woensdag 30 november 2011

9 jaar.

Onze waanzinnig lieve, maar ook eigenzinnige, koppige, enthousiaste, sportieve, leergierige, slimme eigenwijze, had ik al gezegd lieve, Niels is jarig. 9 jaar. En omdat hij het te druk vind in deze periode met Sinterklaas wilde hij zijn verjaardag niet vieren. Niet op school en niet thuis. Uiteraard krijgt hij wel gewoon zijn cadeau van ons, maar verder doen we het rustig aan en vieren we het feest op 11 december. Als Sinterklaas alweer in Spanje ligt te luieren.
Niels: Gefeliciteerd met je verjaardag!!
Stoere Skateboarder.

Goed zijn broertje en zusje vasthouden op de hoge brandweerauto.

Aan de top van een klif gevaarlijk doen.

Sneeuwballengevecht.

Geblinddoekt een deur in 1 keer open maken en daarmee de winnaar worden.

Vanaf zijn derde verslingerd aan skiën.

Op een prachtige begraafplaats in Zweden alles uitleggen.
Er gaan over een paar weken ongetwijfeld nog een paar foto's volgen, maar nu gaan wij alvast aan het gebak!

maandag 28 november 2011

Afzwemmen.


Sophie mag afzwemmen. Voor het feestje na afloop heeft ze de tafel mooi gedekt met servetjes en gebaksvorkjes en dito lepeltjes. Er zijn gebakjes, donuts, zelfgebakken cake en cupcakes. Sophie maakt van de mooiste cupcake een foto. ‘Dan geef ik die aan juf M’. (Zwemjuf red.) ‘Wat lief’ zeg ik en begin het cakeje in te pakken. Sophie schiet licht in de stress. ‘Wat doet u nu’? ‘Je cakeje voor de juf inpakken’. ‘Ze krijgt niet het cakeje, ze krijgt de foto’!
Aangekomen in een klein provinciebad merken we al snel dat onze dochter niet alleen gaat afzwemmen. Het is vol. Heel erg vol! Pappa gaat met dochter naar krappe kleedkamer en wij zoeken een plaatsje langs de rand van het zwembad. Wat een voordeel dat we 3 kwartier te vroeg waren. We gaan een beetje ruim zitten zodat pappa er straks ook nog bij kan. Maar toch weet een ietwat zware mevrouw zich met haar zoontje tussen ons in te proppen. Ze duwt wat met haar billen en hup aan de ene kant schiet Niels een stuk naar links, aan haar andere zijde schiet mamma een stuk naar rechts. Machtsblok is nu in tweeën gedeeld. Niels raakt in paniek. Hevig in paniek. Er zat a) een vreemde mevrouw aan hem, b) de plek waar zij nu zit met haar zoontje was net nog zijn plek, c) waar moet pappa nu straks zitten? Paniek wordt nog groter als blijkt dat bij de zware mevrouw ook nog een opa en oma horen. Weten zich er ook nog tussen te wringen. Wij zitten inmiddels bijna bij elkaar op schoot en Niels krijgt een woede uitbarsting van ongekende hoogte. Oom moet alle zeilen bijzetten om neefje tot bedaren te brengen. Lukt maar half. Als pappa komt kan hij nog net bij zoon zitten en naar de rest van familie zwaaien. De mevrouw zit als de Berlijnse muur tussen ons in.
De kinderen die af mogen zwemmen staan achter een raampje te wachten tot alle familieleden een plekje hebben bemachtigd. En dan gaat opeens de muziek aan en beginnen alle mensen te klappen. Te klappen voor zwemkampioenen. Dochter schrikt heel even, maar dan verschijnt er een grote lach op haar gezicht en huppelend loopt ze in de rij langs het bad. Ondertussen familie en wildvreemde mensen een high five gevend. Je moet je maar op je gemak voelen.  Het eerste stuk moet er met kleren aan worden gezwommen. Rechte baantjes. Maar Sophie presteert het om per baantje ongeveer 3 keer kopje onder te gaan tijdens het koppeltje duiken en 2 rondjes te draaien. Ondertussen zwaait ze vanuit het bed vriendelijk naar alle mensen die foto’s maken. Diva denkt dat alle camera’s op haar gericht zijn. Blik van zwemleraren zijn dat wel, dus Sophie wordt een paar keer tot de orde geroepen. Uitkleden doet ze uiteraard bij mamma en mamma krijgt meteen een knuffel. Een knuffel van drijfnatte dochter. Gierend van de lach gaat ze weer vooraan in de rij staan. Vrolijk kletsend met andere kindjes en zodoende heeft ze geen idee wat te doen als ze weer in het water moeten. Even afkijken bij andere kinderen en daar gaat mevrouw weer. Zwaaiend en dansend zwemt ze haar baantjes. Wederom mogen de kinderen uit het bad en weer staat Sophie vooraan. Hoewel, ze zit vooraan. Alle kinderen staan netjes in de rij, Sophie zit aan de kant. Met haar benen in het water. Grapjes makend en liedjes zingend. Zwemleraar sommeert zwemjuf om bij Sophie te blijven staan. Maar dat is nog veel beter, want dan kun je met de juf praten. Juf stikt van het lachen en zwemleraar krijgt grijze haren.  Aan het einde van het afzwemuur krijgt onze dochter uiteraard ook gewoon haar diploma. En waar andere kinderen meteen gaan douchen en zich aan gaan kleden, gaat onze Sophie nog een extra rondje rond het bad om er vervolgens ook doodleuk nog een keer in te springen. Juf heeft het warm gekregen van acties van Sophie, zwemleraar weet dat hij onze dame strenger moet aanpakken tijdens de zwemlessen voor B en mamma is trots. Vooral heel trots op haar kinderen. Op Sophie vanwege haar onbevangen vrolijkheid, op Niels omdat hij zich uiteindelijk toch staande heeft gehouden tussen enorme mensenmenigte en zware muur mevrouw. Op Finn omdat hij voor de verandering eens niet te water is gevallen. Maar redelijk rustig is blijven zitten.  Enorm trots op mijn 3 totaal verschillende kinderen die blijven staan in het leven. En dansend door het water gaan. Ehh, ik bedoel natuurlijk dansend door het leven gaan.





zaterdag 26 november 2011

Eenzaamheid.


Hoe komt het toch dat we allemaal ons eigen leven lijden, ons niet bewust van de buren, van de mensen om ons heen. Hoe is het mogelijk dat we met oogkleppen op doorracen op weg naar een betere baan, een mooiere toekomst, een grotere auto, nog een keer op wintersport en ondertussen signalen negeren van familie, vrienden, collega’s.
En dan zit je in de kerk bij een dienst, dan hoor je de priester preken over de eindigheid van je bestaan en hoe belangrijk je naasten voor je kunnen zijn. En dan beloof je jezelf om eens vaker langs je zieke moeder te gaan. Dan denk je dat het hoog tijd word om eens iets leuks met je kinderen te ondernemen. Als je telefoon gaat piepen in de overvolle kerk om je eraan te herinneren dat je verwacht wordt bij die kerk, stijgt het schaamrood je niet eens naar de kaken. Heel normaal gedrag klaarblijkelijk. Je maakt meteen van de situatie gebruik om een sms’je te sturen naar je vrienden van de golf. De overige mensen denken na over de gesproken woorden. Heb je naasten lief, geniet van het leven, sta klaar voor de minder bedeelden. Een statige song doet menigeen wenen en allen zullen de kerk uitlopen met het idee om vaker om zich heen te kijken. Daadwerkelijk te zien. Het hoeft allemaal echt niet groots of meeslepend te zijn. Een compliment, een schouderklop, een aai over iemands bol, extra boodschappen voor je bejaarde buren, even een knikje met het hoofd. We zien je. Je staat niet alleen. Helaas is men kort na de wijze woorden de voornemens alweer vergeten. De ratio van de drukke agenda’s werd kort uitgeschakeld door de emoties die bij de kerk horen. Men denkt aan eigen verdriet, aan de eigen overleden dierbaren en ziet het verdriet van de familie voor in de kerk. Het besef dat het leven te kort is om boos te blijven dringt door. Heel even of iets langer. Hopelijk iets langer.
Want er zijn heel veel verborgen verhalen om ons heen. Heel veel verborgen verdriet. Gedeelde smart is halve smart. Of: laten we proberen om het leven iets meer glans te geven. En dan niet alleen als voornemen bij een overlijden, of tijdens de kerst mis. Maar gewoon standaard. Kijk eens om je heen. Of schrijf nou bijvoorbeeld 1 dag in de week in je agenda; Luister! Luister eens naar iemand anders en plaats jezelf eens op de achtergrond. Laat de ander eens echt zijn/haar verhaal doen. Laat iemand die eenzaam is gehoord worden. Je zult zien dat er mooie verhalen los kunnen komen. Vriendschappen ontstaan. Op die manier maken we met zijn allen de wereld een beetje mooier. Mooi voornemen voor 2012?

donderdag 24 november 2011

Sinterklaas en de schoorsteen.

