paar meisjes draaien een springtouw in de rondte en andere meisjes springen rond het touw, hun strikken dansen op het hoofd. In de hoek staan 2 meisjes samen te praten. Pelle blijft naar die 2 meisjes kijken. 1 meisje kijkt naar hem en giechelt wat. Haar vriendinnetje draait zich langzaam om. Als haar blik de blik van Pelle kruist, versteend hij. Die blik kent hij als geen ander! Oma! Daar staat oma! 


donderdag 9 januari 2014

Geen zee te hoog, geen storm te sterk voor een ruwe zeebonk.

De kinderen komen uit school en gaan uitwaaien in de tuin. Tussen de buien door. Het is midden in de winter, maar het lijkt wel herfst. Bah! Zegt mamma. Gaaf! vinden de kinderen. Ze slepen de stoelen uit de berging naar het terras. Naast elkaar worden ze neergezet als in de bioscoop. Naast elkaar zitten ze. Te kijken naar niets denkt mamma, maar de kinderen kijken  naar de striemende regen, naar de laatste bladeren die de strijd opgeven. Dwarrelen naar beneden om in de border voor een vieze drab te zorgen. Kijken naar vogel die de pindakaas pot plundert.

Na een tijdje gaan ze een piratenschip bouwen. Van de schommel en de glijbaan. De schommel en de rekstok worden op de hoogste stand gezet. Met ware doodsverachting wordt er geklommen. Uit de stuurhut naar schommel, van schommel naar rekstok. En daaronder ligt een kolkende zee. Een woeste kolkende zee. Een woeste kolkende zee met haaien. Met hongerige haaien. Plons doet Sophie. Hap doet de haai. Plons doet vriendinnetje van Sophie. Hap doet de haai weer. Hongerige haai is opeens een stuk minder hongerig. Vriendinnetje en Sophie gaan binnen schuilen. Opwarmen bij de kachel en vanachter het raam kijken we met warme chocomelk naar jongste telg.

Jongste staat achter stuurwiel en stuurt zijn boot door de hoge woeste golven. Regen slaat tegen de ramen van de kajuit. Gehinderd door de invallende duisternis probeert jongste zijn bestemming te bereiken. De kust. De veilige kust. Hij vaart richting vuurtoren. Af en toe ziet hij een licht door de wolken breken. Ondertussen is de winterstorm op zijn hevigst. De kajuit vult zich met een krakend geluid. Een krakend geluid dat steeds harder wordt. Ongerust tuurt onze jonge zeeheld naar buiten en dan opeens breekt met een klap de mast af. Lappen zeil hangen als spookachtige verschijningen over de reling. Half in het water. Hap doet de haai.

Jongste moet proberen om de mast te redden. Proberen om zeilen op het dek te trekken. Hij klimt uit zijn kajuit. In 1 klap is hij doorweekt, maar een echte zeebonk geeft niet op. Hij klimt op het dak van de stuurhut en probeert een touw van de schommel te pakken. Dat gaat goed. Hij klimt er op en vanaf daar moet hij richting rekstok om bij de afgeknapte mast te komen. En daar gaat het mis. Nog 1 windvlaag geselt onze jonge held en hij verliest zijn evenwicht.


Mamma! Roept hij. Mamma! Help! Mamma die al die tijd heeft staan kijken van achter het raam,  schrikt wakker uit haar overpeinzingen. Rent naar buiten, door de regen en zet onze zeebonk weer met beide benen op de grond. Supermamma! Want een ruwe zeebonk heeft natuurlijk wel een supermamma! En gelukkig voor mamma had de haai inmiddels buikpijn na het eten van twee kleine meisjes en een heel groot zeil.


dinsdag 7 januari 2014

De overgang.

