maandag 24 december 2012

Julafton. Kerstavond.


Julafton (Kerstavond)


In Zweden zijn de meeste huizen nu voorzien van uitbundige versieringen voor Kerst. Veel lampjes. Heel veel lampjes. De Kerstboom staat nu in huis, in Nederland hebben we hem meestal vlak na Sinterklaas al binnen staan, In Zweden halen ze de boom vlak voor Kerstavond, Julafton, in huis. Wij hebben ook geen lichtjes buiten hangen. Ik heb ze wel, een hele doos vol. Maar eerst was ik ziek en daarna overleed opa. Geen tijd voor, geen zin in. Volgend jaar weer. Volgend jaar versieren wij de bomen voor het huis en de bomen achter het huis. Nu branden we kaarsjes. Binnen. En in de Kerstboom hangt een flikkerende slinger met lampjes. Met knipperende lampjes. Knettergek word ik er af en toe van. In mijn ooghoeken knippert iets. Op de bank, achter de pc, aan de hoge tafel, ik zie telkens de lampjes flikkeren. In de boom hangt een streng voor buiten. Maar de kinderen hebben gezamenlijk de boom opgetuigd dit jaar. Mamma lag ziek op de bank. Ik heb de mooiste boom van allemaal. Maar wel anders dan anders. Bijzonder. Ik zou hem anders hebben opgetuigd. Andere versieringen en iets minder aan de voorkant. De boom helt vervaarlijk naar 1 kant. Geeft niets. De mooiste boom van Nederland staat bij ons. 

Hebben wij net met de kinderen genoten van de restjes van de maaltijden van de afgelopen paar dagen, eten ze in Zweden op Kerstavond uitgebreid samen met familie en/of vrienden. Onze kinderen zaten op de bank bij de lage tafel. Bord op schoot. kerstfilm kijken. Het mag allemaal deze week. Als toetje krijgen ze een Kerstijsje. Een Kerstmannenijsje die ze zelf nog mogen versieren met chocolade saus en spikkels. Niets met nette kleding aan de hoge tafel, gewoon in het dagelijkse kloffie genieten van de rust.

Onze kinderen, hoeven niet op de Kerstman te wachten, kunnen dus zelf de Kerstkoekjes opeten en ook de melk kan gewoon de koelkast weer in. De Kerstman heeft het te druk om ook nog naar Nederland te komen. Vorig jaar hadden de kinderen het opeens door: als wij nu eerst gewoon Sinterklaas in Nederland vieren en dan naar ons huisje in Zweden gaan? Komt daar de Kerstman bij ons langs. Slimme kinderen heb ik, maar helaas. Geen Kerstman voor ons. Vorig jaar niet, dit jaar niet. Volgend jaar waarschijnlijk ook niet. Maar nu Ben weer op begint te krabbelen en zich weer steeds sterker voelt, begint bij ons toch het emigratie verhaal weer te kriebelen. Dus wie weet, misschien vieren ook onze kinderen nog eens een echt Kerstfeest met de Kerstman. Maar dan wel zonder Sinterklaas. Het is de ene heilige of de andere.

Om middernacht wordt de nachtmis in de kerk bijgewoond. Zowel hier in Nederland als in Zweden. En dan na afloop thuis aan de maaltijd. Midden in de nacht aan het kerstbrood. Ook dat gaat dit jaar heel anders bij ons. Wij slapen rond middernacht vannacht. En dat Kerstbrood heb ik al opgegeten. Sorry Ben, maar ik ben al de hele week uitgehongerd. Je Kerstbrood is op, we hebben nog wel witte kadetjes. De nootjes zijn ook gehalveerd. 2 zakken zijn op onverklaarbare wijze verdwenen en nummer 3 verdwijnt nu hand voor hand in mijn mond. (Die andere 2 zakken zijn daar ook beland) 

Spelen en Skien in de sneeuw en na afloop even de sauna in. Hier ligt geen sneeuw en dat skiet erg lastig. De sauna hebben we wel, maar als 1 van de kinderen in de gaten heeft dat ik daar inzit, wordt er een babybad bijgezet, handen vol speelgoed naar binnen geworpen en wil 1 van de 3 mee douchen. Maar die stoom vinden ze eng, dus die moet uit. Mamma kan wel gewoon douchen. Komen ze er gezellig bij. Inderdaad gezellig, maar anders. Alles loopt dit jaar anders.

Maar geeft dat? Geeft het dat alles dit jaar net een beetje anders loopt? Nee, dat geeft niet. Daar worden de kinderen flexibel van. En wij als ouders ook. Wij zijn vooral moe dit jaar. De naweeën van 2 loodzware jaren kwamen er begin december uit en staan na weer heel even in de koelkast. We staan op de automatische piloot. Tot en met vrijdag. Dan doen we de gordijnen dicht, de deurbel gaat uit, telefoons en internet sluiten we af en dan duiken we een hele week onder. gewoon met zijn vijven. Gaan we ouderwetse spelletjes doen en in ons pyjama lunchen. Gewoon omdat dat kan. Gewoon omdat we dat met zijn vijven kunnen. Gewoon omdat we als gezin nog bij elkaar zijn. En dat is best iets om even bij stil te staan. Aan het einde van de dag is je gezin het ALLER belangrijkste!! Vergeet dat niet mensen.

Julafton 2012. Wij wensen jullie allemaal hele mooie feestdagen en een inspirerend, gezond en gelukkig nieuwjaar!!

Niels, Sophie, Finn, Ben en Anna Marie.
God Jul och ett God Nytt år!!!!




vrijdag 21 december 2012

Opa gaat naar Mexico City.

Mijn opa. Mijn opa is de pappa van 10 kinderen, de opa van 24 kleinkinderen en de overgrootvader van 19 achterkleinkinderen. Exclusief aanhang. Mijn opa is de Patras familias van onze Familie. Of was eigenlijk. Opa is vanmorgen overleden. De wereld is niet vergaan vandaag, maar toch wel een beetje.

Mijn opa gaat gemist worden. Zijn onnavolgbare humor; zijn tomeloze inzet voor zijn zaak, om van niets een groot succesvol bedrijf op te bouwen. Zijn belangstelling voor al zijn kinderen; kleinkinderen en achterkleinkinderen. Zijn liefde en goede zorgen voor mijn oma. Zijn liefde voor het buiten zijn. Tot vorig jaar ging opa nog kamperen. Met de caravan. Gewoon zelfstandig. (Of met een beetje hulp van de mover) Jarenlang trok hij door Europa. Een pionier was hij. Toen Nederlanders nog helemaal niet over de grens gingen, trokken opa en oma met hun gevolg naar Italië,  Frankrijk, Luxemburg. Busjes mee, auto's, tenten. Een hele schutteljacht trok erop uit. Zondagen in het Robbenoordbos. Op verjaardagen voetballen achter het huis op het grasveld. Daar waar nu een woonwijk staat lag vroeger ons voetbalveld. Ladder over de schutting en voetballen maar. Fanatiek. Zoals alle Stammen fanatiek zijn.

Sinterklaas met de hele familie en dan patat halen bij de snackbar. Voor alle mensen en dan mocht je er ook nog iets bij. Geen idee hoe opa dat kon betalen had ik als klein meisje. Ik mocht soms mee om te bestellen en dan luisterde ik vol verbazing naar hetgeen besteld werd. Nog verbaasder als we met zakken vol naar de auto liepen en vol ongeloof hoe alles schoon op ging. Want eten verspillen dat deed opa niet. Wat er over bleef dat lustte hij wel. Er zal toch brand uitbreken, dan kun je het maar beter op hebben.

Spelen in de grote tuin, verstoppertje spelen met alle neefjes en nichtjes. Met verjaardagen barbecueën in de tuin. Allemaal op kampeerstoelen en tuinstoelen. Tenten gespannen over het binnenplein. Het kon allemaal. Ik kreeg kinderen en die gingen ook mee naar opa en terwijl ze bij de ene opa  helemaal nooit iets mogen, mochten ze bij deze opa buiten soep koken, timmeren met al het hout, verstoppertje spelen, de Kerststal reorganiseren, helpen in en om het huis en gewoon met zijn gereedschap spelen. Ook mijn kinderen houden van opa. Liefde geef je door.

Tijdens de feestdagen kwam iedereen altijd langs. En dan zat opa te genieten op zijn stoel, te genieten! want hij kon alle gesprekken natuurlijk helemaal niet volgen, maar hij genoot van het samenzijn, hij genoot van allen die hij had voortgebracht. Deze feestdagen zullen we weer samen zijn als familie. Om afscheid te nemen, met een traan, maar ook met een lach. Want het was goed geweest zei opa van de week. "Er is een begin en een einde en mijn einde is gekomen". Ik hou van u opa zei ik en opa zei hij ook. Ik ga hem missen. Ik ga hem zo verschrikkelijk missen, maar hij leeft voort. In zijn nageslacht. De humor is overgedragen, zijn doorzettingsvermogen, zijn kracht en zijn koppigheid. We zijn allemaal familie.

En opa? Opa gaat nu eindelijk zijn reis maken naar Mexico City. Daar waar hij het altijd over had. Met een kampeerauto, een boot op het dak, een mud piepers die hij eerst nog even haalt rijdend over de Noord-Hollandse wegen, een zak uien en een pond paling bij de kweker vandaan. Een paar kazen voor je weet maar nooit, met een kleed op het dak naast de boot, om in vervoerd te worden als hij op reis zou overlijden. En een pan gehaktballen onder het vet. Goede reis opa. Stuurt u een kaartje?

Rust zacht opa. Rust zacht. U heeft het meer dan verdiend.

Acta est Fabula!
We branden een kaarsje in het kapelletje bij Keins.

dinsdag 11 december 2012

Het mysterie van de school en zijn apotheose.


Aangezien ik een halve week plat heb gelegen met een migraine aanval waar geen einde aan kwam, nu de ontknoping van het Sinterklaas mysterie. Sorry voor de taalfouten, maar mijn hoofd doet het nog steeds niet helemaal.


Was eerder de school op onverklaarbare wijze versierd met hartjes en I love you teksten, kwam deze week de post binnen. Met een kaart voor juf B. Van de hoofdpiet. I Love You! XXX stond er op. O jee, wat nu? Aan de ene kant was nu duidelijk wie verantwoordelijk was geweest voor alle teksten op de ramen, aan de andere kant was er een probleem bij gekomen. Juf B. Had een geheime aanbidder. Of eigenlijk helemaal niet zo geheim meer nu. De Hoofdpiet verliefd op onze juf. I Love You! Hoe moest dat nu verder?