Op de blog van Eefie: http://eefiesday.blogspot.com een heel mooi verhaal over de Sinterklaas periode in haar klas. Op de school van mijn kinderen is alles ook al in Sinterklaas sfeer. Ontzettend feestelijk om de kinderen naar school te brengen terwijl de zwarte pieten in de gangen en in de klassen hangen. Overal staan klompjes en ingepakte cadeautjes. De boot van Sinterklaas staat op het grote podium en de befaamde Sinterklaasvlag hangt aan de mast. Klaslokalen zijn versierd en worden dat dag voor dag steeds voller met verlanglijstjes, mini-sinterklazen en pietenmutsen. En dan kijk je thuis eens om je heen en dan heb je 2 slingers en een vlag. Meer niet. Beetje karig Zwarte Piet. Met de kinderen hebben we nu een schoorsteen geknutseld. Een echte zwarte pieten oefen schoorsteen. Je kunt er in klimmen en aan de andere kant weer naar buiten. Lege dozen zijn ingepakt als zijnde echte breekbare cadeau's. (Waar vervolgens driftig mee gegooid wordt)
Zo is het de boot van Sinterklaas

Werkoverleg.

Finn pakt in.

Finn past erin.

De schoorsteen loopt.

Niels past ook nog net.
En dan mag je na het harde werken ook nog zelf je schoen zetten. Bij de schoorsteen uiteraard. En laten zwarte Piet en Sinterklaas nou wel van een grapje houden, toen de kinderen vanmorgen beneden kwamen waren de schoenen in geen velden of wegen te bekennen. Na enige tijd klom Sophie op de tafel om in de schoorsteen te kunnen kijken, en warempel. Daar stonden de schoenen. Gevuld met nieuwe Zwarte Pieten pakken en een leesboek voor Niels, want die kent het geheim. Hoewel,.... maar dat is weer een ander verhaal. Net als het verhaal van het Grote Pietenhuis. Houden jullie nog tegoed. Maar Eefie: bedankt voor je schoorsteen knutsel tip.

dinsdag 22 november 2011

Huisarts.


Onze Sophie is al een hele tijd niet lekker. Ieder dag klagen over buikpijn en onze veelvraat ging steeds minder eten. Eerst eigenlijk ongemerkt en ongezien, maar de laatste dagen eet ze een halve boterham. Per dag. Niet echt veel. Groentes gingen er niet meer in, als je geluk had een halve pannenkoek per avond. En in plaats van 4 toetjes een halfje. Of niet. Sophie werd witter en witter en mamma steeds bezorgder. Mamma is een bezorgde mamma. Enfin, daar gaan we het verder in dit verhaal niet meer over hebben. Wel over het feit dat je om 15.00 een afspraak hebt en om 16.15 naar binnen mag. Zit je anderhalf uur in een bedompte wachtruimte met 2 kinderen die vers uit school zijn geplukt. Met nog 12 wachtenden voor u. Kleine ruimte, dus het werd warmer en warmer. Aanwezige kinderen werden vervelender en vervelender. Dat zult u allen begrijpen. Goed, we zaten te wachten tussen allemaal andere vreemde mensen. De aanwezige puzzels waren al een aantal keren met goed resultaat gelegd, verschillende huizen waren er gebouwd met blokjes en toen viel het oog van Sophie op een rek met foldertjes. 
Foldertjes over algemene aandoeningen. Sophie zit in groep 3 dus mevrouw leert lezen. ‘Kaak.h.o.l.t.e.o.n.t. wat is dat?’ ‘Waar zitten je kaken? Juist in je mond. Je hebt een onderkaak en een bovenkaak.’ Ging echter over de kaakholtes, dus die zaten volgens het bijgeleverde plaatje ook onder je neus.  ‘Heb je ook tanden in je neus?’ ‘Nee, je hebt geen tanden in je neus.’ ‘Wel raar, dat je neusgaten kaakholtes heten toch mam?’ ‘Mam, wat zijn wormpjes?’ ‘Dat zijn van die witte dingetjes die in je ontlasting zitten als je na het buitenspelen je handen niet goed wast.’ ‘Oké!’ En vrolijk las Sophie de volgende kwaal op. ‘Mam, wat zijn aardbeien?’ ‘Ehh’, ik werd al iets roder, kwam vast door de hitte. En hoewel ik net als u allen donders goed wist dat er op dat foldertje geen aardbeien stond antwoordde ik als volgt: ‘Dat zijn van die vruchtjes die je in de zomer in de tuin kunt plukken’. ‘Wat raar, als die ziek zijn noemen we ze rot en dan gooien wij ze gewoon weg hé mam? Gaan we echt niet mee naar de dokter. 
Mam, wat is blaasontsteking?’ De overige patiënten werden steeds rustiger. Hadden al lang de overige titels gelezen die letterlijk en figuurlijk als het zwaard van Damocles boven mijn hoofd hingen. ‘Dat is als er een ontsteking, een ziekte zit in je blaas.’’Hihi een bloedneus, die weet ik zelf wel. Wat is een verstuikte enkel?’ Nu liep ik vorige week met krukken, dus die was ook snel uitgelegd. 
De volgende wist onze dame ook al zelf: hoofdluis en schaamluis werden met 1 foldertje uitgelegd. ‘Hoofdluis is als de luizenmoeders beestjes vinden achter mijn oren en schaamluis is dat mamma dan door school gebeld wordt. Mamma heeft dan schaamluis.’ Mensen om me heen werden ook rood. Van het lachen. Klok tikte tergend langzaam de minuten weg. ‘Urineverlies. O, dat heb ik telkens. Ik plas telkens in mijn bed ’s nachts. Is niet vervelend hoor’, kreeg een meneer naast ons te horen. ‘Want dan mag ik bij mamma in bed. Maar mamma vind het wel vervelend, want mamma blijft wassen.’ Hoorde ik mezelf via dochter zeggen. Ik probeerde de plant die naast me stond tevergeefs voor me te plaatsen. Had geen enkele zin, de mensen in de wachtkamer zaten allemaal naar ons te kijken en vol spanning te wachten tot dochter bij het bovenste rijtje kwalen aan was beland. 
‘Mens.t.r.u.a.t.i.e.pijn.  Wat is mensenpijn?’ ‘Als je nu als mamma geen kindjes krijgt, dan….’ ‘O, die weet ik ook allang. Dan gaat mamma bloeden en dan moet u zo’n raar ding in en dan krijgen we geen broertje en geen zusje en dan heeft u verdriet. En een ander woord voor verdriet is pijn.’ Ik begon me inmiddels 2 dingen af te vragen. Was dochter wel zo ziek als ik dacht dat ze was en ten tweede, waarom hebben wij een huisarts die 5 kwartier uitloopt in een overvolle wachtkamer. Als klap op de vuurpijl wilde dochter weten wat een sex.u.e.e.l.over.d.r.aa.g.b.a.r.e.aan.doen.i.n.g was. Gelukkig, gelukkig. Saved by the bell. Ik weet niet hoe rood een mens kan worden, maar ik kwam een heel eind deze dinsdagmiddag met dochter bij huisarts. (En dochter heeft opstandige darmen, ja van wie zullen ze dat nu hebben?)

maandag 21 november 2011

Onzekerheid.


