vrijdag 28 september 2012

Hoe een moederbord transformeert in een stadsplattegrond.


Men neme ongeveer 280 leerlingen. En deze leerlingen gaan meedoen aan de creatieve middag. Konden gaan dansen; meedoen aan een muziek project; textiele werkvormen; metaal bewerking; houtbewerking; papier-maché en een workshop ontleed je afval volgen. Zal officieel vast anders heten, maar er lagen bergen afval op tafel. Oude computers, stofzuigers, broodroosters, waterflessen, eierdozen en kurken. Klaar om verwerkt te worden.

“Wij zitten bij slopen!”Roepen 2 jongens enthousiast als ze langs komen met getransformeerde zeepfles. Zeepfles is nu vliegtuig. Mijn interesse is gewekt. Ga bij workshop “slopen”kijken.  Wat dus net nog: ontleed je afval was. Een klein meisje maakt een vlinder van een broodrooster. 2 Jongens staan met een stofzuigerbuik te jojoën. “Ah! Jullie maken vast een lift.” Blij dat ik iets herken in creatie. “Een lift? Dit is een boot!” Een boot. Juist. Creatief is het zeker. “Een boot met telescopen!” “Periscoop bedoel je zeker?” Blij dat ik ook weer iets weet. “Nee, ik bedoel een telescoop. Kunnen de zeemensen naar de sterren kijken.” Kan allemaal bij het vak ‘slopen op school’.  Creatieve vorming van het kinderbrein.

Ander jongetje staat aan een moederbord te prutsen. Uiterst geconcentreerd. Heeft nergens anders oog voor. Staart naar stadsplattegrond. Ik zie blokjes en balkjes. Hij ziet stadsparken, sloten, huizen, flats en wegen. Ik maak een foto. Foto die ik thuis terugkijk. En dan zie ik wat jongetje al lang gezien had. Stadsplattegrond op een moederbord. Compleet met flats en verkeersborden. Files op de wegen en rustig stadspark. Bijzondere ontdekking. We hebben allemaal een stadsplattegrond in de pc. Er gaat een wereld voor ons volwassen mensen open.


We lopen verder. De ene gang ruikt zoet. Zeer zoet. Apart. In 1 van de klassen vind ik het antwoord. Schalen vol vers fruit liggen klaar om verwerkt te worden tot frisse fruitspies. Kinderen snijden geconcentreerd de aardbeien en bananen in stukjes om ze aan saté stokjes te rijgen. Klas ruikt naar voorjaar. Kinderen snoepen restjes op. Zijn blij met ‘koken in de klas’.

De school is in beweging. De school fluistert, de school maakt muziek. Muziek? Ja, ergens achter het geroezemoes hoor ik muziek. Maar waar komt dat vandaan? We beginnen een zoektocht. Komen kinderen tegen die van papier en lijm kunststukken maken. Kleiende kinderen, bordurende. Overal wordt actief gewerkt. We staan stil bij een tafel met ijzeren kunstwerken. Kunstwerken met vreemde bolletjes. Soldeersessie. Sterren liggen naast paddenstoelen. Bolletjes zijn druppels soldeer. “Daar maak ik pepernoten van. Die vind ik lekker.” Geef advies om vooral verder te knutselen aan ster en pepernoten te laten voor wat ze zijn. Niet eetbaar. Jongen grijnst van oor tot oor. Heeft mij gefopt.

Kussens. Groepjes leerlingen maken kussens. Voor straks op hun bed. Of thuis op de bank. Maar die muziek. Waar is die muziek? Laatste lokaal. Helemaal boven. Noten rollen de trap af en ik laat me leiden. Muziek stopt. Ik blijk te laat te zijn, maar gelukkig is deze leraar de beroerdste niet en ik krijg een privé optreden. Privé optreden van nu al favoriete band. Zingende leerlingen en de leraar begeleidt op gitaar. Zingen lied over opruimen. En dat gaan we nu maar doen. Opruimen. Voor één week en dan barst de school weer uit haar creatieve voegen. 

donderdag 27 september 2012

Schatgravers op school.