Meegaan in zijn liefde en vertrekken naar Spanje was een optie. Warm weer, overwinteren op het strand met je gezicht onder een parasol en je voeten in het zwembad. Cocktail in je ene hand, boek in de andere. Hoofdpiet naast je op zijn ligbed. We gunnen het Juf B van harte, maar wat moeten alle kinderen op school dan? Wie regelt dan de absenties en de pakjes drinken en wie verzorgt de was en wie ruimt de sneeuw en lapt de ramen? Wie vult het closetpapier bij en wie plakt de pleisters? De kinderen wisten het even niet meer. Wat willen we dat Juf B doet? Willen we dat ze bij ons op school blijft of willen we dat ze met Sinterklaas en Zwarte Piet meegaat naar Spanje? Het was oprecht een moeilijke keus. Want welk ander kind in Nederland kan zeggen dat zijn juf met de echte hoofd Piet is getrouwd en inmiddels 5 kleine baby Pietjes heeft gekregen? Niemand toch zeker. 

De dagen werden korter en de datum van 5 december kwam met rassé schreden dichterbij. Juf B. wist het ook nog niet. Het zonnige Spanje en een nieuw avontuur, of toch in het koude Nederland blijven op een school waar ze een klein beetje haar hart aan had verpand. En de school aan haar. Een nieuw leven beginnen met een verliefde Piet, of toch gewoon vertrouwd thuis blijven. En wat is er per slot van rekening mis met vertrouwd? Maar ja, een verliefde Piet die hartjes tekent en teksten schrijft speciaal voor jou, dat is toch ook wel heel aantrekkelijk. Juf B. Wikte en woog en ze kwam er maar niet uit. En zo werd het de ochtend van 5 December. Sinterklaas kwam naar school. Met een aantal Pieten. Waaronder dus de Hoofdpiet. Juf B liep op school; was afwezig. Wel naar Spanje, niet naar Spanje. Wel naar Spanje, niet naar Spanje. Op het schoolplein keek ze om zich heen, zag alle leerlingen buiten staan. Vol verwachting klopte hun hartjes. Op dat moment nam ze haar besluit.

Sinterklaas kwam het schoolplein oprijden met een kekke rode open wagen. Achter hem kwamen 2 Pieten op een scooter. Rijdend door een juichende kinderhaag. Een kinderhaag omsloten door een haag van ouders. Die het op zijn minst net zo spannend vonden. Wat gaat Juf B. doen als ze oog in oog komt te staan met Hoofdpiet? En wat gaat de Hoofdpiet doen? Wat gaat Sinterklaas doen? Sinterklaas werd verwelkomd door de directeur, maar eigenlijk luisterde niemand. Sinterklaas nam het woord en de kinderen begonnen zachtjes heen en weer te huppen op hun benen. Sinterklaas! De echte Sinterklaas. Sinterklaas riep Juf B. naar voren en de ouders schoven mee, hielden hun adem in. Hoofdpiet nam het woord. Ging op zijn knieën voor een Juf die langzaam rood werd. Want haar besluit stond vast, en nu moest ze Zwarte Piet toch kwetsen. Ze bleef namelijk op school bij haar kinderen. Bij al haar 409 kinderen. Ze ging niet mee naar Spanje en koos voor de kou in Nederland. Een oorverdovend applaus steeg op uit de massa. De kinderen, de ouders, de leerkrachten. Allemaal stonden ze achter haar beslissing. Zwarte Piet was teleurgesteld, maar hij begreep het wel.

Ach ja, misschien mag ze wel gewoon af en toe op vakantie komen. Samen met haar man. Want Juf B. is namelijk al heel erg lang getrouwd. Toch gek dat Zwarte Piet dat niet wist. Liefde maakt blind zeggen ze. Ik zie ze wel liggen hoor. In Spanje aan het zwembad. Met hun voeten in het water. Op hun ligbed onder de parasol. Met een cocktail in hun ene hand en een boek in hun andere. En Zwarte Piet die dan zachtjes wuift met een waaier. Eind goed al goed.

Helemaal goed? Nou, misschien willen de Zwarte Pieten volgend jaar niet meer zomaar op de ramen tekenen en schrijven. Ging er namelijk verdomde lastig af. Maar gelukkig hebben we daar Geheim agent Juf B. nog voor!

vrijdag 7 december 2012

Migraine.


Het zat er al een paar weken aan te komen. Ik had al weken last van sluimerende hoofdpijn. Van die hoofdpijn dat je functioneert, maar toch net niet helemaal. Last van duizelingen en ik vergat werkelijk alles. Zelfs afspraken die gewoon in de agenda stonden. Ik had het te druk. Veel te druk, maar breng daar maar eens verandering in.

Donderdagmorgen. We halen de Sint versieringen weg uit school. En dat gaat goed. We halen de laatste boodschappen en gaan naar huis. Ik drink koffie en voel me in 1 keer hondsberoerd. Kan niet op mijn benen staan en zie niets meer met mijn linkeroog. Mijn lippen trillen en zijn gevoelloos. Nee!!! Snel pilletjes innemen. Die van Ben. Want die zijn zwaar. Genoeg voor een olifant. Speciaal voor Ben, maar ik wil ze nu! Krijg er 2. En het helpt niets. Voel me zieker en zieker worden.
Wacht tot de kinderen weer naar school gaan en duik mijn bed in. Met kleren. Met sjaal. Zak diep weg in de vergetelheid. Af en toe word ik een beetje wakker. De linkerkant van mijn gezicht doet niets meer, met rechts kan ik een beetje kijken. Het is net of er in mijn hoofd een plank zit. Ergens halverwege. En met al mijn kracht probeer ik op die plank te klimmen, maar ik zak iedere keer door een onzichtbaar luik. Net als in de Middeleeuwen. Sta je op een plankier met een touw om je nek, is er een grapjas die een luik openzet. Zo voel ik me.

Na een tijdje ben ik me bewust van een vreemde man die naast mijn bed staat. Blinde paniek maakt zich van me meester. Ik moet hem het huis uitwerken! Kan mijn armen niet eens omhoog tillen. "Wie ben jij?" Hoor ik een vreemde stem door de kamer. Mijn stem. "Ik ben je man!" Zegt de vreemde man. Zal wel. Ik heb hem nog nooit gezien. Ik zak weer weg. Even later staat diezelfde man er weer. Nu aan de andere kant van het bed. De kant waar ik niets zie, ik moet me omdraaien en een golf van misselijkheid verspreidt zich door mijn lichaam. Ik staar hem aan met rechts, terwijl mijn oog continue wegdraait. Die plank, ik moet op die plank proberen te klimmen. Een meisje staat naast de vreemde man. Begint te praten over een bloedende vinger en dat ze van de juf geen pleister mocht. "Wie ben jij?" Vraag ik verbaasd. Wat een grappig meisje. Maar meisje begint hartverscheurend te huilen. "Ik ben Sophie!!!" Vreemde man neemt haar weer mee de kamer uit. Mamma heeft hoofdpijn.

Vreemd, heel vreemd allemaal. Mijn nek gloeit, mijn hersenen spelen een spelletje met me en ik kan de spelregels niet vinden. Geen idee wie die mensen zijn. Werkelijk geen idee. Ik zak weer weg. Als ik na een hele tijd wakker word ligt er een klein jongetje in mijn bed. Zijn handje heeft mijn hand vast. Als hij merkt dat ik wakker word legt hij uit. “Ik ben Finn en ik ben 5 jaar. Ik hoor bij u. En pappa ook en Sophie en Niels. Die zijn allemaal beneden. Sophie is heel verdrietig, want u doet raar. Geeft niets. Ik ben dus Finn en u heeft hoofdpijn. Ik mocht dus niet met mijn vriendje spelen. Jammer. Ik lees u wel voor.” Grappig jongetje. Ken hem ook al niet. Maar Finn blijft naast me liggen lezen en vertellen en langzaam klim ik op de plank. Tergend langzaam. Maar het lukt. Mijn hoofd stuitert en mijn nek staat in brand. Mijn mondhoek hangt en mijn lippen trillen. Voel me slechter dan slecht. “Mooi, u bent wakker. Kunt u nu wel beneden op de bank gaan liggen. Weet u wie ik ben?” Uiteraard weet ik dat. "Jij bent Finn." Wat een rare vraag. “Mooi!” roept Finn en trekt het dekbed van me af.

Beneden treft ik Niels en Sophie die zich aan me voorstellen. Compleet met leeftijd. Volgens mij ben ik heel diep weg geweest. We nestelen ons op de bank. De kinderen en ik. Spelen een spelletje dat ik verlies, want mijn hoofd klopt nog steeds en ik kan me nergens op concentreren. Ben misselijk, maar ik vind het erg gezellig zo op de bank. Blijf dus liggen. Kinderen slepen boeken en kranten naar de bank, maar ik kan geen letter op de juiste plaats zetten. Hoe ernstig mijn hoofdpijn is geweest blijkt de volgende morgen. Ik heb een status op facebook gezet. Gister ergens. En er staat dat mijn dag naar de semi-illegale is. Naar de wat??? Geen idee. Zal wel bedoeld hebben dat mijn dag kapot was, of verloren. Of wat dan ook. Maar mijn dag was naar de semi-illegale. Nou vraag ik je! Je hoofd kan rare dingen doen. Je herkent je kinderen niet, je man niet en je schrijft hele rare dingen. Vandaag ben ik er weer een beetje. Doodmoe, hoofdpijn en misselijk, maar ik weet dondersgoed wie er hier thuis bezig zijn met de Kerstboom. Mijn gezin. Mijn geweldige gezin!!

maandag 3 december 2012

Koken.

Koken hoort bepaald niet bij mijn hobby's. Ik vind het leuk om taarten te bakken en cakes, maar avondeten bereiden is niet bepaald mijn favoriete tijdsbesteding. Waarschijnlijk omdat ik aan de ene kant altijd moe ben rond zes uur, aan de andere kant omdat het altijd zo rommelig en druk is aan tafel. 2 ass-ers aan tafel zijn bepaald niet sfeerverhogend. Tel daarbij de fases "ik lust dit niet!"van 3 kinderen op en u snapt waarom ik niet voor mijn lol in de keuken sta.

Vandaag ging het echter anders. Totaal anders. Ik ging een ovenschotel maken. En dat vind ik dus wel heel leuk. 's middags als de kinderen op school zitten ga ik alle groentes te lijf die ik in en rond mijn huis tegenkom. Pasta erbij, in een ovenschotel eventueel aangevuld met vlees, of met verschillende kaas soorten en dan de smaken een paar uur in elkaar laten trekken. kwart over 5 in de oven en op tijd eten.