Een tweetal weken geleden heb ik De grote stap gezet. Er moet hulp komen voor mijn kinderen. Maar wie is geschikt om met mijn kinderen te praten, om te kijken wat ze dwars zit, om met mijn kinderen een doorbraak te bereiken? Welke bureaus kun je vertrouwen en welke niet? Als je even googled op jeugdhulpverlening krijg je tientallen pagina’s met bedrijven en particulieren die zeggen gekwalificeerd te zijn. Jaja. Ik ken die mensen niet, ik ken de organisaties niet en ik weet al helemaal niet hoe je kunt uitvinden welke er te vertrouwen zijn en welke niet. Kijken naar de inschrijving bij de Kamer van Koophandel. Dan kun je het kaf al van het koren scheiden is het gezegde altijd, maar het is ondoenlijk om van je shortlist alle kamer van koophandel inschrijvingen op te gaan vragen. Ik bedoel maar, iedereen kan een kamer van koophandel inschrijfnummer verzinnen en bij zijn/haar logo plaatsen. Niet gezegd is dat achter dat nummer ook daadwerkelijk een professioneel kinderpsycholoog schuilgaat. Kan net zo goed Slager van Santen zijn. Par exemple. Het zal u allen niet verbazen dat het me allemaal begon te duizelen. Na het bekijken van 6 websites waar ik in eerste instantie wel positief over was, had ik een kneiterende hoofdpijn en ik was nog geen steek opgeschoten. Sommige websites stonden vol met professionele termen. En dan moet je term voor term uit gaan zoeken wat er bedoeld wordt, maar dat neemt uiteraard nog meer tijd in beslag. En die tijd heb ik ’s avonds wel, maar aan het einde van de avond was ik gewoon echt nog geen steek wijzer. Ik ben geen professional! Ik ben moeder en ondanks het feit dat ik ook gewoon gestudeerd heb, voel ik me met de dag dommer worden. Dit is echt compleet andere materie. Maar ik ga niet zomaar in zee met het eerste het beste bureau waarvan ik de website snap; waarvan ik heb gecheckt of ze zijn ingeschreven bij de KVK; heb nagekeken of er positieve verhalen over het internet circuleren en waar ik een redelijk goed geval bij heb. Mijn gevoel is namelijk met de week wisselend. Met de dag, of eigenlijk wisselt mijn gevoel met het uur. Het ene uur ben ik er echt uit. Er moet hulp komen voor mijn kinderen, het andere moment denk ik: barst allemaal maar. Ik red het echt zelf wel! Niemand mag in de buurt van mijn kinderen komen. 

En dus kan ik niet meer objectief beoordelen of iemand wel met mijn kinderen aan de slag mag. Doembeelden van vieze mensen die zich in achterkamertjes bezig gaan houden met mijn kinderen houden me ’s nachts uit mijn slaap. Laten me overdag regelmatig  in huilen uitbarsten. Ik red het allemaal alleen. Mensen hoeven me niet te helpen, mensen mogen niet alleen zijn met mijn kinderen. Ik, die niemand vertrouw en al helemaal de jeugdhulpverlening niet, drijf mijn kinderen zo de handen; de klauwen; de tentakels van enge mensen in. Raken we straks verstrikt in het net en komen we er nooit meer uit. Het is dat ik beter weet, anders zou ik nog denken dat ik nogmaals in verwachting ben. Emoties en irrationele gedachtes schieten door mijn hoofd en mijn lijf. Het ene moment ben ik heel sterk en red ik het echt alleen, het andere moment ben ik doodmoe en wil ik eigenlijk alleen maar slapen. Gewoon een nacht lekker slapen. Wil ik dat de kinderen gewoon naar school gaan zonder strijd en zonder tranen. Utopie, of gaan we dat toch redden? Van school uit is er een afspraak gemaakt met een mevrouw. Maar van welk bureau ze is, of welk gezicht er achter naam schuilgaat, ik heb allemaal geen idee. Vanmorgen haar naam opgezocht via het internet, lang leve de digitale snelweg, en heb ik in ieder geval een gezicht gevonden. Inderdaad een mevrouw. En zo te zien een aardige mevrouw. Maar hoe herken je een wolf in schaapskleren? Juist! Niet. Of meestal pas als het te laat is. Ik blijf dit proces zo ontzettend eng vinden. Gelukkig, gelukkig hoef ik het niet alleen te doen en blijft de school achter me staan, maar dan moet ik natuurlijk niet mijn hakken in het zand gaan steken. We zullen zien hoe dit proces verder gaat lopen. Maar de tassen staan klaar. Want als ik ook maar op 1 moment in de gaten krijg dat ze mijn kinderen weg willen halen, weg naar wie dan ook, weg naar mensen waarvan zelfs een directeur van de jeugdzorg afgelopen weekeinde in de krant verkondigde dat er heel veel foute mensen zitten binnen de pleegzorg, dan snapt u met zijn allen: dan ben ik heel snel weg. Met de kinderen en dan gaan we het echt gewoon wel redden. Duurt alleen iets langer. Eerst dus maar vertrouwen proberen te krijgen in de mensen om me heen. In de mensen die met mijn kinderen werken en gaan werken. Maar wat is dat moeilijk, wat is het een verschrikkelijk zwaar emotioneel proces. Niet voor de kinderen, maar voor hun moeder.
Tassen staan al klaar. Laat NIEMAND aan mijn kinderen komen!

zaterdag 19 november 2011

Intocht.

Vandaag hadden we de intocht van de sint met zijn gevolg. Nu zijn mijn kinderen niet zo van de mensenmassa's. (Hebben ze van hun moeder) We zagen het dus eigenlijk ook niet zitten om in een druk winkelcentrum te gaan staan, of om achter de stoet aan te trekken. Sta je na anderhalf uur wachten eindelijk oog in oog met De Goedheiligman, durf je niet meer en kruip je achter mamma's benen en brede rug. Moet mamma sociaal zijn met Zwarte Piet, maar mamma vind Zwarte Piet net zo eng als kinderen. Mamma wil ook wel achter iemands brede rug kruipen. Maar mamma krijgt een handje pepernoten en een vriendelijke lach van enge meneer. En op de allerergste intochtdag krijgt mamma ook nog een knipoog en een hand van Sinterklaas. Maar van welke Sinterklaas? Mamma wil geen knipoog van Zwarte Piet, ook niet van Sinterklaas. Wel van iemand anders, maar die zal zich waarschijnlijk niet zo uitdossen. Zal waarschijnlijk ook geen knipoog sturen naar mamma. Maar mamma blijft dromen van knipoog. Dit jaar maar op mijn verlanglijstje zetten. Knipoog van leuke man. Maar ja, hoe ging het ook al weer? Dromen zijn bedrog. We dwalen af. Ik ken 2 Zwarte Pieten. Bij naam. En toenaam. Ken deze Zwarte pieten al uit hun vorige leven. Het leven wat ze 6 december ook gewoon weer oppakken. En nu had mamma heel slim gefacebookt, (hoe schrijf je dat in vredesnaam?) of ze naar de winkel van pappa wilden komen. Hadden we privé bezoek van Zwarte Pieten. En dat was goed, dus toen alle kinderen vermaakt werden door Sinterklaas en Zwarte Pieten stonden mijn kinderen gewoon lekker rustig met 2 Pieten in de winkel. Geen stress, geen huilbuien, geen kinderen die achter mamma's rug weg wilden kruipen. Gewoon hartstikke leuk. Pepernoten feest tussen de koelkasten.
Zo sta je rustig op een muurtje, zo ben je omsingeld.

Invasie in pappa's winkel.

Finn durft nog steeds niet te kijken.

Ja! Sophie lacht weer. Met een mond vol pepernoten.

Niels heel dicht bij Sinterklaas.
Na afloop verzuchtte Niels dat het jammer genoeg niet de echte Sinterklaas was. Maar de pepernoten waren goed en de Pieten in de winkel heel erg lief. En hij wordt geen diepzeeduiker meer, maar klimpiet,. Gaat hij ook op de daken klimmen om pepernoten te strooien. Maar dan gaat hij eerst naar zijn broertje en zusje om ze alvast een handje strooigoed te geven. Hoeven ze met hun kinderen ook niet tussen al die mensen in te staan. Slimme Piet die Niels van ons.

vrijdag 18 november 2011

Avonturenpad deel 2.