Soms vinden mensen dat ik onderwerpen aansnijd op het wereldwijde internet die privé zijn. Dat klopt. Maar als ik daar mee zit, of juist niet mee zit eigenlijk, want ik schaam me nergens voor, dan schrijf ik daar over. En dan is het aan u; de lezer om verder te lezen of niet. Niets menselijks is mij vreemd.
Vandaar dat ik ook rustig ga schrijven over de overgang. Surfend over dat wereldwijde vrije internet, kwam ik een lijst tegen met punten waar je last van kunt hebben tijdens die overgang. Ik ga ze niet allemaal bespreken, want zelfs voor mij zijn er onderwerpen die toch echt privé blijven.
1. Opvliegers. Nou, die lijkt me vrij duidelijk. Dat is dat je telkens met rode konen en klotsende oksels je werkzaamheden aan het doen bent. Op de meest onverwachte en onhandige momenten komen ze bovendrijven. Vooral als je net met iemand staat te praten die eigenlijk best leuk is.  Wasmachine draait overuren. Dit heeft overigens ook een voordeel: je hebt altijd zo’n gezonde Hollandse blos op je wangen.
2. Gewichtstoename. O! Als ik nu ’s morgens naar de weegschaal kijk zeg ik gewoon: dat komt door de overgang en eet een boterham extra. Dat mag, want die extra kilo’s schrijf ik dan gewoon toe aan een verandering in mijn lichaam.
3. Onregelmatige menstruatie. Vrij onhandig is dit. Kon je vroeger op de dag nauwkeurig je dagen plannen, nu moet je bijkans een extra tas meenemen als je de deur uitgaat. Want je weet maar nooit wat er gebeurt als je ergens op de koffie bent.
4. Verlies libido. Ach, wat je bent verloren kun je ook weer terugvinden.
5. Vaginale droogheid. Deze moest ik eerst verder googlen. Dit is dus een echte privé aangelegenheid. Ik ga het niet over mijn vrouwelijke organen hebben.
6. Stemmingswisselingen. Ja, en daar heb ik dan zelf dus echt geen last van. Of zullen ze de stemmingswisselingen bedoelen van mijn gezinsleden? Want die hebben pas last van stemmingswisselingen.
7. Vermoeidheid. En ik weiger om ’s middags naar bed te gaan. Ben wel oud, maar niet bejaard. Niets heerlijker om zo rond 20.00 naar bed te gaan met een goed boek en een glas wijn en dan stapt er vanzelf gezellig nog een kind bij je in bed ook. Lekker samen de dag doornemen. Maar niet als ze last hebben van stemmingswisselingen hoor. Dan hou ik het bij mijn glas wijn.
8. Haaruitval. Dat heeft de kapper gewoon gedaan. Met de schaar.
9. Slaapstoornissen. Ja, heel vervelend. Midden in de nacht wakker worden en dan niet meer kunnen slapen. Of om 20.00 dus al slapen, om 22.00 wakker worden en dan ieder uur de klok zien verspringen. Om rond 5 uur weer in slaap te vallen en dan om 6 uur naar je werk moeten. Maar nog weiger ik ’s middags te gaan slapen.
10. Moeilijk concentreren. Alleen bij de huishoudelijke taken. Dan vergeet ik na 1 raam waar ik ook alweer mee bezig was en ga rustig een kop koffie drinken. Kan ook te maken hebben met mijn ontbrekende huishoudelijke kwaliteiten.
11. Geheugenverlies. Dat kan ik me dus niet herinneren!
12. Duizeligheid. Heel erg vervelend! Sta je met iemand te praten, of probeer je een gesprek te volgen, moet je je opeens vastgrijpen aan een stoelleuning of bureau, anders lig je languit op de grond. Staat een beetje raar vind u ook niet? Of op je hurken zitten om veters te strikken bij een kind, en dan te snel omhoog komen.
13. Veranderende stembanden. Geen idee! Zomer banden en een winterbanden set? Of klink ik straks als de grote boze wolf?
14. Incontinentie. Tot nu toe niet, maar wat niet is kan komen vrees ik. Tas om bij mensen op bezoek te kunnen gaan, wordt voller en voller. Vroeger had je dat ook ,maar dan kon je de baby tenminste nog de schuld geven. Zullen ze ook luiertassen hebben voor de 35+ huisvrouw?
15. Opgeblazen gevoel. ?????? Een opgeblazen gevoel? Wat moet ik daar nu weer van denken?
16. Allergieën. We houden het netjes. Ik noem geen namen.