Maar goed, vandaag ging het dus anders. Ik had een zak piepers gekocht. Voor het eerst in mijn huwelijk. Economische recessie. Piepers jassen. Of voor de nette Nederlanders: aardappelen schillen. Best grappig om te doen. Pan water op het vuur en de aardappelen 1 voor 1 in het water. De eerste 2 aardappelen had ik alvast in kleine plakjes gesneden voor ik ze in het vuur gooide, maar ik schoot ook 2 keer uit en had 2 sneetjes in mijn vingers. Kon dus vast niet de bedoeling zijn. Eerst maar koken en daarna snijden. Ondertussen had ik een recept van internet afgeplukt. Voor de saus heeft u nodig: room. Room?? Heb ik niet. Verder iets met melk en tomaten in blokjes uit een pak. Had ik ook niet. Wel een pak tomatensap/saus. oid. Moest met de room en de melk en peper in een mixer. Had ik ook niet. Alles bij elkaar in de pan. In die ovenschotel komt toch ook alles bij elkaar?

Dus eerst een teentje knoflook. en nog 1 en nog 1 en nog 1. Vooruit, dat laatste teentje kan ook nog wel. Complete bol knoflook. Uitje fruiten, paprika erbij. Groene voor de kleur. Courgette in plakjes snijden, pak tomatensaus erover heen. Salami voor de pizza in reepjes gesneden en er ook bij. Pak vegetarisch gehakt voor de ijzeropname en aubergine. Aubergine. Moet je die schillen of toch niet? Geen idee. Half om half geschild. En onder de grill gelegd. Had ooit eens ergens gehoord dat dat moest. Achteraf heb ik dat vast verkeerd gehoord. Verkoolden namelijk binnen 2 minuten. Hele keuken stonk. Kinderen vroegen zich inmiddels af of ze misschien niet beter bij oma konden gaan eten. Rook raar bij mamma in de keuken.

Aardappelen uit het water gehaald en in plakjes gesneden. Ging een stuk makkelijker opeens. Doe alles in laagjes in de schaal. Met de aardappelen ging dat nog wel, maar de overige ingrediënten dreven in een tomatensap/saus. Giet er overheen. Zei een stemmetje in mijn hoofd. En dat deed ik dus maar. Alles in de schaal en bestrooien met geraspte kaas. Op. Klein beetje en toen was de zak leeg. Ergens achter in de koelkast vond ik nog een zakje kaas voor over de risotto. Risotto of een aardappel oven schotel. Wie ziet het verschil? Ik dus duidelijk niet. Tijdens de zoektocht naar de geraspte kaas vond ik nog een potje jalapeno pepers. Kunnen er ook nog wel bij. Alles in de oven en ondertussen de kinderen van fruit voorzien.

Komkommers en peren wilden ze. En terwijl ik daar mee bezig was schoot mij opeens een beeld van vroeger te binnen. Iets met een potje kaas en dat ging dan over de komkommers. Ik had net zo'n zelfde potje gezien in de koelkast. Met Parmezaanse kaas. En zo kwam het dat ik kwistig kaas strooide over de gesneden komkommer partjes. Net als vroeger. Vond het wel raar smaken. Ben kwam de schaaltjes ophalen. "Wat heb jij nou over die komkommer heen gedaan?" "Kaas. Net als vroeger." Ben vond het gek en de kinderen niet lekker. Even later kwam de baas weer terug. "Er ging vroeger geen kaas over de komkommers. Dat spul uit een potje heet aromat." Van vroeger inderdaad. Geen kaas.

De ovenschotel smaakte overigens heerlijk. Hoewel Ben daar ook al anders over denkt, omdat hij bij de eerste hap een volle jalapeno peper te pakken had. Zijn mond stond in brand. Maar ja, wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (Niet helemaal eerlijk, want onze pappa Ben eet altijd alles.)

Ik ben zo benieuwd wanneer hij de hint oppikt dat we zijn gerechten veel lekkerder vinden. Morgen eten we miehoen met paksoi kool. Geen idee of dat zo hoort, maar die kool was in de aanbieding en ik vind hem er grappig uitzien.



zondag 2 december 2012

Sint drukte en een verjaardag.


Wat zijn nu de grappige momenten in deze tijden van Sint Stress? Dat je in januari al begint met het kopen van cadeaus en nu dus het drukke centrum niet meer in hoeft. Dat je broer dan een paar dagen voor Sinterklaas, op de zwarte zaterdag voor Sinterklaas opeens bedenkt dat het dochtertje van zijn beste vriend op zondag 6 wordt. En dat hij moet werken. Of jij dus even naar de stad gaat om iets leuks te kopen in de speelgoedwinkel. Leuk ja. Erg leuk.

Loop je dus tussen honderd andere mensen in die vast ook opeens een verjaardag hebben, want waarom zou je anders op 1 van de drukste dagen in het centrum rondlopen? Laveer je tussen winkelwagens vol cadeaus naar de meisjes afdeling. Kies je een roze pinypon winkelcentrum uit met extra losse poppetjes. Duw je zoonlief van 10 jaar (sinds de dag daarvoor) de enorme knalroze doos in handen en probeer je naar de kassa te komen. Knal je tegen 2 zwarte pieten op die als een duveltje uit een doosje opeens voor je neus staan. “Wat leuk! Is dat cadeau voor jou? Heb jij die voor jezelf uitgekozen?” Ik draai me om, en zie stoere skateboarder langzaam rood worden. “Nee, die is voor het dochtertje van de beste vriend van mijn oom. De broer van mijn moeder.” Het duizelt de zwarte Pieten. Zoveel informatie in 1 zin. “Wil je pepernoten voor de schrik?” Je krijgt de roze doos terug van zoon, zoon krijgt pepernoten. Omdat de Zwarte Pieten zo geschrokken waren.

Het is voor een verjaardag. Hoor je jezelf zeggen bij de kassa. Net op tijd. Sint papier was al bijna afgescheurd. Wat moet ik nou met Sint Papier? Sinterklaas koopt de cadeaus. Ik niet. U niet. Wij met zijn allen niet. Sinterklaas koopt. Wij willen gewoon papier.

Vervolgens loop je zo snel mogelijk richting uitgang. Van het centrum. Want niet alleen zoon wordt gek van alle mensen en drukte om hem heen. Zelf kun je ook niet tegen mensen die links en rechts passeren. Links lopend en rechts lopend. Chaos in gangen van winkelcentrum. Pappa daarentegen oogt ontspannen. Maakt een praatje links en rechts, gaat gewillig in de lange rijen staan gewoon voor een potje schoensmeer en kan zich afsluiten voor mensenmenigte. Stoer! En stiekem zijn we best een beetje jaloers. Zoon en ik.

Als we bijna buiten zijn, we zijn achter de zittende Sinterklaas langs gekropen. Ontstaat er consternatie in de tent. Zwarte Pieten rennen massaal achter vluchtende mevrouw aan. Mevrouw die vast niet lief geweest is, die pepernoten heeft gestolen. Die het geld van Sinterklaas heeft uitgegeven, die Zwarte Piet zijn hartjes afhandig heeft gemaakt. Stoute mevrouw. Maar nee. Niets van dit alles. Mevrouw heeft haar Kerstinkopen reeds gedaan. En met haar kar vol Kerstballen, Kerstslingers, chocolade ballen voor de boom, engelenhaar en Kerstgroen maakte ze de fout om langs Sinterklaas te lopen. Sinterklaas met zijn gevolg. En zo kwam het dat wij opgewekt naar buiten liepen. Achter de vluchtende mevrouw aan die wanhopig en met rood gezicht probeerde optocht van Pieten van zich af te schudden. Best gezellig zo’n drukke zaterdag in het winkelcentrum. Volgend jaar weer?



donderdag 29 november 2012

O Pepernoot.


Pepernoten bakken op school. Wat komt er dan als eerste in me op? Lekker geurende school. Of nee, het eerste wat eigenlijk in me opkwam was het brandalarm. Brandalarm? Ja, het brandalarm en aan koukleumende kleuterkindjes die in ondergoed buiten staan vanwege de gymles die net bezig was. De oude ovens hadden een speciale gebruiksaanwijzing en die werd nooit helemaal goed gelezen. Gevolg: aan de ene kant bleke betten pepernoten en aan de andere zijde van de bakplaat zwart geblakerde knikkers. En een brandalarm dus. Want door die zwarte kooltjes ging het alarm steevast af. Maar goed. Ik dacht dus als eerste aan dat brandalarm en de ontruimingsoefening die daarop volgde. Ten tweede aan de rillende kindjes, ten derde aan alle ziekmeldingen the day after en ten vierde aan de geur van pepernoten. Ik dacht wat af in korte tijd.

Als vijfde dacht ik aan….. de schrik sloeg me om het hart. HOE bak je pepernoten? De kinderen bakken wat af bij ons thuis, maar pepernoten bakten ze altijd met hun pappa. En ik ben niet hun pappa. Ik had dus nog nooit pepernoten gebakken. En daar zou nu verandering in komen. Iets ouder dan de gemiddelde leerling op school, maar wie merkt dat? Ik kan ook nog wel huppelen en van de glijbaan. Hoewel, dat laatste doe ik maar niet voor. Blijf ik met mijn heupen steken. File van wachtende kinderen na mij. Moet de brandweer alsnog komen. Ik kan best nog wel huppelen en kom maar op met die piepjes test. Maar nee, die stond niet op het rooster. Pepernoten stonden op het digi bord.

De leerlingen van groep 7 haalden een leerling uit groep 3. Vormden groepjes van 4 of 6 en gingen aan de slag met recept. U leest het goed. Er was gewoon een recept voorhanden. En laat ik nou ook nog eens goed kunnen lezen. Eitje zou het worden. Of pepernoten. Net hoe goed we zouden opletten. De kinderen hadden boter nodig. 60 gram boter en dat moesten ze dan uit een pakje van 250 gram halen. “Is dit nou een rekenles of gingen we iets leuks doen?” Beide, we combineren het. 3 kopjes bakmeel en 1 kopje basterdsuiker. Snufje zout, maar wat is dan een snufje zout? Is dat een eetlepel of een theelepel of een kommetje. “Een snufje is een snufje. Zo simpel is dat!” Deze leerling komt er later wel. Dan missen we nog een theelepel speculaaskruiden. Mengen met 3 eetlepels melk. Eetlepels, jongens van groep 7. Eetlepels. Geen kopjes. En ook geen 3 scheuten. Krijg je kleverig deeg en natte pepernoten. We hebben het allemaal voorbij zien komen. En dan loopt er een pappa rond die vraagt of je wel geproefd hebt van het deeg. Deeg drupt vloeibaar in onbestendige kleur op tafel. Proeven? “Nee, bedankt. Straks maar als ze klaar zijn. Misschien.” Aldus een leerling uit groep 3 kijkend naar natte bruine hoopjes voor hem op tafel.