Mooi herfst weer. Het is fris en de zon schijnt voorzichtig. De kleuters gaan de school tuintjes weer in. Oogsten dit keer. We gaan aardappelen oogsten. De planten zijn afgestorven, maar onder de grond wacht een schat. Een echte aardappelschat. Op het moment dat de kinderen buiten zijn heten ze ook geen kleuters meer, maar piraten. Piraten zijn het en ze gaan schatgraven.

Allemaal krijgen ze een harkje en een hakje. (Een mini schoffel) De aanwezige piratenkapitein woelt met een grote riek de aarde om. En de ogen van de kinderen lichten op. “Daar!” “Ik zie rode ballen!” “Nee, dat zijn geen ballen, dat zijn tomaten!” “Nee, dat zijn denk ik aardappelen!” De kinderen verdringen zich in het vierkante stukje aarde. Ze staan boven de aardappelschat te dansen. De pappa moet even opzij. Enthousiaste kinderen proberen de rode en gele ballen te pakken, maar door het gedans verdwijnen ze weer onder de grond. We gaan een nieuwe poging doen.  

Piraten gaan naast de tuin staan en de Kapitein spit de grond om. Kinderen mogen voorzichtig de aardappelen verzamelen met harkje. Al snel liggen de harkjes op de grond en verzamelen ze handen vol rood goud en handen vol gele ballen. Emmer raakt aardig gevuld met piratenschat.
“Wij zijn piraten! Schip ahoy!” Zingen de kinderen en kijken vol trots naar de oogst van de dag. 

Aardappelen. In het voorjaar zelf onder de grond verstopt en nu teruggevonden. De cirkel is rond. Deze kinderen weten nu dat aardappelen niet in een zak in de supermarkt groeien, maar gewoon in hun eigen schooltuin, onder de grond.


dinsdag 25 september 2012

Glitterende Kerstboom.

Stel: U hebt tijdens een voetbalwedstrijd een schoen gevangen. Raar? Ja, inderdaad. Waar? Ja, ook. U bent keepster en hebt de bal. Klemvast. Met handen en knieën. Niet dat je handen en knieën nodig had om de bal te vangen, maar u zit nu eenmaal op de grond, op uw knieën en de wedstrijdbal zit klemvast in uw handen. Plausibel? Tot nu toe wel. U heeft het beeld.

De tegenstandster vind het alleen niet zo leuk dat u de bal heeft en zij dus niet kan scoren. Ze trapt na. Fors. Tegen uw uitgestrekte vingertoppen. Krak hoort u. En het doet zeer. Héél zeer. Maar u gaat door. Nog 2 minuten en dan gaat het echt niet meer. Wissel 5 minuten voor het einde van de wedstrijd. IJs. In handdoek en op uw hand.

Volgende dag. Hand is dik en blauw. U heeft slecht geslapen van de pijn. Of eigenlijk van de hand die in de weg lag. Heeft u normaal niet door. 's Nachts slaapt u. Op uw rug; op uw zij; handen onder kussen; handen boven kussen. U draait wat af. 's Nachts in uw slaap. Maar nu draait u, en wordt wakker, draait en wordt wakker. Hand ligt in de weg. Hand met vingers die niet bewegen. Balen.

Vooral omdat u 's avonds een vergadering hebt. En u ziet er niet uit. Getekend gezicht van de pijn en van de gebroken nacht. Maar: wie iets bewaart, die heeft wat. Oogschaduw met glitters. Zilveren oogschaduw met glitters. Nog bewaard van vorig jaar kerst. En er verdwijnt een dikke laag op ooglid 1. Geen glitter te zien. Dikke laag op ooglid 2. Ongelijk. Nog een beetje op ooglid 1. Uitsmeren en tadaa!!!