Pfft, geen mevrouw met mooie jurk gezien. Gelukkig mogen we eindelijk uit de auto. Wat gaat mamma nou weer doen? Gaat ze nou eerst met die stomme picknickmand slepen? We willen kersen plukken, en iets drinken, dat eigenlijk ook, maar we willen niet picknicken. Zit toch iedere dag hetzelfde in, pakjes drinken, lekkere broodjes, een snoepje, doppinda’s en fruit. En een kan koffie voor mamma. Mamma drinkt de hele dag kannen koffie. Oma drinkt altijd gewoon maar 1 kopje, maar mamma drinkt 5 kannen koffie. Is heel slecht voor je gezondheid zegt oma altijd, maar mamma luistert nooit. Mamma is eigenwijs. Waanzinnig eigenwijs. Niels begint te huilen. En ik heb hem niet gepest. Echt niet, ik ben niet bij hem in de buurt geweest. Zal hij zijn gestoken door een wesp? Ik werd vorig jaar gestoken en Finn vorige week. Had hij een reuzenoor. Een reuzenflapoor. Fin heeft flaporen. Geen gezicht. Mamma gaat al kijken, ga ik ook wel kijken, kan ik meteen kersen plukken. Wat zegt Niels nou, zijn de kersen op en ingedroogd? Dat is balen! Dat komt natuurlijk omdat mamma zo nodig verkeerd moest rijden. Anders zouden we hier vast een uur eerder geweest zijn. Lekker stom weer. Ik ga ook niet picknicken op dat bankje, ik blijf hier bij dit hek staan. Er zit een draaideur in, kunnen wij wel verder lopen, maar de dieren kunnen dan niet langs het hek. Wat zullen er voor dieren staan? Ik wil wel even kijken, maar eigenlijk durf ik niet helemaal alleen, want straks is er een wolf, of een beer, of een leeuw, of een mammoet. Niels zegt dat hier mammoeten hebben gewoon, maar dat die zijn uitgestort. Geen idee wat dat betekent. Misschien wel dat ze hier achter een hek zijn gezet. Ik roep Finn, gaan we met zijn tweetjes, Dat durven we al. Niels zit bij mamma dop pindas te eten. Ik mag geen paarse handen, dan wil ik ook geen doppinda’s. Even Finn roepen.

Wat lief, Sophie en Finn gaan samen een stukje wandelen. Als ze maar niet door dat hek gaan, want daar staan wilde paarden. Maar verder kan er niets gebeuren. Laat ze maar lekker even spelen. Niet in het hoge gras jongens, daar kunnen slangen zitten. En het is 3 kwartier rijden naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Geen idee hoe lang een kind met een slangenbeet door blijft ademen. Ze gaan het pad weer op. Kan ik nog een kop koffie drinken. Wel een beetje jammer dat er maar 4 kopjes in deze kan kunnen. Volgende keer maar een grotere kan kopen. Niels roept, hij heeft mooie paddenstoelen gevonden. Even kijken, gelukkig is hij niet meer zo verdrietig over de uitgedroogde kersen. Ik was er al bang voor, het is gewoon veel te droog geweest deze zomer.

Zullen we door het hek durven? Ik zie geen mammoeten, maar wel mooie paarden. En een houten pad. Niels en mamma noemen dat een avonturenpad. Een pad waarvan je niet weet waar die naartoe gaat en waar die eindigt. Mamma neemt altijd een rugtas mee met eten en drinken en truien en een kompas, want je weet nooit in welk avontuur je beland. Ik heb echt een vreemde mamma. Mamma heeft namelijk gewoon altijd een kaart met de route. Soms een blauw route, maar soms ook de gele of de gestippelde, of een groene, maar mamma gaat altijd lopen met ons met een kaart. Ze kan volgens mij precies zien welke avonturen daar op staan. Mij houdt ze niet meer voor de gek. Ik ben al 6. Ik durf ook best met Finn naar die paarden. Mamma niet, mamma vindt paarden een beetje eng egt ze. Mamma vindt slangen ook al eng. Ik allemaal niet, en ik ben ook niet bang voor die mammoeten van Niels. Ik heb Finn. Die beschermt me wel. Die is al 4. Kom op, we gaan. De plankjes zijn wel heel smal en heel glad. Loopt best een beetje lastig. En overal liggen keutels. Dat is vies. Sta ik straks met mijn slippertjes in de viezigheid. Dan wil ik wel met een nagelborsteltje boenen. Finn loopt gelukkig voorop, maar hij loopt wel iets te snel, stampt gewoon door alle keutels heen. Bah! Stinkt straks de hele auto naar keutels. Gadver! Jammer, paarden zette het op een rennen. Vinden natuurlijk ook dat Finn stinkt met al die keutels onder zijn schoenen. We gaan terug, paarden zijn bang geworden en ik vind het eigenlijk ook wel een beetje eng zonder mamma. Ik wil eigenlijk ook pinda’s e een lekker broodje en een snoepje en drinken. Kijken of er nog iets over is.

Nee! Waar zij die kleintjes nou weer? Zullen ze toch door dat hek gegaan zijn, o mijn god, dan moet ik straks ook tussen die paarden gaan lopen. Beesten zijn manshoog. En wild, Ze zijn vooral wild. Niels, kom mee, we gaan op reddingstocht.

Kom je Finn? Gaan we terug naar mamma. Finn! Kom nou, hmm, broertje loopt gewoon door over dat pad, maar daar gaat hij straks het bos in, en we mogen nooit zomaar een onbekend bos inlopen. Zal ik nu snel mamma halen, of blijf ik bij Finn?      Ik blijf bij Finn. Mamma zal vast boos worden als ik hem alleen laat. Finn, wacht even, ik kom eraan. Zie je wel, we gaan het bos in. Een heel donker bos. Met allemaal water op de grond, gelukkig ligt er nog steeds een plankenpad. We moeten steentjes neerleggen Finn, vinden Niels en mamma ons weer terug en wij vinden dan mamma en Niels weer. Geen steentjes te bekennen. Dennenappels dan maar. We gaan dennenappels neerleggen. Wat een rotmuggen zitten hier, ik word overal gestoken. Bedankt Finn, jij wilde dit pad zo nodig lopen! O nee, ik wilde zelf naar die paardjes toe. Nou ja, we lopen nu maar door, daar zie ik de zon weer tussen de bomen door schijnen. Ik krijg wel dorst nu, en Finn blijft maar lopen. Hoor ik mamma nu?

Gelukkig er is geen paard te zien. Even goed kijken, waar zullen die 2 bandieten naar toe gegaan zijn? Daar! Niels, we volgen het rechter plankenpad, ze lopen net het bos in. Wat zeg ik toch altijd? Ze mogen niet zomaar een bos in wandelen. Rennen Niels, straks gaan ze dwalen en dan kunnen we ze niet meer vinden. Gadver overal liggen keutels. Van paarden, van herten, van wat voor dieren dan ook. Zal Sophie leuk gevonden hebben, worden haar sandalen vies. Wel super dat ze bij Finn gebleven is, want die loopt wel door. Ik had die picknickmand beter neer kunnen zetten, maar aan de andere kant zullen die kleintjes wel honger en dorst hebben. Oei, dit bos is wel donker. Waar sta ik nu op? Op een dennenappel, het ligt hier bezaaid met dennenappels. Kijk Niels, dit spoor hebben Sophie en Finn neergelegd. Kunnen we ze volgen. Zijn we de familie Jones in Zweden. Daar zijn ze. Staan blijven dame en heer! Waar zijn jullie in vredesnaam mee bezig? Je mag nooit zomaar een bos inlopen, vinden we je niet meer terug en dan moeten jullie buiten in het bos slapen tussen alle wilde dieren. Goed zo, mondhoeken beginnen te trillen. Zullen ze niet nog een keer gaan doen. Willen jullie nu iets drinken? Gaan we een mooie plek uitzoeken om te zitten.

Mamma, ik hoor mamma. Gelukkig maar want ik vind het wel een beetje eng worden dit avonturenpad. En Finn loopt maar door, is nergens bang voor, maar straks wordt het donker en dan moeten we tussen de leeuwen en de mammoeten slapen. Eten ze ons op. En dan heeft mamma nog maar 1 kindje en dan moet ze pappa bellen dat er geen kindjes meer zijn. Finn, stop eens, mamma en Niels lopen achter ons. Oei. Mamma roept heel boos dat we moeten blijven staan. Is vast heel boos. Zie je wel, mamma begint ook al over wilde dieren die ’s nachts in het bos lopen. Gelukkig, mamma en Niels zijn niet heel lang heel boos, we gaan lekker drinken met iets lekkers. Avonturenpad is halverwege. Kijk, er staat hier een bank. We hebben hier wel een prachtig uitzicht! Vind mamma gelukkig ook. Volgende keer wachten we tot mamma haar koffie op heeft en dan gaan we met zijn allen avontuur beleven. Is veel gezelliger. Vooral omdat mamma het eten en drinken altijd bij zich heeft. 




donderdag 17 november 2011

Avonturenpad deel 1.


