Rune en Julia
hebben langs de golfbaan golfballetjes gevonden. Wel 50 verschillende. Mamma is
daar ooit mee begonnen. Golfballetjes zoeken langs golfbanen. En als je er
eenmaal een paar hebt gevonden, wil je iedere keer weer zoeken. Lang niet
altijd kan dat. Je mag bijvoorbeeld nooit op de baan komen, alleen maar aan de
randen lopen. En in Nederland kan zelfs dat helemaal niet, want daar mag je niet
eens bij de banen in de buurt komen.
Julia en Rune nemen de ballen mee op de trampoline. Ze leggen de ballen in het midden van de
mat en dan beginnen ze te springen. De balletjes stuiteren alle kanten op. Als Julia
en Rune rechtop blijven staan gaat dat goed, maar als ze vallen of gewoon even
op de mat willen zitten, gaat het mis. Dan stuitert zo’n bal tegen je hoofd
aan. En dat doet best zeer.
Terwijl ze
allebei met een bult op hun hoofd op de mat zitten, zien ze opeens iets
interessants. Aan de onderkant van de regenpijp ligt een verlengstuk. Een stuk
goot, zodat het regenwater een stuk verder van het huis de grond in zakt. Aan de bovenkant van de regenpijp zit een
zelfde goot. ‘Als we nu eens een balletje in die goot gooien, dan rolt hij zo
via de regenpijp en de halve pijp het gras in. Dan kunnen we echt golfen!’Julia
en Rune springen van de trampoline op de grond en gaan onder het huis staan. 1
voor 1 gooien ze een balletje omhoog in de hoop dat die in de goot terecht
komt.
Dat gaat een hele
tijd goed. Ze gooien de balletjes omhoog en soms rolt er een balletje roets
naar beneden door de regenpijp. Vlak voor hun voeten komt hij tot stilstand om
vervolgens met een zwieper weer de lucht in te gaan. Na 10 minuten zijn de
balletjes op. Ze liggen allemaal in de regengoot. ‘En nu?’ ‘Nu ga ik naar boven
om met een stok de ballen door het gat te duwen. Wacht even.’ Julia rent naar
boven en doet de deur naar het balkon open. Daar mag ze eigenlijk niet komen,
want mamma is bang dat ze dan naar beneden valt. Maar ik ben geen baby meer denkt
Julia en daarnaast let mamma toch niet op. Die zit weer eens te lezen. Met een
stok duwt ze de ballen richting het gat in de goot. Roets, roets, roets, roets,
allemaal gaan ze naar beneden. Rune danst beneden van plezier. ‘Kom je naar
beneden? Dan doen we nog een ronde!’ Julia rent de trap weer af en pakt net als
Rune een bal. ‘Bij 3 gooien we allebei tegelijk een bal omhoog. Oké? 1-2-3!’
RINKEL! Met
een oorverdovende klap slaat 1 van de ballen een enorm gat in de ruit. Ze zien
oma met grote ogen van schrik om zich heen kijken en ze zien hoe mamma uit de
woonkamer komt en boos is op oma. “Wat doet u nu?’ Horen ze mamma tegen oma
roepen. Oma kan alleen maar naar het gat in het raam wijzen. Mamma kijkt waar
oma met open mond naar wijst en ziet dan een groot rond gat in de antieke ruit
zitten. Daarachter ziet ze twee huilende kinderen.
‘Wat hebben
jullie in hemelsnaam gedaan? Ik schrok me een apehoedje!’ Mamma kijkt naar alle
golfballen en dan weer naar het raam. ‘Zijn jullie gek geworden? Gaan jullie nu
gewoon golfballen door mijn ramen gooien? Naar binnen jullie!’ ‘We gingen geen
ballen door het raam gooien,’ snikt Julia ‘we gooiden de balletjes in de
dakgoot en dan rolden ze via de regenpijp naar beneden en kwamen ze voor onze
voeten terecht.’ ‘En ik denk dat de bal van Julia door het raam ging hoor mam.’
Snikt Rune nog veel harder.’ Echt niet. Ik zag mijn balletje omhoog vliegen. Ik
denk dat het de bal van Rune was hoor mam.’ Mamma kijkt naar twee snikkende
kinderen, naar een berg glas, naar een groot gapend gat in het raam en naar oma
die nog steeds met open mond en verschrikte ogen naar buiten staat te wijzen.
Dan begint ze te lachen. Het beeld van oma is ook wel heel erg raar. ‘Kom
jongens, dan tapen we het raam af en dan zetten we er in de zomer wel een nieuw
raam in. Er zal eens een doodnormale saaie dag mogelijk zijn met jullie.’ Zegt
mamma met boze stem, maar Rune en Julia zien allebei dat mamma pretlichtijes in
haar ogen heeft. Mamma wil helemaal geen doodnormale saaie kinderen en ook geen
doodnormale saaie dag.