Niets tadaa. Nog niets te zien. Behalve enkele glitters op uw wangen. Glitters op mijn wangen? Denkt u. Ja! Glitters op uw wangen. U ontsteekt het licht. En u schrikt zich een hoedje. U lijkt namelijk wel op een kerstboom. Op een opgetuigde kerstboom. Een kerstboom vol glitters. Vol schitterende lampjes. Een kerstboom vol glitteringen. (En ja, ik weet dat dit woord niet bestaat)

Met opgeheven hoofd en gespalkte vingers gaat u op weg naar vergadering. U laat zich namelijk niet kennen. Niet door een natrappende speelster en niet door een overdaad aan glitters op uw gezicht. Vergaderen gaat u. Glitterend.
En als dan toch alles tegenzit, kunt u net zo goed uw bagage ook  wel verliezen.

zondag 23 september 2012

Het to do lijstje.


De laatste tijd verschijnen er steeds meer to do briefjes. Wat wil ik nog doen voor ik dood ga? Nu hoop ik net als mijn opa de 90+ in te gaan, maar als je om je heen ziet dat er steeds meer mensen getroffen worden door Kanker of door andere oorzaken veel te jong uit het leven worden gerukt, ga je toch eens serieus nadenken. (Ja, dat kan ik ook.)

Wat wil ik nog heel graag doen? Geen idee. Denk ik. Genieten van mijn kinderen. Maar dat doe ik dagelijks. Tussen de ‘ik kan ze wel achter het behang plak momenten’ door, geniet ik van mijn kinderen.  En nu ik dit voor me zie staan bedenk ik me dat ik ze eigenlijk nooit achter het behang wil plakken. Ik zou soms wel zelf even achter het behang willen zitten. Even rust. Totale rust om me heen. Maar ja, hoe plak je jezelf achter het behang?

Wat wil ik dan echt nog een keer doen?
Kibbeling eten. Verse kibbeling. Mmmmmmm. 5 porties bestellen en dan telkens aan de kinderen vragen: “lusten jullie nog meer”, “jullie hoeven niet alles op te eten hoor”, “als je niet meer lust, dan mag je stoppen”. Je ziet de kinderen denken: dat zegt ze nou nooit bij de sperziebonen. Kinderen prikken nog een stukje gekruide vis aan plastic vorkje en glimlachen vriendelijk naar mamma. Maar gelukkig voor mamma, ze krijgen zo’n bakje dus echt nooit in zijn geheel op.

Picknicken op het Kootwijkerzand. Kleed mee, picknickmand vol lekkers mee, boeken mee. Scheppen voor de kinderen en een portemonnee vol kleingeld voor als de ijscoman met zijn kar voorbij komt fietsen. Het liefst doe ik deze activiteit in het voorjaar. Nu vind ik het te koud. Ik heb het al 3 dagen koud. Loop rond met blauwe knokkels en zit met een jas achter mijn bureau. Picknicken in het voorjaar.

Barcelona bezoeken. Zouden Ben en ik doen als we 12.5 jaar getrouwd waren. Was in maart van dit jaar. 12.5 jaar eerder afgesproken. Huwelijksreis ging naar Florence op voorwaarde dat we dan na een kwart eeuw later naar Barcelona zouden gaan. De stad van Gaudi bezoeken. Ons op laten slokken door bruisende stad. In maart was Ben echter heel slecht en Barcelona? Barcelona? Wat bazelt die vreemde vrouw die telkens in mijn huis rondloopt nu toch over Barcelona? We zijn niet weg geweest. Rondje park was al te veel gevraagd. Laat staan rondlopen in de Sagrada Familia. Barcelona staat nog steeds op mijn lijstje. Over 2 jaar dan maar. Zijn we 15 jaar getrouwd. Is dat ook nog speciaal? Geen idee. Over 2 jaar neem ik mijn kinderen mee. Zijn ze 7, 9 en 11. Is eigenlijk ook veel leuker. Kunnen we achter Spaans behang geplakt worden.

