donderdag 21 april 2016

Plassen in een afwasteil.


We gaan in de vakantie een week kamperen. Omdat dat kan. En omdat mamma opeens door het inleveren van 1 werkdag een hele week vrij had. Heeft iets te maken met Bevrijdingsdag en Koningsdag en te veel uren en allemaal moeilijke termen waar mamma waarschijnlijk ook niets van begrijpt, maar het klinkt altijd heel geleerd. Leeftijdkorting krijgt ze. Komt door haar grijze haren. En vakantie uren over overuren. En vroeg beginnen is ook weer: extra vakantie uren. Mamma begint soms al om 5 uur. Dan liggen wij nog lekker warm in bed. En nu kunnen we dus een week op vakantie. Vanuit ons warme bed zo een ijzig koude tent in. Want we gaan in een tent. Alle huisjes waren al verhuurd en mamma stond op haar strepen. We hebben een tent en dus slapen we in de tent!

Dus staan er twee minitentjes in de woonkamer, want we moeten wel even checken of ze niet lek zijn. Dat het in de woonkamer niet regent, dat vergeet ze voor het gemak. Komt ook door die grijze haren. Mamma wordt oud. De luchtbedden werden allemaal opgepompt en het enige waar we achter kwamen was dat de pomp stuk was. Dus heeft mamma nu toegegeven en een elektrische pomp gekocht. Maar wel een die ook op 12 volt kan, want als we in de zomer naar de Zweedse bossen gaan, hangen daar natuurlijk geen stopcontacten in de bomen. Kunnen we de luchtbedden oppompen met 12 volt uit de auto.

Er is een nieuwe skottelbraai, want oma gaat mee. Wat die skottelbraai daar te maken mee heeft? Wij doen alles gewoon op een klein 1 pittertje, maar oma eet anders. Oma eet ouderwets. Dus nu kunnen we koken op de skottelbraai en op ons 1 pittertje. En omdat oma diabetes heeft en een plek wil hebben voor haar diabetes spullen, hebben we een afsluitbaar kastje gekocht. Kan oma haar spuiten en eten er in bewaren en weet iedereen waar het ligt als er iets niet goed gaat met oma. Iedereen? Ja, we gaan met ongeveer 40 mensen van de familie. We hebben bijna alle plekken op een veld geboekt. Bijna alle plekken, want op sommige plaatsen komen andere mensen. Wildvreemde mensen. Wij hebben nu al medelijden met ze. Komen ze tussen 40 van onze familieleden in te staan.

We zijn heel gezellig hoor, maar misschien soms wel iets te gezellig. Ga er maar aan staan, of tussen dus. U komt gezellig met uw twee kinderen op ons veld staan. Leuk denkt u dan, er staan nog meer kinderen. Maar dan blijken die kinderen allemaal bij elkaar te horen en bij die kinderen horen vaders en moeders, ooms en tantes, opa’s en oma’s. En daar staat u dan met uw twee kinderen. Ze mogen gezellig meespelen hoor. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd zegt mamma altijd. Daarom krioelt het bij ons thuis ook altijd van de kinderen.
We hebben een nieuwe afwasbak en borstel gekocht, een nieuwe wasmand  en nieuwe knijpers. Mamma zingt al de hele dag oude scouting liedjes die werkelijk nergens op slaan, ik bedoel: is er nog soep, soep voor de hele troep? En iets van zonder bril niets kunnen zien. Dat zegt ze trouwens al een paar maanden. Dat ze niet zo goed de letters in de krant kan lezen. Dat het lettertype kleiner wordt. Ja, onze mamma wordt niet alleen grijs, maar ook een beetje kippig. Of koppig.

Aan alles is gedacht denkt u nu. Dat dacht mamma ook, maar toen wij ons afvroegen waar we ’s nachts dan moeten plassen, begon ze te kletsen over naar het toiletgebouw lopen. En dat er vast wel bomen op de camping staan. Dat er echt geen beren op de Veluwe leven en al helemaal geen veelvraat. Dat we niet bang hoeven te zijn voor de waterwolf en ook niet voor de bostrol. Dat we haar gewoon wakker kunnen maken en dat we dan samen naar het toiletgebouw lopen. Nu kent u onze moeder natuurlijk niet. Onze moeder is namelijk nog nooit ’s nachts wakker geworden als wij haar riepen. Altijd was het pappa die naar ons toe kwam. En daar wringt de schoen, want pappa gaat niet mee op vakantie. Pappa blijft thuis. Dus wij vroegen iedere dag opnieuw hoe dat nu moest. En mamma was op een bepaald moment zo moe dat ze op onze vraag: ‘waar moeten we ’s nachts nu plassen?’ Riep: ‘in de afwasteil van tante B!’ Waarna wij even stil waren en het al voor ons zagen. Tante B die iedere morgen een verse plas in haar teiltje terug vond. Voor die dag vonden we het eigenlijk wel goed. Mamma had de oplossing gevonden. ’s Avonds bij het avondeten vroeg onze jongste broer aan mamma: ‘waar moet tante B haar afwas op de camping dan in doen?’ Mamma keek hem niet begrijpend aan. ‘In haar afwasteil natuurlijk!’U zult begrijpen dat wij onder tafel rolden en mamma snapte er weer niets van. Heeft ook met die grijze haren te maken. Vergeetachtigheid komt met de jaren.

Tante B: wees gerust. Als wij ’s nachts moeten plassen doen we het niet in uw afwasteil.

Gewoon in die mooie nieuwe groene van mamma.