O, en ik kan niet tegen sinasappelsap en ook al niet tegen pesto. Van die laatste krijg ik rode vlekken. Maar die noem ik nu gewoon een opvlieger.
17. Broze nagels. Boze nagels dacht ik in eerste instantie, maar er staat broos. Nu zie ik op mijn netvlies een heel oud dametje die achter haar rollator aanschuifelt op weg naar de plaatselijke bakker en die dan met bibberende vingers haar munten op de toonbank legt. Een statige broze dame.
Nu we het over die handen hebben, waarom worden handen naarmate ze ouder zijn steeds maar dunner terwijl de rest van het lichaam langzaam maar zeker steeds iets dikker wordt?
18. Verandering lichaamsgeur. Dat hoop ik toch echt niet. Ik ga netjes iedere dag in de douche. Maar ik ben vrij actief, dus het kan voorkomen dat u en ik elkaar net treffen als ik bezweet na arbeid dus echt niet lekker meer ruik. Gebruik tegenwoordig overigens wel deodorant. Maar dan heb ik daar meteen nog een voetnoot bij: sommige bussen deo stinken uit zichzelf! Hoef ik verder niets meer voor te doen.
19. Onregelmatige hartslag. Overdag iets sneller dan ’s nachts. Behalve dan gedurende de nachtelijke  uren dat ik door mijn huis dwaal.
20. Depressie. Ja, tegenwoordig vraag ik me wel eens af wie er bij ons in huis nou eigenlijk depressief is. Vooral als ik ’s morgens fris en fruitig op de weegschaal ga staan en dat die dan zegt: Error!  Maar geef toe, daar zou u ook niet vrolijk van worden.
21. Angst. Voor honden. Al bijna 38 jaar.
22. Prikkelbaarheid. Als in kort lontje? Dat dan zeker. Kan niet zoveel hebben.
23. Paniekstoornis. Wow! Dat is een heftige! Nog geen last van, en als nummer 23 aanbelt, doe ik de deur niet open!
24. Pijn in de borst. Ja, op de momenten dat er spontaan een kind op je schoot springt terwijl je net rustig in de krant verzonken zit. Elleboog in je ribbenkast, achterhoofd tegen jukbeen. Pijn in borst en op jukbeen derhalve.
25. Hoofdpijn. Zie 24. En als ik met mijn 1.87 weer eens tegen een laaghangend reclame bord loop, openstaande keukenkastdeurtjes, of een laagvarende lamp tegenkom.
26. Pijnlijke gewrichten. Nooit geweten hoe moeilijk het is om potjes te openen. Tegenwoordig komen er bij ons dus alleen nog maar de groeten van H.ak in huis. Fantastisch om auto’s mee te knutselen ook. En nu kun je bij een pot augurken nog wel aan iemand vragen of ze je kunnen helpen met het openmaken. Heeft u wel eens een tampon open proberen te maken met zere gewrichten? Dat gaat dus niet!! Zit je te stunten met een toiletpapiertje of een zakdoek om zo’n stom plasticje met draairand open te krijgen. Gaat u om hulp  aan uw collega vragen?
27. Brandende tong. Alleen als ik te veel pepers in het eten heb gestopt.
28. Elektrische schokken. ???? Als ze bedoelen dat je je elektrische botje achter je elleboog stoot; ja, een paar keer per jaar. Verder hou ik dit soort zaken dus liever geheim. ;)
29. Klachten spijsvertering. Ik heb ze nog nooit horen klagen, maar dat kan nog komen.
30. Klachten tandvlees. Ook nog nooit een klacht van gehoord.
31. Spierspanning. Kramp in mijn tenen. Als ik net in een relax stand zit. Verder als ik een pot augurken zonder de groeten van Hak deksel open probeer te krijgen. Behoorlijke spierspanning. Of wanneer ik weer eens uit stilstand achter een kind aan moet sprinten omdat ze het loerende gevaar in de wereld nog niet zien. Kan ik ook behoorlijke spierspanning door krijgen.
32. Droge huid. Ja, in mijn nek! Ik krijg zo langzamerhand een huid die er uit ziet als de Nevada woestijn. Sjaals zijn in de mode toch?
33. Misselijkheid. Bij verkeerd bereid eten. Verder als ik vergeet te eten. Word ik echt heel beroerd van.
34. Nachtelijk zweten. Ja! Gaf ik eerst het dubbele dekbed de schuld, tegenwoordig weet ik dus beter. 1 voordeel: ik stap iedere avond in een fris gewassen opgemaakt bed. En mijn wasmachine draait gewoon nog een extra overuur.