We gaan kersen zoeken zegt mamma, maar we zijn helemaal geen kersen aan het zoeken. Het is warm en we zitten in de auto. Mamma heeft de verkeerde afslag genomen. Of eigenlijk heeft ze de afslag gemist. Ik zei dat we naar het klooster moesten rijden, maar mamma is eigenwijs. En ze zeggen dat ik op mamma lijk. Dus echt niet, ik ben niet eigenwijs. Ik heb gewoon gelijk. En ik draag rokjes en laarzen en mamma allemaal niet. Mamma draagt alleenmaar lange broeken. En stomme schoenen. En mamma wil ook nooit haar bikini aan. En nu zitten we in een warme auto, terwijl we ook gewoon hadden kunnen zwemmen. Stomme mamma!

Oei. Afslag gemist. Ik was aan het luisteren naar een discussie tussen Niels en Sophie over of het gebouw bij de skihelling nou een kasteel of een klooster was. En daardoor vergat ik de afslag naar het Klooster te nemen. En je kunt hier niet even bij de volgende rotonde omdraaien. Er zijn hier namelijk geen rotondes en ook geen vluchtstroken of parkeervakken en al helemaal geen volgende afslag. Man, wat is het warm. Ik ben benieuwd of er nog kersen zijn, ik ben bang dat ze al overrijp zijn met deze aanhoudende hitte. Gelukkig heb ik de picknickmand ook meegenomen, kunnen we altijd nog gezellig gaan picknicken. Vinden de kinderen ook prachtig. O. Kijk, eindelijk een afslag de goede kant op, nu nog even terug zien te steken richting klooster en skihelling, waar daar zijn de meeste kersenbomen.

Pfft, eindelijk gaat mamma van de weg af. Mijn broertjes zijn stik vervelend en ik heb dorst van de warmte. Gelukkig gaan we misschien toch nog kersen plukken. Zijn altijd heel lekker en dan worden mijn vingers helemaal paars. Grappig is dat, maar mamma zeurt dan dat ik voor mijn jurk moet uitkijken, want ze krijgt de vlekken er anders niet meer uit. En mijn handen moet ik dan goed wassen en boenen met een nagelborsteltje. Maar dat laatste doe ik lekker niet, want ik vind paarse handen mooi. He, krijg nou wat, mamma heeft toch de weg naar het Klooster weer gevonden, ga ik nu weer kijken of ik de vrouwen van Jezus weer zie. Die hebben ook mooie jurken aan en hele mooie kapjes op hun hoofd. Allemaal zwart. Met een beetje wit. Finn en Niels zeggen dat ze op pinguins lijken, maar ik vind ze mooi. Ik word ook een mevrouw van Jezus. Maar pappa en mamma zeggen dat dat niet gaat, want dan mag ik niet meer in bomen klimmen, en niet meer hutten bouwen in het bos en niet meer met prut spelen en ook niet meer met mijn handen in de grond graven op zoek naar een schat. En ik mag dan ook nooit meer op blote voeten door de supermarkt lopen. Pappa’s en mamma’s zijn zo saai! Ik denk dat die mevrouwen ook wel eens een hut bouwen in het bos en dat ook gewoon op hun blote voeten door de tuin dansen. Echt wel. Alleen mijn mamma danst nooit. Andere mamma’s wel. Die dragen ook allemaal een jurk, ik heb de verkeerde mamma uitgekozen.

Eindelijk, het klooster, nu even opletten, want het is hier heel smal en de vorige keer kwam er opeens een trekker uit het bos gereden met een lading boomstammen. Lag ik bijna in de greppel. Wat is Sophie opeens stil? Zal ze in slaap gevallen zijn? O nee, ze heeft haar gezichtje tegen het raam gedrukt. Ze hoopt natuurlijk een non te zien. Ik vrees dat ze allemaal met hun vespers bezig zijn. Sophie wil ook non worden, vanwege de jurken. Maar ergens denk ik dat ze niet helemaal door de ballotagecommissie komt. Mensen weten niet wat ze overkomt als onze Sophie langs komt met haar vrolijke dansjes en liedjes. Hangt ze overal slingers op en groepeert ze de kaarsen op kleur en vorm. Bouwt ze een boomhut om met de gasten eekhoorntjes te voeren. Loopt ze op blote voeten de eetzaal in omdat ze geen sandalen kon vinden die bij haar groene jurk pasten. Groene jurk, of roze of paars. Nonnen weten niet wat ze meemaken. Schieten een extra gebedje en spieden naar verborgen camera’s. Whoopi Goldberg in blanke versie. Ja, we zijn er. Eindelijk. Nu eerst een kop koffie met iets lekkers.

Wordt vervolgd...

dinsdag 15 november 2011

Verschillende manieren om een wedstrijd te winnen.


Stel: je staat op de vierde plaats van de zaalvoetbalranglijst en je moet tegen de nummer 2. Je staat met 4-3 voor en het is een hele leuke wedstrijd. Mooie combinaties, snel spel en nog mooiere doelpunten. Maar na 10 minuten verhard het spel. Van de tegenpartij. Er komt een soort tank in, en die schopt nietsontziend tegen alles wat ze ziet bewegen. Rond en wit of anders. Prachtig toneelspel laat ze zien als de ballen buiten haar bereik over de zijlijn rollen. Gaat ze op de tribune zitten en dergelijke. Na een kwartier is klaarblijkelijk de maat vol en besluit ze om de keepster uit het spel te schoppen. En laat het toeval nu willen dat ik die keepster ben. Harde doelbewuste gerichte trap tegen mijn onderbeen is het gevolg. Zij blijft liggen. Au au roept ze met een grijns op haar gezicht. Ik sta op, zet een stap en besef dat ik niet op mijn been kan staan. Wat is dit nu? Stroop mijn broek omhoog en daar gaapt een grote wond met dito ei me aan. Slagveld. Tegenstander zegt dat ik uit moest kijken… Nou vraag ik je? Haar enkel doet zeer klaagt ze. Schiet mij maar lek. Ze loopt naar de bank om daar na een paar minuten weer af te huppelen om haar toneelspel op het veld te vervolgen.  Probeert in de loop van de wedstrijd nog 2 van mijn teamgenoten geblesseerd van het veld af te schoppen, maar beweegt  voornamelijk als een tank over het veld. Zelf zit ik inmiddels met een zak ijs aan de kant, ei heeft gezelschap gekregen van nog 2 eieren. En ik heb pijn. Heel veel pijn. Begin van de pijn en de adrenaline, en het totale onbegrip te rillen. Dit is niet goed, helemaal niet goed. Been staat raar onder mijn lijf. Er wordt (voor mij) besloten om de huisartsenpost te bellen. Daar horen ze het relaas aan en ik moet meteen naar de Eerste Hulp post. Welnee, zeg ik, gewoon lekker naar huis en naar bed.  Maar ja, ik moet wel toegeven dat ik pijn heb. En dat ik niet op mijn been kan staan. Tenen tintelen en knie doet zeer. Eerste Hulp van het ziekenhuis dus. Of ik me kan legitimeren. Nou nee, ik sta niet met een handtasje onder de lat. Ook niet met een portefeuille trouwens. Geen rijbewijs bij me, geen paspoort, geen ziekenhuispas en geen verzekeringspapieren. We mogen toch naar binnen. Foto’s gaan ze maken. Ik die nooit op een foto wil, word gefotografeerd. Niets aan te doen. Geen breuk, wel zwaar gekneusd.  3 dagen totale rust en plat op de bank met paracetamolletjes. Jaja, we zullen zien. We zullen zeker zien. De pijn is af en toe niet te harden, ik kan de trap wel op, maar niet af, kan de pedalen in mijn auto niet bedienen, kan niet fietsen, maar ik heb wel 3 schoolgaande leerplichtige kinderen. En de wasmachine op de tweede verdieping en een stofzuiger die echt niet automatisch gaat. Ik heb echter vooral pijn en dus doe ik na iedere klus een powernap. Op de bank. Of eigenlijk lees ik dan de krant. Maar dat klinkt weer niet. Koffie drinken en de krant lezen. Ben verzuchtte vanmorgen: “Ik ben dan weliswaar de oudste van ons twee, maar jij draagt een steunkous”. Neem ik hem niet kwalijk hoor, met dit soort grappen kan hij niet omgaan, stond namelijk niet van te voren in zijn agenda. Vrouw op krukken. Of kruk als vrouw. Maar goed, de titel van dit verhaal: je kunt op verschillende manieren winnen. De tegenstander heeft dan de punten wel binnen gehaald, maar qua sportief gedrag zijn wij de winnaars en ook mentaal zijn wij als overwinnaars uit de bus gerold. Dames van OZV: Hulde! En de volgende wedstrijden gaan we voor de grand-slam: dan stappen we als mentale, morele, sportieve en punten winnaars van het veld af. Ik weet alleen niet of ik er de volgende wedstrijd alweer bij ben.

zondag 13 november 2011

Droogtrommel.