En verder? Verder hoef ik eigenlijk niets meer. Ik vind het allemaal wel prima zo. Ik ben met niets tevreden. Nieuwe gordijnen. Maar die heb ik al heel lang in huis. Misschien dat Ben die nog eens ophangt.

De beukenhaag in de voortaan wil ik er al 8 jaar uit hebben. Ga ik deze herfst toch maar mee beginnen. Is dat ding toch kaal. Hebben we opeens licht in de woonkamer. Vraagt Ben zich in april af of ik de muren misschien gewit heb.
Samen met Ben van de kinderen genieten. 

Een aangepaste fiets. Zodat ik mijn kinderen zonder pijn naar school kan brengen. (Ik begin hier spontaan hartverscheurend te huilen.) Ik geef mijn nederlaag op mijn lichaam toe. Open en bloot op het internet. Pijn heb ik. Pijn. Iedere dag. En zeker als ik gefietst heb. Ik heb geen kraakbeen in mijn knie. Iedere beweging veroorzaakt heftige pijnscheuten die door mijn been trekken. Zorgen voor een zere heup en een vaste rug. Omdat je anders gaat lopen in de hoop geen pijn te hebben. Vergeefs. Bot op bot. Bot op bot. Bot op bot. De hele dag. De laatste tijd zit ik voornamelijk. Een aangepaste fiets, zodat ik geen kracht hoef te zetten met mijn been. Ik geef de strijd op. Ik gooi de handdoek in de ring.


Maar als u mij nu vraagt: wat wil je absoluut nog 1 keer doen voor je er niet meer bent? Ga ik voor kibbeling eten op het Kootwijkerzand. Of toch nog 1 keer met de kinderen naar de zee. 

Eigenlijk wil ik best nog wel heel veel zie ik nu. Oma worden. Ik wil wel graag oma worden.

Ik ben benieuwd wat u nog als allerbelangrijkste wilt doen. Kunnen we misschien samen afspreken op de Veluwse Heide. En nee, ik ben (voorzover ik weet) niet ziek. Maar soms jaagt ons leven ons voorbij en moeten we af en toe even stilstaan bij de dingen waar we vrolijk van worden. Waar we energie uit halen. Toen mijn oma net ziek was vroeg ik aan haar wat ze nog heel graag wilde doen. En ze antwoordde: "het is goed meisje. Ik heb mijn leven geleefd." Mijn oma was klaar. En dat ga ik ook nastreven. Als het klaar is, is het klaar. Is het goed. Kan er op mijn grafsteen komen te staan: Ze heeft haar leven geleefd en van ieder moment genoten. Weet u nog? Heb ik al eens over geschreven. 

zaterdag 22 september 2012

Burendag.

Naar aanleiding van een oproep van onze Lynda Deze Lynda dus1

Ga ik ook online aan de koffie. Koffie met poffertjes. Raar? Ja vast wel. Maar ook ontzettend lekker!!

Oke, thee mag ook.
En als u koffie of thee met poffertjes maar een rare combinatie vind, mag u ook voor een stuk appeltaart gaan hoor. Ook gezellig.
Doet u allemaal gezellig mee met burendag op internet? Lezen we straks uw koffie/thee avontuur.

vrijdag 14 september 2012

Verkiezingsstrijd op de basisschool.


Zoonlief komt stralend thuis. “We hebben het over de politiek! En we hebben zelf een partij bedacht en pamfletten gemaakt en partijpunten geschreven en morgen is de verkiezing tot partij leider.” Duikt achter de computer om alles op te zuigen over de werking van de Nederlandse politiek.