Deeg kneden met beide handen of voor de kinderen die dat maar heel vies vonden met 2 lepels. Echt waar. Er waren kinderen die hun handen niet in het deeg durfden te zetten, die ook nog nooit gehaktballetjes hadden gekneed en die dit bruine deeg net op iets anders vonden lijken. Kneden wilden ze niet, maar toen het een mooie compacte massa deeg was, kwamen ze toch los. Draaiden pepernoten balletjes alsof ze alle dagen niets anders deden. Leermoment. Je mag best met je handen aan je eten zitten. En je mag ook best met je eten spelen, leer je het beter te waarderen. Alhoewel de meeste mamma’s het niet leuk zullen vinden als vanavond de aardappelen tot balletjes worden gekneed. Maar met pepernoten deeg mag dat. Leer je zomaar op school.

Het werd gezellig in de aula. Grote stoere groep 7 leerlingen ontfermden zich over hun schoolgenootjes uit groep 3. Zongen gezamenlijk Sinterklaas liedjes. De aardige. Niet die van groep 7. Gewoon Sinterklaas Goedheiligman. Niets met een zak en niets met een pot. Portie na portie verdwenen de ronde bolletjes in de ovens om er mooi bruin gebakken en heerlijk geurend uit te komen. O Pepernoot, o pepernoot. De school rook heerlijk. En sommige meisjes uit groep 7 hadden spontaan een zwakke blaas. Kwamen om de paar minuten polshoogte nemen. Kwamen kijken of de pepernoten klaar waren, en hoopten stiekem een beetje dat ze mochten voorproeven.

Ruim 50 leerlingen die in een ochtend zelfstandig; samen gingen bakken. Samen. Naast elkaar en met elkaar. Het was gezellig. En dat brandalarm? We hebben nieuwe ovens. Niets brandalarm, niets ontruimingsoefening en niets koukleumende kinderen op het winterse schoolplein. Gelukkig maar. Nog niet te vroeg juichen. Er zijn namelijk 2 klassen geweest. Nog 14 te gaan. O Pepernoot!


woensdag 21 november 2012

Mysterie op school.


Er gebeurt nogal eens iets op school. Zijn er geen creatieve dagen, lopen er wel muzikanten op school. Zijn er geen muzikanten hebben we wel dieren. Honden, katten, konijnen zelfs paarden waren er te bewonderen. En nu: nu hebben we een mysterie! Een heus mysterie op school. Dinsdagmorgen heel vroeg kwam onze conciërge op school. Onze geheim agent juf die bij nader inzien geen geheim agent juf bleek te zijn, maar gewoon Juf B. Onze lieve juf B. Die hart heeft voor alle kinderen. (En dat is niet onopgemerkt gebleven.)

Ze parkeerde haar auto. Daar waar ze altijd parkeert. Liep naar de poort en door de poort naar de hoofdingang. In haar ogen zag ze iets nieuws. Iets vreemds. Iets wat er eerst niet was. Maar wat? Deed een stap naar achter en keek eens naar school. Met een vernieuwde blik. Er was iets anders. Maar wat? Het was nog vroeg, dus zag ze eigenlijk nog niets. Deur open, en door de gang naar haar eigen kantoor. Ze deed de lichten aan en toen wist ze opeens wat er anders dan anders was. Hartjes. Overal stonden hartjes. Hartjes met pijltjes en hartjes zonder pijltjes. P hartje B stond er. Juf B. Liep weer naar buiten, keek nog een keer naar school. En toen zag ze het. Op alle ramen waren hartjes getekend. Hartjes met- en hartjes zonder pijltjes. “Wat krijgen we nou?” En juf B. liep weer terug naar haar kantoor. I love you stond er met grote rode letters op haar raam. “Krijg nou wat!”

Even later kwamen de leraren en die vonden het ook maar vreemd. Want wie kan er
’s nachts in school? Wie heeft er een sleutel om ’s nachts zomaar naar binnen te gaan? Niemand. Helemaal niemand. Of misschien toch. De directeur. Maar de directeur ontkende in alle talen en in alle toonaarden dat hij er iets mee te maken had. Hij was een man. En mannen tekenen geen hartjes. Zat iets in. Mannen en hartjes. Maar wie was er dan zo romantisch geweest om een school op te fleuren met hartjes in alle soorten en maten? Een mysterie was het!

Even later kwamen de kinderen binnen druppelen. En de kinderen zagen de hartjes ook. Volgden het spoor naar…. Het kantoor van juf B. De kinderen vonden het prachtig. Stonden met grote grijns en glimmende ogen te kijken naar al het moois. De sfeer was anders die morgen op school. Het gevoel was anders. Een beetje een alles is liefde gevoel. Kinderen waren enthousiast met elkaar aan het praten over de hartjes en zwarte piet. Hartjes en zwarte piet. Ook al zo’n gekke combinatie. Of toch niet. P hartje B. Zou natuurlijk zomaar kunnen staan voor: Zwarte Piet houdt van Juf B. Zou kunnen.

“Maar Zwarte Piet heeft toch helemaal geen sleutel van school?” Mompel ik hardop thuis. Het mysterie van de hartjes laat me niet meer los. “Zwarte Piet heeft toch van ieder huis een sleutel mam? Dus ook van school!” Kleuterzoon weet het wel. Heeft de hartjes nog niet gezien, maar weet dat er een zwarte Piet verliefd is. Kocht bloemen en chocolade van het geld van Sinterklaas. Zwarte Piet is verliefd op juf B. Dat kan niet anders. “Of misschien toch meester R. mam, dat moet u dan morgen maar eens vragen. Dat kan ook. Maar een R is geen P. ik denk dus dat het Zwarte Piet is. Ik ga morgen wel weer naar school.” Ondertussen stond kleuter zoon in het absentie schrift. Op dezelfde bladzijde stond een gekleurd hart. P hartje B. stond er.

Piet houdt van Juf B. Het zou zomaar kunnen. Zelfs in Spanje kennen ze onze juf B. Onze geheim agent juf. Wordt vervolgd? Wordt ongetwijfeld vervolgd. Er zal toch op een bepaald moment iemand openlijk zijn liefde verklaren? Je kunt toch niet zomaar weken stiekem verliefd zijn? We houden de situatie op school in de gaten. En als er meer nieuws is, hoort u weer van ons. Hartjes op school. Het moet niet gekker worden.


zondag 18 november 2012

Een open brief aan Sinterklaas.


Lieve Sinterklaas. Hoewel lief,.. nee ik bedoel beste Sinterklaas. U heeft de afgelopen jaren een ware gedaanteverwisseling ondergaan. En u bent nog steeds wel aardig, maar anders. Een beetje anders. Geeft niet hoor, ik ben ook een beetje anders dan pakweg 10 jaar geleden. En heel anders dan pakweg 30 jaar geleden. Toen had ik nog 2 schattige staartjes aan de zijkanten van mijn hoofd. Ik weet dat omdat ik een tijdje geleden een paar foto’s opgestuurd kreeg van mezelf als klein meisje. Ik heb er nu nog 1. Achterop mijn hoofd. Kan het ook los dragen, maar dan moet ik er ’s morgens crème insmeren en lak en daar heb ik ’s morgens geen zin in. Neem ik ook geen tijd voor. Ik ben dus ook veranderd. Van 2 staartjes en een lief meisje naar een 1 staartige ondeugende dame. Mamma van 3.

Maar nu bent u gister in Nederland gearriveerd en u heeft tegen iedereen gezegd dat ze hun schoenen mochten zetten. Hier in huize B stonden 2 pantoffels en een sportschoen voor de televisie. Met wortelen, tekeningen en niet eens verlanglijstjes. Mijn kinderen zijn tevreden en hebben geen wensen. Makkelijk voor u toch? Hoewel; ik heb mijn jongste beloofd dat ik aan u zou doorgeven dat hij graag groene krokodillenpantoffels wil hebben. Bij deze dus. Verlanglijstje. Groene krokodillenpantoffels. Ik snap ook wel dat u zuinig aan moet doen. Zeker nu u én geen pakjes boot mee heeft én uw Pieten gister uw geld hebben uitgestrooid.

Maar toch, toch zit mij 1 ding een klein beetje dwars. Gister hebben 3 kinderen wel 50 Sinterklaasliedjes gezongen. Door elkaar. Dwars door elkaar. Een typisch huize B. koor dus. En ja, ik heb ook meegezongen. Zo goed als ik kon. Tot grote ergernis van mijn kinderen, maar ik laat me mijn schoen zet moment natuurlijk niet afnemen. Zingen deed ik. Hoor wie klopt daar kinderen, het is de zak van Sinterklaas, Alle kindren hupplen, springen- uw trouwe paardje rijdt op onze daken- voorzien van Marsepein- ik ben een goede vriend- hoe huppelt het paardje- (hopelijk niet op ons dak)- gooi wat in mijn schoentje- Dank u Sinterklaasje!!! Echt alle liedjes hebben we gezongen. Heeft u dat wel vernomen? (En de Sinterklaas vlag wappert fier in top. Zodat uw knechten goed ons huis kunnen vinden)


Waarschijnlijk niet. Want vanmorgen, vanmorgen hadden we 3 blije kinderen. Springend op mijn bed. Sinterklaas had knetterchocolade gebracht. Van de smurfen mam, maar dan van Sinterklaas. Lekker, mompel ik en wat had mamma? Niets mam. U had niets roepen 3 vrolijke kinderen in koor. Niets? Hoezo niets? Klaarwakker sta ik in 1 keer naast mijn bed. Niets? Moet een vergissing zijn. Niets? Ik verdenk Ben. Chocolade en Ben. Niet zo’n goede beslissing om in bed te blijven liggen vanmorgen. Chocolade en Ben. Waar zijn mijn knetter chocolade Sinterklaas stokjes? Weg. Niet gekregen. Helemaal niets. En nu had ik weliswaar geen schoen gezet naast die van mijn kinderen, maar buiten op de tuintafel had ik toch echt een leeg aquarium staan. Konden best heel veel pepernoten in hoor, of een chocolade letter. Schuursponsjes? Veters? Iets? En nu weet ik ook wel dat ik 2 kilo gegroeid ben, is vast geen geheim voor u, want u weet altijd alles dankzij uw spionnen brigade, maar een mandarijntje dan? Een Sonja Bakker boek?