Voor de grote vakantie was mijn droogtrommel stuk. Geen probleem zou u denken, aangezien mijn echtgenoot in de witgoed zit. Nou, dat viel vies tegen. Na twee weken deed de machine het weer. Bij de schoenmaker lopen de kinderen ook altijd op versleten zool luidt geloof ik het gezegde. Afijn, in de week dat ik zou weg vluchten uit Nederland rook het opeens naar brand. Buiten, maar vooral binnen. Wat vreemd. Midden op de dag, nog geen kaarsjes aan, niets op het gasfornuis, maar wel een brandlucht. Duurde even voordat ik naar boven rende. 2 trappen op, en de stekker uit het stopcontact trok. De droger! Eega weer gebeld met de mededeling, of eigenlijk de opdracht dat ik een nieuwe droogtrommel wilde hebben. MOEST hebben. Kwam allemaal goed. Jaja, afgelopen week was dochter niet lekker. Paar keer gespuugd, 2 keer in haar bed geplast, heleboel wasgoed dus. (Naast 10 sportmomenten in de week met  nog meer wasgoed) Als klap op de vuurpijl bleek mijn wasdroger weer niets te doen. Ik balen, maar dacht ik, ik bel echtgenoot niet weer op. Ik zal vast iets niet goed doen. Alle kleding in het trapgat, overhemden aan hangertjes in het trapgat, handdoeken van alle sportactiviteiten over de verwarmingen en tussendoor  even proberen of de droger het weer deed. Maar helemaal niets. Toen jongste zoon tot overmaat van ramp met hondenstront laarzen door mijn huis ging wandelen en mijn gewassen was opnieuw gewassen diende te worden, knapte er bij mij iets. Heel boos belde ik man op. “Je wacht maar, ik ben met klanten bezig“. Je wacht maar?!?!?!? Spoort hij wel helemaal? Mijn huis lijkt op een moderne wasstraat, of eigenlijk helemaal niet modern, ik hoefde nog net niet mijn was op het bleekveld te leggen. En het wasbord had gelukkig plaats gemaakt voor een machine, maar verder lag en hing overal in mijn huis was. Schone was, natte was, stinkende was, hondenstront was. Dochter dacht dat ze weer koorts had. “Ik heb het zo warm mam”. Ja stunt, verwarming stond op 25 graden. Oudste zoon was zenuwachtig voor een judotoernooi en kleintjes waren de hele dag alleen maar aan het huilen, omdat mamma zo gestrest was. En Sinterklaas was aangekomen. Sinterklaas en zwarte piet. Heel spannend allemaal. Mamma gestrest, huis leek op een slagveld en kinderen huilen. En wat zegt pappa? Je wacht maar. Ik zal u vertellen; op dat soort momenten ben ik niet zo vriendelijk en vrolijk meer. Op dit soort momenten word ik behoorlijk pissig.
Kinderen meegesleept naar de judo van oudste zoon en vlak voor ik wegging heb ik een nieuwe droogtrommel besteld via de internet pagina’s van de zaak van echtgenoot. Personeel zal wel gedacht hebben… een nieuwe Miele. Met softcare technologie. En een vulopening van 7 kilogram. Alsof hardwerkende huisvrouwen hun was eerst gaan wegen. ’s Avonds kwam Ben thuis. Met nieuwe wasdroger. Geen Miele. Dat werd hem te gek. Ik heb een hele mooie voor je uitgezocht zei hij nog. Moesten we wel eerst de oude, u leest het goed, de oude, helemaal geen nieuwe, naar beneden tillen. Gewoon nog steeds dat ding wat voor de vakantie in brand stond. Levensgevaarlijk. Ik heb 3 jonge kinderen in huis. Maar goed, wasdroger naar beneden getild, 2 trappen af, en de nieuwe 2 trappen naar boven. Ging allemaal goed. Redden we best met zijn tweeën. Boven aan gekomen zette echtgenoot wasdroger neer. Bovenop mijn teen! Schoen stuk, grote teen blauw en ingedeukt. G@#*mme. Dat deed zeer. Stekkers werden aangesloten, stickers verwijderd en ik gooide snel handdoeken in de machine. Echtgenoot schoot in de stress. “Wat doe jij nou”? “Nou, mijn was drogen. Ik heb stapels was. Moet ik vanavond ook allemaal nog wegstrijken”. “Maar je weet helemaal niet hoe hij werkt en waar de filters zitten die je schoon moet maken”. Ik keek nog eens naar nieuw apparaat. “Hij is wel lelijk.”De deur ziet eruit als een raam van een ufo. Iedere keer als ik langsloop zorg ik dan ook dat ik ofwel aangekleed ben, ofwel een duster aan heb. Uit mijn ooghoeken kijk ik naar groene mannetjes die me aanstaren uit raampjes van ruimteschip. Lichtjes zijn rood, waardoor ik iedere keer het idee heb, dat deze ook stuk is. Echtgenoot is verdrietig. Ik doe het ook nooit goed hé? Komt uit een Zweedse fabriek hoor”. Ja en? Ik rij toch ook niet in een Saab? Echtgenoot wordt nog verdrietiger, want ik wil de technische specificaties ook al niet weten . Aan alle mannen van Nederland: vrouwen willen niet weten hoeveel energie er verbruikt wordt, waar hij is gebouwd, of er 6 of 7 kilo in apparaat kan, niet weten waar de filters zitten die schoongemaakt moeten worden, zoeken we wel als indicator lampje aangeeft dat de filters schoon gemaakt moeten worden. Niet eerder. Wij vrouwen willen graag wassen. En aansluitend drogen. Zodat de verwarming weer uit kan en de was weer in de kasten komt te liggen. Schoon gewassen en gestreken. Maakt ons niet uit of er een speciale lingerie droogknop op zit. Wij vrouwen gooien onze lingerie namelijk niet in de droogtrommel. Hangen we netjes aan het rekje in het trapgat. Met 3 jonge kinderen en drukke weekagenda’s hebben we trouwens ook amper sexy lingerie. Ondergoed van de Hema hebben we. Klinkt toch anders. Gooien we ook niet in de droogtrommel trouwens. Maar goed, ik ben maar naast echtgenoot gaan zitten op de bovenste traptrede. En ik heb net gedaan of ik aandachtig luisterde naar het verhaal over rode lampjes en filters die verstopt zaten. Geen idee heb ik. Echt niet. Ik heb dit keer wel het boekje bewaard. Want ik kan volgende week natuurlijk niet gaan vragen, waar de filters zitten, omdat de indicator lampjes zijn gaan branden. 

vrijdag 11 november 2011

Sint Maarten. 11-11-11

We kijken vanavond geen tv.
We lopen met onze lichtjes mee.
We vragen iets voor Sint Maarten.
We komen maar ene keer.