Waar is de tijd gebleven dat hij bij thuiskomst zijn kamer indook, alle bakken lego naar beneden sleepte en auto’s bouwde? Zoon verdiept zich in de politiek. En in de partijpunten. Dienen nader uitgewerkt te worden. Ik vind het allemaal prima. Ga boodschappen halen. Bij thuiskomst staat hij me op te wachten. Wat lief denk ik, hij komt helpen. “Wat voor kip is dit?” Kom ik van een koude kermis thuis. Zoon tilt kipfilets uit de auto. “Een vrouwtje?”  “Plofkip of biologisch?” “Vast een scharrelkip” stamel ik. “Fout! Een scharrelkip is geen biologische kip.” Weet ik wel hoe plofkippen gevoerd worden? Met een trechter! Ik kijk naar de mooie kipfilets, pak ze uit zijn handen en open de kliko bak. Ik heb opeens geen trek meer in kip. Eieren. “Wat voor eieren zijn dit?” “Hopelijk geen plofeieren.” Probeer ik zoon weer kind te laten zijn. “Er staat nergens dat ze biologisch zijn. U mag alleen nog 3 sterren biologische eieren kopen.”  Boodschappen worden gekeurd en voorzien van commentaar  verdwijnen spullen naar binnen. “In ieder geval is de melk afkomstig van echte Nederlandse uitloopkoeien.” Maak ik er een grap van. Niels lacht niet. Schud zijn hoofd als hij ziet dat alles in plastic is verpakt. “Zonde. Echt zonde. Heel slecht voor het milieu allemaal. U bent niet echt begaan met het milieu hé?” Zoon loopt weg. Ik vind dat hele politieke partijen leerproces opeens een stuk minder leuk. Kijk naar mijn aanrecht en naar de boodschappen. Hij heeft gelijk. Alles in plastic. Behalve de eieren. Dat is karton. Kan ik goed recyclen.
Tsja, als je gedeeltelijk in de natuur opgroeit, dan weet je wat er mist in Nederland.

De volgende dag gaan we met de fiets naar school. Dat is beter voor de gezondheid. En voor het milieu. Niels heeft de kilometerstand van mijn auto genoteerd. Zoon draaft door vind ik. Kijk naar mijn auto. Mijn auto kijkt naar mij. Trouwe vrienden worden gescheiden. Na schooltijd komt hij nog blijer thuis. Hij is verkozen tot partijvoorzitter. Gaat achter zijn bureau zitten en werkt zijn partijprogramma verder uit. Wegen worden geschrapt, wandelpaden aangelegd. Kleurplaten worden gedownload en voorzien van de partijnaam. De Partij voor het Milieu. Kan zoon met zijn campagneteam kleurplaten uitdelen op school.

Maandagmiddag. Lunchtijd. Het giet van de lucht en ik besluit de kinderen met de auto op te halen. Fietsen komen vanmiddag wel weer. Zoons. Ja, u leest het goed. Zoons keuren mijn actie af. Publiekelijk. “Met de auto? We zijn niet van suiker!” Hoor ik mezelf in echo zeggen. “We kunnen best met de fiets. Gezonde Hollandse kinderen zijn we.” Dochter stapt bij mij in. Met de auto rijden we naar huis om te constateren dat de jongens al thuis zijn. Met een handdoek staan ze hun haar te drogen. Gezonde Hollandse jongens.
Een Ting. Eerste bestuursbijeenkomst in de oudheid.


Woensdag is de dag van de echte verkiezingen. In school. Alle stemgerechtigden lopen langs het lokaal van zoon. Deur staat open. Mensen kunnen klas in actie zien. Kinderen staan vurig hun plan te verdedigen. Gaat helemaal goed komen hoor met deze generatie Nix. Alle vertrouwen in ze.

Donderdag de verkiezingsdag voor de kinderen. PVHM beland met 9 zetels op de tweede plaats. Gaat in de oppositie zitten om met verve het milieu te verdedigen.

