maandag 15 februari 2016

Kamperen

‘Mam, waar liggen de kampeerspullen? Ik ga vannacht in de tuin slapen in de tent.’ ‘Jij gaat helemaal niet in de tuin slapen. Het vriest ’s nachts nog. Jij slaapt vanavond gewoon lekker in je eigen bed.’ ‘Maar mam, we gaan het op school hebben over vakantie en om het kampeergevoel weer terug te krijgen, moet ik dus wel in de tent slapen.’ ‘Jij moet helemaal niets, en zeker niet nu het nog zo koud en vochtig is.’ ‘Mam, alle kinderen in de klas mogen in de tuin slapen!’ ‘Dat is dan heel mooi, maar jij slaapt in je bed.’ ‘U snapt  het weer niet! Dan kan ik morgen nergens over meepraten.’ ‘Jawel, jij zult de hele dag kunnen praten, want de klas zal akelig leeg zijn, alle kinderen liggen morgen  met een longontsteking in hun bed.’ ‘Mam!’  ‘Nee! En het laatste woord is er nu over gezegd!’

Rune loopt mokkend naar boven, ondertussen test hij niet alleen de stevigheid van de deur, maar ook van de traptreden. Alsof er een olifant naar boven stampt. Mamma moet evengoed wel lachen. Kamperen in de tuin, hoe verzinnen ze het? Min 3 is het ’s nachts. Slapen in je tent met twee truien aan, sokken, muts en sjaal. Romantisch kamperen onder 4 dekens.

Rune blijft de hele middag boos op zijn kamer. Waarom hebben al zijn klasgenoten leuke en hippe ouders en mag hij helemaal nooit eens iets? Alle kinderen komen morgen natuurlijk op school met verhalen over het slapen in de tent en dat de kat van de buren ’s nachts aan de tent heeft gekrabd. Dat ze uiteraard helemaal niet bang waren van alle vreemde geluiden en dat ze nog nooit zo lekker hebben geslapen als nu in de tent. En ik? Ik mag in mijn bed slapen. Saai. Zoals iedere andere avond. Saai, in pyjama in mijn stapelbed.

Hij  kijkt eens rond in zijn kamer. Ruimte zat. Ik kan natuurlijk vannacht best in een tent gaan slapen, dan zet ik hem gewoon in mijn slaapkamer op. Dan maak ik vanavond een foto van de binnenkant van mijn tent, niemand die ziet dat hij binnen staat. Hij loopt naar zolder en pakt 1 van de twee kleine tenten. Op het moment dat hij net de trap weer af wil lopen naar zijn slaapkamer, gaat beneden de deur open. ‘Ik moet Nisse van school halen, hij is gevallen en heeft een gat in zijn hoofd. Ik ben zo terug. Voor niemand de deur opendoen!’

Mooi, mamma is weg, dan kan ze ook niets zeggen van de tent in mijn kamer, want ook dat zal wel weer niet goed zijn. Rune loopt naar zijn kamer, gooit de tentzak leeg op zijn vloer en spreidt de binnentent uit. ‘Het past niet, mijn kamer is te klein, hoe ga ik dit nu aanpakken?’ Rune probeert de tent schuin neer te zetten, maar nog past de tent niet. ‘Waar kan ik nu in huis een tent opzetten, waar is ruimte zat?’ Rune loopt in gedachten alle vertrekken langs. ‘De woonkamer!  Hij past met gemak in de woonkamer! Snel, want ik moet de tent hebben staan voor mamma en Nisse terug komen.’ Rune loopt snel de trap af en spreidt de binnentent nu in de woonkamer. Als hij de tafel een stukje opschuift past het precies.

‘Even kijken, hoe moest het ook al weer? De stokken in deze tunnels en dan in die pennen aan de onderzijde. De buitentent erover heen. Weer een buis door een tunnel en Voila! We hebben een tent. Kamperen in de woonkamer. Warm, droog en avontuurlijk.’ Rune loopt weer naar boven, pakt zijn dekbed en zijn kussen, gooit alles van de trap naar beneden, pakt een boek en een zaklamp, loopt de trap af, pakt zijn dekbed en kussen van de grond en loopt richting tent. BAF! ‘Verdomme, wat is dat nu weer?’ Rune wrijft over zijn knie en kijkt om zich heen. ‘Stomme scheerlijnen. Ik ben blijven haken in de scheerlijnen, daar zullen we meteen iets aan doen.’ Rune pakt een haring uit de tentzak, pakt een scheerlijnen en zet scheerlijn 1 vast in een bloempot. Hij pakt een tweede haring en nog een scheerlijn en laat de haring met scheerlijn zakken in de verwarming. Pakt een derde haring en scheerlijn en kijkt om zich heen. ‘Waar laat ik deze lijn? Er zit maar 1 ding op. Net als in het echt, net als in de natuur. Overleven en logisch nadenken.’ Rune pakt de tenthamer, en slaat met 3 ferme klappen de haring dwars door het parket. Nu de laatste scheerlijn nog. ‘Die binden we aan de tafelpoot.’

Voldaan bekijkt Rune van een afstand hoe de tent staat. ‘Mamma zal trots op me zijn. Hij staat kaarsrecht en storm bestendig.’ Dat het niet stormt in een woonkamer komt niet bij Rune op. Hij ritst de tent open, legt zijn dekbed en kussen netjes neer, en kruipt er met boek en zaklamp in. ‘Heerlijk comfortabel. Mamma met haar: het is veel te koud om in een tent te slapen! Valt me alles mee.’


Even later hoort Rune de auto het pad oprijden. ‘Ik ben benieuwd hoe ze reageert.’ Op het moment dat mamma de deur opent en naar boven roept dat ze weer thuis zijn, realiseert Rune zich opeens dat hij een haring dwars door de parketvloer heeft geslagen en nu voelt hij waar mamma het over had. Het is opeens heel erg koud in de tent. Te laat. De deur van de woonkamer zwaait open, Nisse stapt als eerste naar binnen en begint keihard te lachen, mamma loopt achter hem aan, staat plots stil en vindt er niets grappigs aan. ‘RUNE!!!!!!’ 

Sorry!