Lichtjes avond. Op school hebben de kinderen de meest fantastische lampions gemaakt. Gisteravond was de school in feestverlichting en mochten de ouders in 2 ploegen de creaties van hun kinderen bekijken. Buiten was het stikdonker, op het schoolplein een pad van lampjes en een vuurkorf. Een brandende. In school heel veel mensen en kinderen en lampions. Finn begreep het eigenlijk niet zo goed. Kon de vorige editie ook eigenlijk niet herinneren. Toen hij vanavond op pad ging met zijn opa en zijn Ome Melchior begreep hij dan ook totaal niet waarom de schaal met snoepjes thuis moest blijven. Finn had het idee dat hij snoepjes moest gaan uitdelen. Na het eerste huis had hij het door. Begonnen bij de buren, waar hij 2 snoepjes mocht pakken, was het hek van de dam. Bij iedere woning bouwde hij zijn eigen feestje. Dansend en zingend stond hij voor de deur. Na afloop steevast 2 snoepjes van de schalen pakken. Als oom of opa daar dan iets van zei, keken de mensen bij de deur alleen maar vertederd naar dat kleine blonde dansende en genietende mannetje. Zijn zusje bedankte iedereen vriendelijk en Niels praat niet tegen vreemden, maar begon zowaar dit jaar duidelijk verstaanbaar te zingen. Sophie was de afgelopen paar dagen ziek geweest en had het na een paar huizen wel gezien. Nog een paar buren wilde ze. Maar mevrouwtje had zo'n prachtige lampion geknutseld dat werkelijk iedereen tijdens het liedje de lampion pakte en begon te vertellen dat ze de hele avond nog niet zo'n prachtige lampion hadden gezien. Sophie zong onverstoorbaar door. Mocht ze ook 2 snoepjes pakken van de mensen. Na afloop beklaagde ze zich er wel over dat die mensen overal maar doorheen kletsten. Finn moest na 1 straat terug naar huis, want zijn kikkertas zat vol. Maar Finn ging wel weer op pad. (Krijgt van mamma in geen honderd jaar zoveel suikerwerk.) Samen met broer Niels. 2 mannetjes die bij iedere deur stonden te entertainen. Sophie lag inmiddels weer lekker op de bank. Snoepjes te eten. Om 20.00 eindelijk alle kinderen weer thuis. 3 glunderende kinderkoppies en een tafel vol met snoep.
Elf november is de dag dat mijn lampje branden mag. Geslaagde avond. En prachtig droog weer voor de verandering.
Laatste huis. Bij pappa.

Popcorn!!

De 2 broertjes.

Finn bij pappa met kikkerlampion en kikkertas.

al 3 keer gevallen. Ome Melchior tilt je naar binnen.

Sophie deelt nu het snoep maar uit. Niels mag zingen.

donderdag 10 november 2011

Sophie en haar denkwijzes.


’s Avonds in de auto:  'Mam, het is volle maan. Maar waar is de zon nu'? 'Die is gaan slapen. En dan komt hij in Australië weer op, zodat het daar nu dag is'. Sophie is boos. Heel boos om zoveel domme opmerkingen van haar moeder. 'De zon staat er nog steeds hoor! Want die schijnt nu op de maan en daardoor kunnen we die nu zien. We kunnen de maan zien omdat de zon nu schijnt, en als de zon er niet was dan zou de maan niet schijnen'. Onze Sophie is 6 jaar. 6 jaar en ze beheerst al theorieën die ik op 35 jarige leeftijd amper snap. Trots! Alhoewel; eerder op de dag ving ik een gesprek op tussen Sophie en Finn. ‘Ik stop met school’. Aldus Sophie. ‘Voor het beroep wat ik later wil worden heb ik helemaal geen school meer nodig. Ik  hoef daar helemaal niets voor te leren’. ‘O’ zegt Finn. ‘Ik word namelijk later gewoon mamma’. Licht verontwaardigd blijf ik achter de deur staan. ‘Dan ga ik ook stoppen met school’ aldus Finn. ‘Want dat hoef ik dan ook niet meer. Ik word pappa. Hoef ik ook niets te leren’. Sophie met stemverheffing: “Nee! Want als pappa moet jij de hypotheek betalen, en de schoenen voor je kinderen en zorgen voor het eten op tafel en nog veel meer. Als pappa moet je gewoon de hele dag hard werken om brood op de plank te krijgen!!” Finn begint te huilen. ‘Dan word ik ook geen pappa. En ik neem morgen mijn kussen en mijn dekbed mee, want ik ga bij de juf op school wonen’. Hij loopt huilend de gang in waar ik hem opvang. Want ik mag dan volgens dochter niets geleerd hebben, ik weet gelukkig wel wanneer ik mijn kinderen even extra moet knuffelen.

woensdag 9 november 2011

Pepernoten appeltaart.

Voor de verjaardag van Niels heb ik altijd 3 appeltaarten nodig, naast het overige gebak. Maar 3 appeltaarten bak ik niet zo maar even op een vrije middag eind november begin december. Hebben we namelijk nooit zoveel vrije tijd. En zo bakken we altijd half november appeltaarten. 5 stuks. 5? Ja, 3 gaan in de vriezer en 2 zijn zomaar voor tussendoor. Die uit de vriezer zet ik op de ochtend van de verjaardag nog even in de oven. Dan ruikt en het huis lekker naar appeltaart en het is net of we 's morgens nog hebben staan te bakken. Finn hielp vandaag mee. We hadden 1 pak appel-kruimeltaart en op de bodem gingen kapot geslagen pepernoten. Vond meneer natuurlijk al prachtig. Met de deegroller pepernoten slaan. Door het appel-rozijnen mengsel ging lekkere jam in plaats van suiker. De bodem heeft hij niet aangedrukt, maar gewoon kruimeldeeg over de bodem heen gestrooid, daaroverheen de appeltjes, de rozijnen en nog 2 handen pepernoten. Finn stond te stralen en bleef stralen. Aan het einde nog het resterende kruimeldeeg over de taart gestrooid en hup de oven in. En u snapt allemaal, dat deze taart niet ingevroren gaat worden, maar vanavond op het menu staat als toetje. Appel-kruimeltaart van Finn. Ik heb net stiekem een stukje geproefd en ik hoop dat ze de taart niet lekker vinden. Heb ik de taart morgen namelijk ook als ontbijt, als tussendoortje, als lunch, om 15.00 bij de koffie en als avondeten. Waarschijnlijk mag ik blij zijn als er morgen nog een stukje voor me bewaard is als ik uit mijn werk kom. Finn: je mag vaker bakken. Grote broer Niels heeft maandag al heerlijke hamburgers gebakken met bacon, sla, tomaten, bbq-saus, ananas, uitjes, knoflook, italiaanse geraspte kaas en dat dan op verse kadetjes. 3 hebben we er op gegeten. Nu wachten waar Sophie mee komt. Hopelijk gewoon met een maaltijdsalade, want de calorien schieten er deze week weer in. Dat zal niemand verbazen. Prettige avond allemaal en eet smakelijk! (Doen wij namelijk ook)
Trots! Mamma heeft al geproefd.

O Pepernoot! O Pepernoot!

En zo hingen ze vanmiddag nog aan de boom in de tuin.

maandag 7 november 2011

Glimlach.

Prettige vakantie! Prettige vakantie hoor ik Sophie buiten roepen. Ik pak de judo tas van oudste zoon en loop naar buiten. Ik zie Sophie dansen en zwaaien en vrolijk prettige vakantie roepen. Ik kijk de straat in. 'Gingen de buren op vakantie'? 'Nee, mam kijk! Het word winter, alle vogels vliegen weg. Die gaan naar de zon en dan komen ze volgend jaar weer terug. Ze gaan lekker op vakantie. Gezellig toch'? Heel gezellig. Ik heb even mee gezwaaid met dochter. De overburen weten al dat we vrij bijzondere mensen zijn. Kijken daar niet meer van op.

In de krant stond een artikel over de geringe hoeveelheid mannelijke leerkrachten op scholen. Aangezien ik 2 zoons heb vroeg ik aan mijn kinderen: Wie van jullie zal later wel juffrouw of meester willen worden? Oudste zoon bleef stil, dochter bleef stil, maar jongste zoon begon te stralen. 'Ik word later juffrouw'!!

In de uren dat er judo gegeven word in de sporthal, is er tegenwoordig ook gym. 'Mam,' kwam Sophie naar me toe. "Volgende week mag u ook meegymmen van die meester. Het is bejaardengym'! (Ik voel me met de dag ouder en beroerder voelen.)

vrijdag 4 november 2011

Falen of toch niet?