Nu had ik toch echt wel iets uit te leggen aan mijn kinderen Sinterklaas. Dat ik vast niet lief geweest was. Maar weet u wat nu het mooiste was Sinterklaas? 3 Kinderen riepen in koor dat ik de aller-aller-aller liefste mamma was! Dus ik wil even iets met u afspreken voor de komende periode. Ik laat mijn aquarium buiten staan, zing mijn liedjes, en dan doet u er gewoon telkens niets in. Helemaal niets oké? En dan krijg ik iedere keer het aller mooiste cadeau wat een moeder zich maar kan wensen. Een knuffel van mijn kinderen. Afgesproken? En dan zing ik op de avond van de vijfde gewoon heel hard “DANK U SINTERKLAASJE!”

woensdag 14 november 2012

De wondere wereld van een toverdoos dropje.


Ergens hier ver vandaan heeft eens een dropjes fabriek gestaan. En in die dropjes fabriek maakten ze:  ….. juist. Dropjes! En 1 van de dropjes had altijd en overal het hoogste woord. Kon alles beter, wist alles beter, was gewoon beter. Vond hij zelf. Zijn broertjes en zusjes en zijn vriendjes en zijn buren en zijn leraren en de mevrouw in de schoolkantine, werden knettergek van de verhalen die het dropje vertelde. De godganse dag. 24/7. Hij was de beste met rekenen en hij kon de mooiste tekeningen maken en hij was de sterkste met gym. Vond hij allemaal zelf, want in de praktijk had hij het zo druk met praten dat hij helemaal niet oplette en dus helemaal niet zulke goede cijfers haalde. En het niet eens door had als de tegenstanders wel 10 doelpunten maakten.
“Ik koop later de mooiste auto en ik trouw het mooiste meisje zei hij en sloeg een arm om het mooiste dropje uit de klas. Ik krijg de beste baan. Ik word directeur en ga dan golfen. De hele dag en mijn secretaresse doet het werk. Simpel zat. Ik ga het maken in deze wereld!!!!”

De jaren verstreken en kleine dropjes werden groot. Het werd kortom tijd om de vleugels uit te slaan. Kleine dropjes gingen de grote wijde wereld in. Waren de afgelopen jaren groter en sterker geworden. Hadden voor verschillende richtingen gekozen. Er waren trekdroppen, en ruiten. Muntstukken zoet en zout. Hoestdropjes en kokindjes. En het manse dropje had een jas van suiker aangekregen. Trots liep hij rond. “Zie je nou wel” riep hij. “Ik heb het altijd geweten. Ik word een hele grote! Zie mij hier nu staan met mijn mooie glimmende jas.”  De dag kwam dat de dropjes afscheid namen van hun juffen en hun meesters, en van de kantine mevrouw, de nieuwe buren met hun baby, de jongste broertjes en van de tuinman. Afscheid nemen, of opnieuw beginnen. Daar kwamen ze niet helemaal uit. 1 voor 1 vertrokken ze. In zakken, in doosjes. De ene had een nog mooier transportmiddel dan de ander. Het gesuikerde dropje stond op het perron en het werd leger en leger om hem heen. En voor het eerst, voor het allereerst werd hij stil. Hij hield zijn mond. Want spannend was het wel. “Ik ben een hele grote!” Riep hij toch nog eenmaal. Gegniffel was zijn deel. Zacht gegniffel achter zijn rug. Wie durfde er om hem te gniffelen? Boos draaide hij zich om.

En wat hij daar zag deed hem met zijn ogen knipperen. 1 keer, twee keer. Nog een keer, maar het beeld bleef hetzelfde. Achter hem op het inmiddels bijna lege perron stonden nog wel 100 kleine dropjes met glanzende suikerjassen. Allemaal dezelfde kleine suiker dropjes. Krijg nou wat. Hij was niet uniek, hij was niet apart. Hij was er 1 uit een dozijn! “Maar ik word directeur!” Brulde hij over het perron. Het gegniffel verstomde. “Ik krijg het mooiste kantoor en de mooiste secretaresse en de mooiste golfset en de duurste auto met chauffeur en dan ga ik over de hele wereld reizen! Ik ben avonturier!” De suikerdropjes kwamen om hem heen staan. En als hij nu helemaal op zijn tenen ging staan, helemaal op het puntje van zijn tenen, dan was hij net ietsje hoger. Ietsje maar. Maar net genoeg voor het arrogante dropje.

Tsj, tsj, tsj, tsj. Er kwam iets aan. “Onze trein!” “Onze auto!” “Onze bus!” “Onze fiets!” “Onze step!” “Een skateboard!” Riepen 100 kleine dropjes door elkaar. Hun suikerjassen kraakten. Er kwamen kleine doosjes aan. Toverdoosjes. “We worden toverdoosjes!” ”Nee!” Riep het directeursdropje. “Ik ben de tovenaar! En jullie mogen mijn leerlingen zijn. Ik zal jullie door de midden zagen en weg toveren en dan misschien weer terug. Ik ben de beste! En de mooiste en wie tilt mijn golftas?” Per 10 dropjes was er 1 toverdoosje. En het directeursdropje kwam in een mooi versierd doosje terecht. Met een prinses op de zijkant. Het dropje dat zijn golftas droeg verdween in een ander doosje. Met een halve draak. “Geef terug! Die tas is van mij!” Het dropje met de golftas grijnsde terug. Naast het gemene dropje stond het aller mooiste meisjes dropje wat hij ooit had gezien. Ze zwaaide vriendelijk, maar sloeg haar arm om het verkeerde dropje. Het dievendropje. Die er met zijn golftas vandoor ging. En nu dus ook al met zijn vriendin. Nog voor hij kon vragen naar haar naam.

De hele reis was hij stil. Heel stil. De reis duurde en duurde. Via een donkere laadruimte van een vrachtwagen naar een magazijn in een supermarkt. Via het magazijn naar de helder verlichte winkel waar de mensen langs de schappen liepen. Zakken pakten met zijn vriendjes trekdrop, en zijn klasgenoten Engelse drop. Maar hij bleef liggen. Helemaal beneden in het schap. Goedkopere dropjes en dus hadden ze een plaatsje onderaan gekregen. Maar op een mooie Herfstige dag stonden er opeens 3 mensenkinderen te wikken en te wegen. “Welk dropjes nemen we?” Het grootste jongetje keek lang naar de dropjes, schudde zijn hoofd en ging er met een chocoladereep vandoor. Het kleine meisje wikte en weegde, keek een paar keer naar de mooie toverdoosjes maar pakte uiteindelijk een zak honingdrop. Het kleinste jongetje zag niet wat er allemaal in de schappen lag. Kon alleen de onderste planken zien. Koos spekjes. Gedrieën liepen ze weg. Het directeursdropje was verdrietig. Intens verdrietig. “Ik zal nooit een golfbaan zien en nooit een mooi huis hebben en geen mooie vrouw trouwen en dat is allemaal jullie schuld! Jullie zijn waardeloos!” En hij keerde zijn rug naar de andere suikerjassen. Maar dat had hij niet hoeven doen, want de 9 andere dropjes zaten al met hun ruggen naar hem toe.

Maar toen gebeurde het. Het kleine jongetje kwam terug gerend, wierp de spekjes terug in het vak, keek naar beneden en pakte de zak met daarin: …… Juist. De toverdoosjes!
“En nu begint mijn grote reis pas echt! Ik ga het maken, ik word directeur en jullie blijven allemaal klein. Jullie moeten precies doen wat ik zeg en mogen niets doen zonder mijn toestemming. De mooiste vrouw is voor mij en de grootste auto ook.” Hij kletste en kletste en had niet door dat niemand luisterde. Zoals hij dat eigenlijk nog nooit door had gehad.

Het dropje in het mooiste toverdoosje kwam in een trommel terecht. En die trommel kwam bij de deur te staan. De hele avond ging de deurbel en dan stonden er glimmende lampionnen voor de deur. Met daarachter dan zingende kinderen. En als de kindjes uitgezongen waren mochten ze een snoepje pakken. Uit de glimmende zilveren trommel. “Neem mij! Neem Mij!” Brulde hij de hele avond. Maar de kindjes wilden geen brullend toverdoosje. Ze pakten wel de halve draak met zijn golftas en zijn vrouw die hij nooit zou leren kennen. Liedje na liedje, lampion na lampion bleef hij in de zilveren schaal roepen naar de kindjes die hem geen van allen meenamen. Meenamen op wereldreis. Het feest van de lichtjes was opeens af en de schaal verdween in de donkere diepe voorraadkast. Om er nooit meer uit te komen. Hij werd weer stil. De andere dropjes begonnen weer te gniffelen. 

Eeuwen duurde de gevangenis. Voor zijn gevoel. In het echt 2 dagen. 2 dagen na het lichtjes feest vond de mamma van de 3 kinderen het de hoogste tijd om eens iets aan de berg snoep te doen. Ze deed de kast open, pakte een toverdoosje. ZIJN toverdoosje en opende heel voorzichtig de zijkanten. Voorzichtig, want dan beschadigde zijn paleis natuurlijk niet. Maar de mamma opende heel voorzichtig het doosje zodat de pappa van de kinderen niet zou horen dat ze doosjes drop zat leeg te eten. Of eigenlijk van plan was om doosjes drop leeg te gaan eten. Er ging namelijk iets gruwelijk fout. In de ogen van de mamma en in de ogen van het dropje. Daar waren en zijn ze het beide over eens. De mamma pakte een dropje uit het doosje. Het directeursdropje. Zij blij, hij blij. Tot hij zag waar de reis naartoe zou gaan. Een diep donker gat met vlijmscherpe witte deuren. “Nee!!”Gilde het dropje. “Hmmmm,” deed de mamma. En daarna KRITSJTSTJST, Agggghhhhhhh, gruggghhhhhhhhhh, tranen liepen over haar wangen terwijl het dropje met al zijn kracht omhoog kroop via gladde glibberige glijbaan. Donkere  gladde glijbaan. “Nee!!”Riep hij nog eens, maar niemand die hem hoorde. De mamma werd ondertussen rood en bang. Dacht aan haar kinderen die over een half uur thuis zouden komen. En die ze nog wel wilde zien. Mamma deed nog eens Gggggggggggggggg. Maar de pappa bleef zitten waar hij zat. Op de bank. Met zijn ipad. Keek in zijn digitale agenda en daar stond nergens, maar dan ook echt nergens dat vrouw vandaag zou stikken. Hoefde hij dus ook niet in actie te komen. Aansteller dacht hij vast ook nog. (Maar dat heeft hij nog niet toe gegeven) pappa bleef zitten en mamma werd stil. Mamma werd stil. Stikte in directeursdropje met zijn suikerjas.