Goed, de overgang. Helemaal zo gek nog niet. We moeten het maar zo zien: we maken het mee, dus leven we nog! En nu ga ik me inschrijven voor een breicursus, want als je in de overgang zit, komen er vast snel kleinkinderen. Sokjes moeten er komen! En mutsen. Ga toch zeker niet achter die geraniums zitten!

En ook een vervallen huis kan zo mooi zijn!

maandag 6 januari 2014

Een goede start.

6 januari 2014.

Een nieuwe start van een jaar. Eigenlijk natuurlijk op 1 januari, maar voor ons is het belangrijker om te zien hoe de kinderen naar school gaan. Goed. Ze gaan tegenwoordig heel goed naar school. Waren er gister nog 3 die acute maagproblemen hadden, hoofdpijn en toch minstens een gebroken been zodat ze toch echt nog een dag thuis moesten doorbrengen, vanmorgen vroeg alleen jongste telg of hij vandaag een dagje vrij kon opnemen. Nee, was mijn antwoord en hij trok zijn kleren aan, ging ontbijten en tandenpoetsen en zonder enig probleem naar school.

Dit keer was het zelfs zo, dat ik nog druk bezig was om de fietsen op slot te zetten, super chagrijnig, en de kinderen waren al in de klas. Jongste zat heerlijk een boekje te lezen, middelste ook, en toen ik het waagde om 5 minuten voor het begin van de les nog even een kus te brengen kreeg ik naar mijn hoofd dat de klas al begonnen was en dat ik dus weg moest.

Oudste zoon liep nog een extra rondje door de school. Onder het mom van: heeft u mijn Nieuwjaarsduik diploma? Maar eigenlijk loopt hij na een vakantie tegenwoordig altijd even een rondje door de school. Kijken of er geen wijzigingen zijn in lokalen, in leerkrachten en of de deuren nog steeds op dezelfde plek zitten. Sfeer proeven en dan gewoon zonder morren de klas in. Ik word nog eens een supermoeder! Zo’n moeder die om 10 voor half 9 bij de eerste bel met kinderen naar binnen gaat, en om 5 voor half 9, weer naar huis fietst.

Vandaag gingen de kinderen dus heel goed, nu was de voorbereiding er ook naar geweest, gymtassen stonden klaar, drinkbekers ook, kleding lag keurig over de rand van de bedden en de schoenen stonden naast elkaar in de gang. Jassen er boven. Vanmorgen hadden we alleen onze eigen Ben Timofeeff en volgens Ben Timofeeff bleef het vanmorgen droog. Dat zei zijn app op de telefoon. Droog. Zoals in: geen regen. Fietsen werden buiten gezet en we gingen op weg. Ik met een lekkere crème op mijn gezicht, een geurtje in mijn nek, vers gewassen en gestreken kleding aan (je weet nooit wie je tegenkomt om een goed nieuw jaar te wensen) en verder ging ik als mezelf. Ik kwam ook redelijk als mezelf op school. Verzopen. Die app, die had verkondigd dat het droog zou blijven, zat er naast! Het regende. Dus waren we aan het einde van de straat al nat, liep het water in straaltjes mijn haar uit, zodat mijn pruik in slierten langs mijn hoofd hing en werd mijn crème een dikke plakkerige substantie die op mijn huid kwam te liggen.

De personen die ik een gelukkig nieuw jaar heb gewenst, plakten dus zo ongeveer aan mij vast. Siamese tweeling. Dat idee.  Dus vandaar dat ik chagrijnig en totaal overbodig bij de fietsen stond. De kinderen zaten gewoon al in de klas en vonden mijn aanwezigheid niet nodig.  Een hele goede start van het nieuwe jaar derhalve en nu denkt u dat ik mopper, dat doe ik natuurlijk ook, want wat is er mis met je neus gewoon naar buiten steken om het weer te beoordelen? En dan te merken dat je echt veel beter met de auto naar school kunt gaan.


Eigenlijk vind ik dit een waanzinnige start van het nieuwe jaar. Geen huilende kinderen die thuis willen blijven, die schreeuwend aan je benen hangen, je trui zover naar beneden trekken, zodat de halve school getuige is van je beha, die zo aan het trappen zijn dat andere ouders die te dicht langs lopen een kinderschoen in buik krijgen, en er voor zorgen dat ik als een oververhitte tomaat aan het strijden ben. Ik zat vanmorgen gewoon heerlijk uitgerust aan de koffie. En dan ben ik gewoon intens gelukkig!!