Wat maakt je een goede ouder? Ben je dat als je kinderen meedoen met alle rages op speelgoed- en mode gebied; als je kinderen de nieuwste versies hebben van de coolste telefoons? Word je dat als je met je kinderen aan de hoge tafel knutselt en het avondeten zittend op de bank nuttigt omdat de knutselwerkjes nog niet droog zijn en dus hopeloos in de weg liggen voor de pan met boerenkool? Is dat uit school lekker uitwaaien in het bos of op het strand. Is dat hulp zoeken als je kinderen je kinderen niet meer zijn. Het zal bij iedereen anders zijn. Een goede ouder ben je uit liefde. Uit je hart. Dat je probeert om de juiste beslissingen te nemen in het voordeel van het kind. Ook al doen die jou als mamma of als pappa waanzinnig veel pijn. Een ouder ben je als je met je kinderen op de bank naar een televisieprogramma kijkt waar jij geen barst aan vind, maar waarvan de kinderen zo genieten. En dan trek je de deken nog maar eens om jezelf en je kindjes heen, neemt een slok koffie en geniet van die stralende koppies. Met een half oog naar de tv kijkend en het andere sluitend voor de groeiende berg strijkgoed. Ben je een goede ouder als je je hart laat spreken? Als je aan je kinderen durft toe te geven dat mamma (of pappa) het soms ook gewoon niet weet.
Met je kinderen loop je een bepaalde route. Ons gezin zit in een sneltrein. We zitten met zijn allen in die trein die van station naar station raast. Af en toe komen er mensen met bagage bij en op andere stations gooien we overtollige tassen weg. Van ons af. Kunnen we dan niets mee en alle overtollige zaken snijden we los. In het echte leven heeft dat er in geresulteerd dat we bijna nergens meer komen. Ja, lekker banjeren door het bos, maar die verjaardag of dat diner bij de sportclub zit ons wel gebakken. Geen energie meer voor. Tassen blijven verlaten achter op het perron en trein rijdt weer verder. Pappa neemt soms plaats in een andere coupe. Hoort nog bij het gezin, maar af en toe ook niet. En mamma mist ook regelmatig bijna de trein. Kon nog net hard rennend over het perron in openstaande coupe deur springen. Deur dicht en trein reed weer verder. Maar mamma begon steeds meer moeite te krijgen met het laten voortrollen van de trein. Mamma was moe en verdrietig en kinderen waren moe en verdrietig en bang. Kinderen voelen de spanning en de emoties en het verdriet van pappa en mamma en kunnen er nergens mee naartoe. Want kinderen zijn loyaal naar hun ouders en zadelen ze niet met meer zorgen op. (Geleerd van dochters juf) En dan kom je opeens (of eigenlijk helemaal niet opeens, maar het besef komt in 1 keer binnen) in een vicieuze cirkel terecht. Kinderen zijn verdrietig en boos want mamma is verdrietig en mamma is verdrietig en moe, want kinderen zijn boos en verdrietig. Snapt u hem nog? Ik namelijk niet en daarom zit ik maar weer eens te schrijven. Begrijp er allemaal helemaal niets meer van.
Vanmorgen heb ik hulp gezocht. Ik heb gefaald als mamma. Waanzinnig gefaald. Ik kan mijn eigen kinderen niet meer aan. Ik kan de strijd niet meer aan, kan de aandacht niet meer verdelen tussen zieke echtgenoot en bijzondere kinderen. Ik red het niet meer. Leest u mee? Ik red het niet meer! En het aller-aller-aller-aller laatste wat ik wil is dat mijn kinderen hun jeugd verder bewandelen met een rugzak aan bagage. Emotionele bagage waar niets mee is gedaan. En ik weet dat je daar de rest van je leven hinder van zult ondervinden. Dat wil ik niet. Ik wil koste wat het kost voorkomen dat mijn kinderen met negatieve gevoelens terugkijken naar hun jeugd, terugkijken op een zwarte bladzijde. En dus heb ik een waanzinnige stap gemaakt en heb ik hulp gevraagd. Aan school. Ik ga af en toe in een aparte trein op een zijspoor rijden en zo hou ik mijn kinderen nog in de gaten, maar tegelijkertijd moet ik ze los laten. Ik bepaal echter wanneer het genoeg geweest is en wanneer ik weer in de trein van mijn kinderen plaats neem. Rijden we weer naar het bos, of naar de sluizen om verse vis te halen. Gaan we musea bezoeken en aansluitend patatjes eten op Schiphol. Landende vliegtuigen kijken. Gaan we skiën in Noorwegen en avonturenpaden ontdekken. Gaan we in ons eigen bos in Zweden op zoek naar de mammoeten. Gaan we weer oliebollen bakken in de zomer. Gewoon om te kijken of dat ook kan. Hangen we kerstballen op in september omdat dat zo vrolijk staat. We gaan er wel komen hoor. Uiteindelijk. Maar niet zonder hulp. Ik heb gefaald. Of toch niet? Ik ben er nog niet uit, maar ik weet zeker dat ik een juiste eerste stap heb gezet. Puur en alleen omdat ik zo waanzinnig veel van mijn kinderen houd!! En hopelijk lezen ze dit als ze net als hun moeder oud, grijs, moe en gerimpeld zijn. En dan denken ze terug aan die grijze bladzijde in hun jeugdboek, maar die slaan ze dan met een glimlach om richting zon. Trekken ze hun kinderen dicht naar zich toe terwijl ze kinderprogramma’s bekijken waar ze niets aan vinden en negeren ze de vuile vaat. Zuiver omdat ze hebben geleerd hoe je van mensen, van je eigen kinderen kunt houden. Het gaat echt allemaal goed komen!

woensdag 2 november 2011

Huishoudschort.


Onderstaand verhaal kreeg ik als doorstuurmail van 1 van mijn tantes. Dit verhaal circuleert over het wereldwijde web en de oorspronkelijke auteur is niet meer te achterhalen. Let op: Ik heb het eerste stuk dus niet geschreven!!
Ik geloof niet dat onze kinderen weten wat een schort is. Het voornaamste gebruik  van Oma's schort was,om haar jurk te beschermen,omdat ze er maar een paar had. Maar ook omdat het makkelijker was, om een schort te wassen in plaats van een jurk. Ze gebruikte de schort ook als pannenlap,om de pannen van de kachel of uit de oven te halen. het diende ook om de tranen en vuile neus van de kinderen af te vegen.
En als ze de eieren uit het kippenhok ging halen,was de schort ook heel handig,om de eieren te dragen. Als er visite kwam konden haar verlegen kinderen onder haar schort schuilen. En als het koud was kon ze haar armen er in draaien en op warmen. Het was ook heel geschikt om de menige zweetdruppeltjes af te vegen,als ze gebukt stond over de kachel,met koken. Hout voor de kachel werd ook in de schort binnen gebracht. Uit de tuin droeg ze van allerhande soorten groente naar binnen, en als de erwten gedopt waren gingen de schillen in de schort.
In de herfst werd de schort gebruikt om de appels op te rapen, die onder de bomen lagen. Als Oma onverwacht visite aan zag komen,je stond er van te kijken,hoeveel meubeltjes dat ouwe schortje nog kon stoffen, in een paar seconden. Als het eten klaar was,ging ze naar buiten en zwaaide met haar schort, dan wist iedereen dat het tijd was om binnen te komen.
Het zal nog lang duren,voordat iemand uitgevonden heeft,wat voor zoveel doelen gebruikt kan worden,zoals het schortje! In deze tijd, zouden wij er gek van worden,te weten hoeveel bacteriën er in dat schortje  zaten .

Toch heb ik er nooit wat aan overgehouden………….of toch ?
                                                      liefde


En daar moet ik dan iets mee doen. Onderstaande is mijn versie van bovenstaand verhaal.
Ik kreeg van mijn tante Betty een handige tip. Koop een schort. Gedaan. Heel verhaal had ze erbij. Iets over bloedende neuzen die afgeveegd konden worden alvorens de tafels ermee af te stoffen als ik visite aan zag komen. Ook kon ik het eten na het afgieten in dat schort naar de tafel brengen waar mijn kinderen zaten te wachten op het eten. En alle blaadjes in de tuin die ik had aangeveegd kon ik in dat schort vervoeren richting houtkachel. Vandaag gaan mijn kinderen naar school. Zonder bloedneus, maar met zwarte kolenstrepen op hun gezichtjes met her en der een sliert spaghetti. Achter de oortjes en in de haren plakken op de tomatensaus de blaadjes van de bomen. Is inderdaad opgeruimd in huis dankzij dat schort, maar mijn kinderen gaan incognito als combats naar school. Op het schoolplein zwaaide ik met mijn schort als afscheid naar mijn kinderen. Slierten gras en de verdwenen gehaktballetjes dwarrelden als sneeuwvlokken over het schoolplein. Erg blij keken mijn kinderen niet. Tante B: bedankt voor deze geweldige huishoudtip!