Opeens kwam pappa toch in actie. Zijn vrouw was stil en een vrouw die stil is, is een dode vrouw. Niet handig. Pappa begint te vragen of het goed gaat. Mamma staart glazig terug. Ziet niets door tranen die over wangen biggelen. Kan ze trouwens ook al niets aan doen. Gebeurt vanzelf. Pappa begint voorzichtig op rug te kloppen. Rug van vrouw. Helpt niets. “Zal ik maar een Heimlich doen schat?” Vraagt pappa beleefd. Maar mamma reageert nog steeds niet. Doet alleen nog maar ie-ie-ie-ie. Heel zachtjes. Pappa gaat achter vrouw staan, vouwt zijn handen onder ribbenboog, duwt zijn 85 kilo door ribben heen. GGGGGGGGT, doet mamma van 3 kinderen. Pappa herhaalt zijn actie, want heeft door dat hij anders zelf voor zijn eten moet zorgen. Voortaan. En voor zijn sokken en zijn ondergoed en zijn kinderen en voor alles eigenlijk. Zet wederom 85 kilo tegen ribbenboog en herhaalt actie en ja! Het kleine directeursdropje schiet los. Schiet omhoog naar het licht. Vliegt met een fraaie boog de kamer door en denkt aan wereldreis die nu gaat beginnen. Maar pijlsnel eindigt onder bank. En daar slijt hij nu zijn dagen. Naast kindersok. Naast aangegeten chipje, naast broodkruimel en speelkaart. Naast speelgoedauto en pepernoot. En voor het eerst van zijn leven is hij echt helemaal stil. Zijn wereldreis is hier geëindigd. Onder een bank. Maar eigenlijk is hij voor het eerst tevreden. Pappa ook. Pappa is de held van de dag. En de mamma? Die heeft alle dropjes weggegooid. Heeft zere beurse ribben. Heeft een zere keel en knuffelde eens extra met haar kinderen. Het had opeens heel anders kunnen zijn. Grafsteen had zomaar aangepast moeten worden. In plaats van: 
Ze heeft haar leven geleefd en van iedere dag genoten zou er bijna. Echt bijna hebben gestaan:

Gestikt in een dropje!

maandag 12 november 2012

Sint Maarten 2012

Gisteravond was het dan eindelijk zover. De kinderen konden zingend langs de deuren. Met zelfgemaakte lampionnen. De hele week vroeg jongste telg of het al 11 november was. De hele week oefende hij zijn liedjes. Van mamma is een dikzak tot het kunstgebit van de geit en alles wat daar tussen zat.

Om 5 uur werd het schemerig en trok meneer zijn jas aan. Klaar om te lopen. 5 minuten later was hij klaar. Hij had zijn snoepjes en vond het genoeg. Later toch nog een rondje samen met zijn oom, maar de oogst was klein. Genoeg vond Finn. Na een paar deuren had hij ook door dat als hij slechts een half liedje zong, hij ook beloond werd met iets lekkers, dus werd het nummer ingekort tot: mijn moeder is een dikzak en mijn vader is een hamer die smijt ik door de kamer. Snoepje in tas en door de voortuin naar de buren.


Sophie deed een langer rondje. Snoepjes!!!!! Snoepjes en Sophie. Top combi! Maar Sophie werd na een uurtje koud en kwam ook terug. Samen met pappa en oom. Genoeg snoepjes. Prachtige liedjes gezongen, heel veel lekkers.

Niels ging alleen verder, maar kwam op een bepaald moment wel zijn tas ruilen. Sneed in zijn schouders, maar was nog niet klaar. Wilde nog wel verder. Mamma trok haar jas aan, muts op, handschoenen aan. Incognito. En toen begon het feest. Of misschien ging het de hele avond wel zo, maar dat had ik dan gemist. Niels drukt bij een huis op de bel. Blijft hangen. TRINGGGGGGGGGG Galmt door huis. Niels schrikt, kijkt naar bel, kijkt naar mij. Ik begin te grijnzen. Niels ook. En bel doet TRINGGGGGGGGGGGGG. Licht in de gang gaat aan. Mevrouw komt de trap afgestormd, slaat tegen de bel, trekt deur open, kijkt woest, ziet lachende Niels die snel zijn mooiste nummer gaat zingen en ziet op de achtergrond een moeder met een fluoriserende muts achter lantaarnpaal staan. Gierend van de lach. Mevrouw mompelt nog iets, werpt chocolade in tas van Niels en smijt de deur weer dicht. Tijd voor de klussenbus mevrouw. Of tijd voor een nieuwe bel.
Een paar deuren verder zakt een hele oude meneer net terug in zijn luie leunstoel. Snuit zijn neus en nog voor zijn billen het zitvlak raken, belt Niels aan. Tring. Meneer kraakt weer omhoog, propt zakdoek in zijn zak en loopt naar de deur. Opent de deur, kijkt naar jongen met lampion, kijkt naar oplichtende mamma en zegt: "Ja???" Niels schiet weer in de lach, maar doet toch nog een mooie auditie daar voor die deur in de kou. Niels krijgt van meneer een halve zak banaantjes. Verdeeld in boterhamzakje. Mamma denkt aan zakdoek en ongewassen handen en hoopt dat ze onthoudt dat banaantjes de prullenbak in gaan.
4 meisjes achter ons doen hun uiterste best op hun liedje bij de oude man. Denken allemaal aan de zak banaantjes. Krijgen er ook 1. Om te delen met zijn vieren! De echte Sint Maarten gedachte!

We lopen wederom door. Zien bij een huis de lichten uit staan, maar wel een zwak licht afkomstig van de televisie. Horen blaffende hond. Gluren door het voorraam en zien 2 hoofden achter bloempotten zitten. Zittend op de grond in donker huis. Kijkend naar televisie. Proberen hond in toom te houden. Niels belt nog eens. Hond slaat wederom aan. Ik sluit me bij hem aan. Ga naast hem staan en klop op het voorraam. 2 verschrikte hoofden komen omhoog. We zwaaien vriendelijk naar geschrokken mensen en lopen door naar het volgende huis. Doe dan in ieder geval de gordijnen dicht als je op de grond gaat zitten omdat je niet mee wilt doen met Sint Maarten. Vroeger vast alleen maar mandarijnen gekregen.

Bij een volgende deur begon Niels te zingen over de geit met het kunstgebit. "Wat zeg jij me nou?" Vroeg een boze meneer. Nee, niet uw kunstgebit. Die van de geit. De geit met zijn kunstgebit.

Na ruim 2 uur is Niels er wel klaar mee. We lopen terug en meneer komt thuis tot de ontdekking dat hij een pan vol snoep heeft opgehaald. Toch knap voor een jongen die eigenlijk helemaal niet van snoep houdt. Ach, gelukkig heeft hij nog een moeder.


woensdag 7 november 2012

VRIJ!!!!!


Precies 2 jaar en 1 maand na het begin zijn we vrij. Vrij van alle hulpverlening. Weer 1 gezin. Gewoon weer 1 gezin. En het voelt waanzinnig!!!!

Ben is nu ongeveer 3 maanden thuis. En hij komt steeds meer tot rust. Is de berging gaan opruimen, heeft een konijnenhok gebouwd, leest soms weer, is sociaal op internet en gaat met de kinderen naar school. Ben krijgt steeds meer rust in zijn lijf. Is kilo’s afgevallen en heeft arts na arts opgezegd.

Maar voor de kinderen en voor mij hing er sinds dit schooljaar nog wel een instantie achter de gezinsauto. En wat begon als een boswandeling als zijnde Indiana Jones, eindigde met diepe, heftige gesprekken. Ergens wel prettig, maar het diende geen doel meer. Ik sta sterk in mijn schoenen, en wat veel belangrijker is: de kinderen zitten lekker in hun vel. Stralen weer, gaan met plezier naar school en maken weer ruzie met elkaar. Gaat super dus! En de aardige mevrouw hing als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd. Ga ik door met de gesprekken, en diepen we zaken op die al niet meer spelen of schrappen we de afspraken? Dat laatste. Na beraad met mezelf en belangrijker; na beraad op school heb ik besloten dat we ook zonder deze laatste hulp konden. Helemaal vrij zijn.

Het sturen van een email was best moeilijk, want hoe zeg je iemand af zonder die persoon persoonlijk te kwetsen? Ben ik niet zo goed in. Mensen kwetsen. In mijn achterhoofd staat mijn gezin en mijn 3 lachende kinderen en daar zie ik geen derde figuur bij. Ik stuur dus een aardige “ik heb niemand meer nodig”mail en wacht af. Een soort Juffrouw Janny wacht op antwoord. En die krijg ik. “Super!” Schrijft de derde figuur, “maar zullen we de volgende afspraak nog wel door laten gaan? Kunnen we echt afsluiten.” Oké, denk ik, maar Ben is faliekant tegen. “Geen sprake van! Kinderen staan straks in een dossier en dat is nergens meer voor nodig! Je redt het zelf wel!” WE Ben, WE redden het zelf weer. (Moet nog even wennen.)

Na ruggespraak met de directeur, waar Ben dan niet van afweet, gaat het gesprek toch door. Uiterst gespannen en zenuwachtig ga ik ’s morgens naar school. Ik herken me zelf niet zeg maar. Sophie is mee, want ze is ziek thuis. Sophie gaat knutselen in de aula en ik lees de krant. Probeer te lezen, want ik dien a) als vraagbaak voor een variatie aan mensen en b) ben ik nerveus. Want wat als derde persoon nu toch niet wil stoppen?  Ik stop sowieso, maar wel handig als alle dossiers ook echt gesloten worden. En dossier gaat gesloten worden. Daar is mevrouw het ook mee eens. Ik blij en trots en zij ook, want zij sluit ook weer een gezin af. Ik kan haar altijd mailen als ik ergens mee zit of als ik iets wil vragen. Aardig!

Superblij fiets ik met Sophie naar huis. We drinken limonade en koffie en eten verse cake. Doodmoe ben ik opeens ook. We zijn na 25 maanden weer 1 gezin. Gewoon weer een standaard gezin. Of eigenlijk een heel bijzonder gezin. Het is namelijk weer helemaal MIJN Gezin!!!! En wat de toekomst brengt weet ik niet, maar ik leef niet in de toekomst. Ik leef niet in het verleden. Ik leef nu. En nu gaat het goed. Met Ben en met de kinderen. En dus ook met mij.

René: waanzinnig bedankt voor je vertrouwen en je hulp. Altijd weer, wat er ook speelde.

Anna Marie.

maandag 5 november 2012

Een wrak op de weg.

Pappa is naar Zweden. Met het vliegtuig. Of eigenlijk: eerst met de auto; toen de trein; daarna de bus en hup het vliegtuig in. Vliegtuig weer uit, in de bus naar de auto verhuur. Rent a wreck. Huur een wrak. Tsja, wat zullen we daar van moeten denken?

De kinderen waren vandaag meer aan het huilen dan iets anders, want pappa was weg, en waar was pappa? In Zweden. Wisten ze eigenlijk wel, maar vertrouwen deden ze het toch niet helemaal. Ze hebben de tas gezien. Rugtas met schone sokken en onderbroeken; zijn paspoort in de tas zien gaan; vliegtickets gezien, uitgeprint, dus niet echt volgens wetenschappers van 5/7 en 9 jaar; om 4 uur 's nachts hun bed uit gehaald om Ben naar de eerste trein te brengen en toch vertrouwen ze het niet helemaal. Of we gaan scheiden en of pappa weer ziek is en dat ze zelf allemaal ziek zijn en liever thuis willen blijven. Huilen 's morgens en 's middags in de hoop niet naar school te hoeven en zijn zenuwachtig.

Om kwart over 3 haal ik ze weer uit school. Sophie heeft in haar ondergoed gegymd, want mevrouw had echt haar tas niet mee, ga maar kijken bij de kapstok zeg ik en even later komt mevrouw met tas naar buiten. Hoeven we niet te wassen denken we dan maar. Broers gaan elkaar te lijf op schoolplein en lippen van oudste broer barsten open. Jongste broer krijgt een slag tegen zijn oog. Met 2 brullende jongens en 1 mokkend en half slapend meisje loop ik naar de auto. Pft..... hoe doen gescheiden ouders dit in vredesnaam?? "En hoe komt pappa dan van het vliegveld naar ons huis?" Probeert 1 van de kinderen door ons verhaal heen te prikken. "Pappa rent a wreck! hij huurt een wrak bij het vliegveld." Een wrak? 3 kinderen zijn op slag hun boosheid vergeten en rollen lachend uit hun gordels over de achterbank. Een wrak! Hoe kan dat nou? "Die auto heeft in ieder geval 4 wielen en een rem. Geen deuren, geen motorkap, geen achterbank, verder helemaal niets. Alleen 4 wielen en een rem." Gooi ik er een flinke schep onzin bovenop. Kinderen hikken bij het zien van beeld van pappa die vastgebonden op stoel zit, die linkerportier vasthoud met 1 arm en met regenpak en skibril achter stuur zit. Skibril vanwege het ontbreken van voorruit. Er zal maar een hagelbui naar beneden komen. Kinderen zien de tas van pappa over snelweg vliegen en de wangen van pappa blubberen door de snelheid.
Een wrak. Overduidelijk. Kiest u maar!

"Heeft die auto wel echte Zweedse spijkerbanden?" "Tuurlijk! dat dan weer wel. Spijkerbanden onder die 4 wielen." "GAAF!!!!!! Kunnen wij ook niet een wrak kopen?" "Nou, jongens, daar doen ze in Nederland allemaal nogal moeilijk over. Je krijgt al een fikse boete als een lamp defect is. Laat staan dat de portieren met touwen vastzitten en de kinderen op de kale laadvloer zitten, omdat de achterbank bij 1 van de vele verkeersheuvels uit de wagen is geschoten. Laat staan dat er geen ramen meer inzitten. Krijg je iedere keer de vuilnis van je voorligger in je gezicht. Klokhuis, mandarijnen schillen, restant koffie, inhoud van de asbak."

Thuis aangekomen is de sfeer weer goed. En helemaal als pappa belt. pappa is in het huis en hij heeft een nieuwe muts gekocht. Kinderen kijken elkaar aan en stikken opnieuw. Muts is weggewaaid!! Nou, eigenlijk ligt de muts nog gewoon thuis op de verwarming, maar maakt niets uit. Nieuwe muts en het is al helemaal donker bij pappa. En koud. pappa heeft het koud. Gaat slapen in de slaapkamer van de kinderen. En de kinderen slapen vanavond bij mamma in de kamer. Goed geruild! Ze weten dat het goed gaat met Ben en zijn opeens doodmoe. We gaan vanavond op tijd naar bed, want de dag begon hier al om 4 uur vannacht. Welterusten!!!!!
Ook oude auto's, maar dan met deur en raam.

zaterdag 3 november 2012

Oud Papier.

Zo eens in de vier jaar schijn je als zaalvoetbalploeg het oud papier op te moeten halen in een dorpje in Noord-Holland. En die ene keer was vanmorgen. De dames hoorde ik al weken mopperen en zuchten. Ik was benieuwd. De hele week slecht weer met onweer en hagel, maar vanmorgen was het droog. Ik ging bewapend met fluoriserende muts en ski handschoenen op pad.

En toen begon het. We neme een bus. Zo eentje met een chauffeur, of in ons geval van een chauffeuse en men neme 3 dames die achter die bus aanlopend het dorp doorgaan om overal oud papier te verzamelen en in de bus te gooien. Dan reed er ook nog een auto met aanhanger, maar die zagen we pas bij de finish. We komen in een wijkje waar ik het bestaan niet van wist en treffen papier in alle soorten en maten. Oud papier in plastic tassen!? Oud papier in mega grote dozen die we nooit alleen konden tillen, oud papier in de aardappelen schillen mand en oud papier die de hele nacht buiten had gestaan en dus volledig uit elkaar viel op het moment dat we het op wilden pakken. Oud papier dat gewoon doodleuk in de hondenstront was gezet. Denk even verder nu. Hondenstront op de stoep in een dorpje waar iedereen iedereen kent. Waar iedereen elke hond ook kent. En dan zet 1 van uw buren dus doodleuk een doos in de stront zodat 1 van de buurvrouwen vol in de stront grijpt. Van je buren moet je het hebben noemen we dat. Noemen we ook wel asociaal!

Goed, ik liep gierend van de lach achter de bus aan. Telkens een doos in de klep gooiend en dan wachten dat de doos niet uit de bus donderde als chauffeuse weer optrok. Kon je namelijk al die losse kranten op gaan rapen. Of een bundel kranten. 1 van de buurtbewoners had namelijk vast geen zin gehad in het bezorgen van de wijkkrant, die lag netjes gebundeld tussen het oud papier. Dus: inwoners van dat hele kleine dorpje: als u op de hoogte wilt blijven van het nieuws van afgelopen week, kijk dan even in de oud-papier container. Daar ligt uw sufferdje netjes gevouwen tussen.

We hadden ook nog een buitenroute. Een route over kleine smalle weggetjes in de middle van niets. Tussen de koolcampagne, slippend over klei wegen. En daar stond ook oud-papier. In grote veevoer zakken. Geeft niets, want wij zijn sterke stoere vrouwen. *KUCH* Allemaal 30+; allemaal moeder en allemaal bezig met aftakelen. Krakende knieën en roestige ruggen zeg maar. Die zakken veevoer kunnen wij best de baas, maar die zakken lagen dus wel allemaal in de klei en overige bagger. En de penetrante geur van veevoer drong de cabine in. En de laadruimte. Daar waar wij zaten.

Met open klep rijdend over bekleide wegen, hangend aan een gat in het dak. Zittend op de wielkast. Gezellig. Oppassen met lachen, want bij iedere heuvel schoof je gevaarlijk dicht naar de klep. Wegdek als kaasschaaf onder je neus door. Vasthouden! In een uurtje waren we klaar. Geweldig vond ik het! Oud papier ophalen met een gezellig dames team. En we hebben ons best gedaan, want de container zat vol. Kan ook komen door het missen van enig wiskundig inzicht. We hebben alles lukraak de bak ingegooid. Tot over 4 jaar kleiwegen in Noord-Holland!


maandag 29 oktober 2012

Konijnenverblijf. De luxe.

Wij hebben konijntjes. Kleine voskonijntjes. Maar ook kleine schattige voskonijntjes worden groot. En konijnen hebben een rare gewoonte. Hoe goed ze ook verzorgd worden, ze willen weg. Weg naar de buren, waar het gras altijd groener is. Klopt in ons geval, want ons gras is voetbalveld, picknickveld, bleekveld, mamma ik heb wormen nodig om te vissen veld, graaf dus maar gewoon een gat in de grasmat en ga zo maar door grasveld. Van alle markten thuis dat gras van ons. Bij de buren is het gras voor de sier. Om naar te kijken. Ook leuk denk ik. Voor als je oud en bejaard achter glas naar buiten kijkt in de hoop een vogel te zien. Geen kans bij de buren, want het gras geeft licht. Vertrouwen vogels niet, dus vogels zitten ook op ons gras. Multifunctioneel.

Goed, de konijnen. De konijnen graven. Graven gaten om te kunnen ontsnappen uit getralied hokje. Geef ze ongelijk. Ik zou er ook een dagtaak van maken als ik achter tralies geplaatst zou worden. Konijnen lijken op hun baasje. Willen hun vrijheid. En graven dus gaten en als dat niet lukt vreten ze hun hok op. Knagen hoeklatten weg en hok ziet er na een half jaar uitgewoond uit. En op dat moment krijgt pappa Ben, de thuisblijfpappa een lumineus idee.
Hier staat de klimtoren nog, maar de glijbaan is al ontmanteld.

Het speelhuisje van de kinderen dat in onbruik is geraakt gaat verbouwd worden. pappa heeft ideeën en ik doe alsof ik luister, knik af en toe en snap werkelijk niets maar dan ook echt niets van de plannen die hij heeft. Ik zie het allemaal wel. Pappa barst altijd van de plannen, maar de uitvoering, tsja de uitvoering. Pappa sjouwt met planken en met gereedschapskoffers en trekt een oude broek aan, bukt zich en scheurt uit zijn kruis. Geeft niets, pappa kijkt, voelt, haalt zijn schouders op en sjouwt verder. Rolt elektriciteitsdraden uit en begint te timmeren en te zagen en is helemaal in zijn element. Het zal allemaal wel. Onze konijnen zijn vreemde konijnen. Eten geen wortels, behalve als ze geschrapt zijn. Eten geen sla, behalve als de blaadjes netjes afgespoeld zijn en krakend vers zijn. Eten geen droge brokjes, alleen gedroogd fruit. En de appeltjes van eigen boom. Niet die uit de supermarkt. Het zal mij dus benieuwen met onze Gooische Vrouwen.
Na een dag is pappa binnen klaar en gaat buiten aan de gang. De klimtoren wankelt vervaarlijk en wordt uitgegraven. Verplaatst door middel van rollende plateaus en planken. Gras is niet meer zichtbaar.
Binnenzijde. Ingang voor de konijnen is via een raam.

Thuisblijfpappa heeft de smaak te pakken. Begint te graven. Begint mijn resterende gras uit te graven. Gat van halve meter diep en 2 vierkante meter groot. "Beetje ruim graf voor voskonijnen schat", roep ik door openstaand raam. Pappa kijkt naar mij, zegt niets. Blik spreekt boekdelen. Vrouwen en techniek zie je hem denken. Waar heb ik die ook al weer vandaan gehaald? Zal ik vrouw nog kunnen ruilen? Mompelt iets over garantietermijn en dergelijke.
Nee, geen graf, maar speelruimte voor de konijntjes.

Legt een stenen vloer onder in gegraven graf en legt alles vast met trottoirbandjes. Timmert houten iets en rolt gaas uit. En dan opeens hebben we een super de luxe konijnenhok. Konijnen zijn de koning te rijk. (Koningin) Rennen van binnen naar buiten, maken vreemde sprongen en dansen getweeën door binnen- en buitenverblijf. Pappa is trots. Wij ook. Konijnen ook. Kinderen ook. En het heeft 1 voordeel. Als we onze thuisklusser kwijt zijn, zit hij opgevouwen in kinderhuis konijnen te knuffelen.

Konijnen spelen buiten. Lopen via ladder door het raam naar geïsoleerd binnenverblijf.

vrijdag 26 oktober 2012

Boswandeling.

Ik blijf me beroerd voelen en daardoor zit ik weinig op mijn blog en dus ook weinig op jullie blogs. De ene dag voel ik me iets fitter dan de andere dag en op de dagen dat ik me redelijk tot goed voel, ga ik liever met de kinderen wandelen, en daarna op tijd naar bed om het liefst 10 uur of meer te slapen dan dat ik achter de computer zit. Sorry daarvoor.

De fietstocht die we op de Veluwe gemaakt hebben heeft u nog tegoed, maar ik wil eerst de volgende foto's met u delen. Samen met Sophie zijn ben en ik naar het bos van Heiloo geweest. De jongens waren op het skatepark met oma en hadden geen zin om mee te gaan. Begrijpelijk. Want waarom zou je met je vader en moeder gaan wandelen als je ook met een flip-tric van de half-pipe kunt grinden? (Ofzo)

We reden naar de Kattenberg. Dat is een heuvel die waarschijnlijk is ontstaan door het graven van de vijver voor het landgoed Nijenburg. Bovenop de heuvel staan een paar bankjes en er staat een enorme Lindeboom. De boom is geplant toen de heuvel ontstond. Zo rond 1700. Een boom van ruim 300 jaar dus! Ik vond de heuvel nogal tegenvallen, dacht dat hij veel hoger zou zijn, maar Sophie vond het geweldig. Aan de ene kant omhoog, en aan de andere kant omlaag, rondje rennen en weer omhoog. Etc. Etc. Het bos was op sommige gedeeltes erg nat, dat was wel jammer, maar dat had wel als voordeel dat we een "echte" krokodil tegenkwamen.

Er was een enorme zichtas vanaf het huis Nijenburg door het bos richting de spoorlijn. Mooi, maar vanuit het huis heb je een verrekijker nodig om goed het bos in te kunnen kijken. Sophie vond het bordje met de uitleg. 1 keer per jaar, op de langste dag gaat de zon precies onder aan het einde van de zichtas. 1 keer per jaar. Woon je dus in een huis van tig miljoen, kun je 1 keer per jaar de zonsondergang bekijken vanaf je balkon, of vanuit je slaapkamer. Mag je dus wel niet precies achter in je tuin barbecueën, of net de visite uitzwaaien, of net op vakantie zijn, net het journaal kijken, een vergadering hebben, ziek in bed liggen. Of in bad, mag het wel niet precies die dag mistig zijn, wordt er net op de deur geklopt voor een collecte, plast je baby zijn bedje nat, noem het maar op. Woon je in je huis van tig miljoen om 1 keer per jaar de zonsondergang te zien.

Nee, dan kun je beter gewoon in de polder wonen. Als er geen horizonvervuiling is van de kassen, kun je avond na avond genieten van prachtige luchten. Vanavond hadden wij hele mooie roze-oranje wolken. Heb ik echt geen huis van tig miljoen voor nodig. Niet eens een half miljoen. Gewoon een huis in de nieuwbouw, maar met werkelijk prachtige zonsondergangen. "Ja, dat kunt u allemaal wel zeggen mam, maar ondertussen hebben wij geen slotgracht en geen vijver en we hebben maar 1 badkamer." Tsja, daar heeft Sophie weer helemaal gelijk in. Maar weet u, ik ben heel gelukkig met mijn huis zonder slotgracht en zonder vijver. Oké, iets minder blij met de badkamer, maar ach, een mens moet iets te wensen overhouden.

Goed, ik hoop dat ik me de komende dagen steeds een beetje beter voel en dan kom ik weer gezellig bij jullie langs.

maandag 22 oktober 2012

Kröller Müller deel 2.

Op een bepaald moment werd het drukker en drukker in het museum, en normaal gaan we dan weer weg, maar het mooie hier is dat er ook nog een heel groot buitengedeelte is. Een buitengedeelte waar in dit geval een auto staat die beschilderd mocht worden door kinderkunstenaars. Een echte auto, waar je met echte verf op mag schilderen. Een actie waar je vervolgens ook nog voor beloond wordt!
Laat ik nou 3 kinderkunstenaars in huis hebben. Kinderen wilden maar wat graag op auto kleuren. Mag namelijk thuis nooit van mamma. Mamma is van een andere generatie. Mamma is SAAI!!!! Mamma heeft een rare grijze auto en kan best een likje verf gebruiken. Als jullie het wagen! Zegt mamma dan altijd. Zó ouderwets en zó niet ruimdenkend die mamma van mijn kinderen!
Sophie met grootste fan.

Opperste concentratie!

Die F wil ik wel doen. Krijg ik nu een Cars auto?
Niels trok een schort aan, luisterde naar de uitleg van de kunstenaar en koos een plekje op het dak. Een vreemd poppetje met 1 oog. Een moderne cycloop. Sophie ging voor de bloemetjes. Maar voor ze haar plaats in kon nemen, moest ze eerst bij een lading Chinese dames op de foto. Het liefst wilden de dames ook een handtekening van deze schijnbaar belangrijke kunstenares, maar Sophie moest aan het werk. Draaide een rondje om klikkende camera's en begon te schilderen aan project bloem. Chinese dames vonden het prachtig. Finn vond al die aandacht helemaal niets. Wilde niet schilderen, wilde ook niet op de foto, wilde niet dat iemand aan hem zat en wilde eigenlijk alleen bij mamma zijn. Maar: broer en zus kregen na het schilderen een Cars tijdschrift. Met autootje  En die wilde hij wel. Na lang beraad van jongste zoon ging hij toch maar schilderen. Zijn letter. Achterop de auto. Groen. Een groene F. En hij kreeg zijn blad met auto. We konden wel weer naar huis vond hij.
Een soort zwembad?


Verder door het park. Werkelijk overal stonden beelden en kunstwerken. Sommige spraken aan, en bij andere vroeg ik me werkelijk af wat de essentie was. Het drooggevallen zwembad met organische vormen was werkelijk spiegelglad en ik hield het snel voor gezien. Mijn knieën vonden het niet top dat ik al glibberend en glijdend achter mijn kinderen aan wilde gaan. Kinderen die van links naar rechts sprongen en zonder ook maar 1 keer uit te glijden alle kanten van het kunstwerk bekeken. "Beetje jammer van dat afvoerputje, maar ach we hebben toch geen zwemkleding mee!" Inderdaad. Gelukkig niet. Ik zie me al zwemmen in een kunstwerk. Gadegeslagen door bewakers achter monitor. Ik, met mijn zijtafeltjes en mijn knokige knieën  met mijn enorme heupen en hangende bovenarmen. Benieuwd hoe lang het zal duren voor de bewaking uitgelachen is en op fiets aan komt met handdoek, omdat we illegaal zwemmen. Zie ik allemaal voor me en de kinderen vonden dat wel een puik plan. Maar ja, het stopje van de afvoer was verdwenen. Water dus ook. "Vast gejat mam. In Nederland jat iedereen altijd alles wat niet van hun is." "Pardon?"

We liepen verder en kwamen onder andere een bordje tegen. Een kunstenaar had 19 stappen gemaakt. En het kunstwerk bestond dus uit bordjes. Op dit soort momenten vraag ik me echt wezenloos af of ze daar nu ook subsidie voor krijgen. Ik wandel wat af met mijn kinderen. Maar als ik na iedere pas die we afleggen bordjes in de gemeentegrond ga steken, krijg ik een bekeuring. Kunstenaar krijgt subsidie. Ergens gaat iets scheef. Weet alleen nog niet waar. Ik ga de wandelingen die we maken ook maar documenteren.


Boven een berg met een leuk avonturenpad kwamen we een afvalberg tegen met daarboven hangend een theepot en een ijzeren iets. Geen idee wat dat ijzeren iets moest voorstellen, maar de kinderen hadden de grootste lol. Ding was zo breed en zat zo vol doorsteekjes dat ze perfect tikkertje konden doen. Ben wilde hier ook wel op de foto. Tussen de kool. Thuis zagen we dat het vast een roestige kool moest voorstellen. Toepasselijk in deze tijd. Land is zo doorweekt dat oogst wegrot op het land, boeren kunnen ondanks enorme banden de akkers niet op en inkomstenbron droogt op. O nee, rot dus weg. Roestige kolen houden we over. We zijn nu wel benieuwd wat dit ijzeren iets eigenlijk zou moeten zijn, maar tot we het weten vind ik de ijzeren kool best een idee. Moeilijke economische tijden of een economie die vastroest.


Morgen deel 3 van ons uitje op de Veluwe. We hebben namelijk ook een leuke fietstocht gemaakt en waanzinnige paddenstoelen gezien. En aangezien ik nog steeds niet lekker ben, hebben we gister en vandaag niets bijzonders gedaan. Later deze week staat Texel nog op het programma en de duinen bij Overveen want ondanks alle zorgen die er zijn rond de stijgende zeespiegel en de te lage duinen, hebben wijze mensen besloten om op een aantal punten in ons land de duinen door te steken om een nieuw natuurgebied te creëren  U leest het, u bent voorlopig nog niet van ons af. Ontdek je plekje in Nederland. Ook wel eens leuk.