S  avonds gaat hij op tijd naar bed. Moe. Heel moe. Om 21.00 ga ik bij hem kijken. Slapende stoere zoon. Partijvoorzitter van de partij voor het milieu. Zijn lamp staat nog aan. Mag ook niet uit. Brandende lamp behoed zoon voor slechte nachten. Zal ik morgen een uitleg geven over het milieuverspillende aspect? Nee, ik laat zoon gewoon nog even lekker kind zijn. Maar misschien schaf ik wel een spaarlamp aan.

donderdag 13 september 2012

Stemmen.


We gaan stemmen. Nu ben ik van de nieuwerwetse generatie en ben dus gewend aan het stemmen met een knop. Elektronisch stemmen. Ooit heb ik heus wel met potlood gestemd, maar potloden en ik, wij zijn geen vrienden.

Gister naar het stembureau. Oproepkaart: mee. Legitimatie mee en vol vertrouwen naar het stemlokaal. In de doodse stilte van het stemlokaal, nota bene in een school! Lever ik mijn kaart en legitimatie in en krijg een blad aangereikt. Neem alles in ontvangst en begeef me naar de 3 naast elkaar opgebouwde hokjes. Ze staan verkeerd om. Iedereen die achter mij in de rij staat kan zien op wie ik stem. Bij benadering. Iedereen kan zien of ik het papier helemaal uitvouw naar rechts, of slecht 1 keer om op de grote partijen te stemmen. Ga ik bovenin kleuren of onderaan? Tafelblad is te klein. Gemier in te kleine ruimte zonder gordijnen. Sta opeens weer 30 jaar terug bij de schoolarts. “Iedereen uitkleden, gaan we jullie lenigheid even testen.” 6 jarige kinderen op een rij in ondergoed met een arts die in een witte jas met vlekken langsloopt met een hamer en her en der een klap op knie uitdeelt. Begin te transpireren. Opvlieger. Zo nieuwerwets ben ik inmiddels ook niet meer.
Politiek podium in de oudheid. Met de nieuwe lijsttrekker voor de partij van het milieu.

“Waar is de knop?” Vraag ik over mijn schouders. “Knop? Reageert stemmevrouw. Knop? U heeft een potlood! U moet vakjes kleuren!” Ik buig me weer over veel te groot papier. En kleur een vakje in. Zorgvuldig zorgdragend dat ieder randje geraakt word. Mooi rood kunstwerk maak ik in steriele ziekenhuiskamer. Who is afraid of red? Ik niet. Lever vol trots mijn formulier in. Moet in de vuilnisbak gedeponeerd. Nou ja, doe je daar zo je best voor? Verbolgen laat ik potlood ook per ongeluk vallen in gapende opening. Stemmevrouw kijkt me boos aan. Ik volwassen vrouw voel me weggezet als een klein kind die op een grote mensen verjaardag haar stem niet mag laten horen. Ik laat mijn stem nog wel even gelden.

“Ik vond wel dat het nog een hele klus was om alle vakjes rood te kleuren. Mogen jullie de volgende keer best meer tijd voor geven. Wanneer krijg ik de uitslag?” “Uitslag?” Stamelt mevrouw, “uitslag? Hokjes rood gekleurd?” “Ja, de uitslag. Wanneer krijg ik te horen of ik al dan niet geslaagd ben?” Stemmeneer vraagt of ik mijn legitimatie nog een keer wil laten zien.
Stemmevrouw zit lijkbleek achter tafel naar vuilnisbak te staren. Soms, echt heel soms is een situatie zo absurd. TE absurd om waar te kunnen zijn.

Ik ben benieuwd hoelang ze bezig zijn geweest om alle stemmen te tellen. 

maandag 10 september 2012

Hondsbossche Zeewering.


Woensdagmiddag. Pappa is thuis, kinderen zijn thuis, mamma ook. Iedereen is bij elkaar op een doordeweekse dag.  Ik moet heel ver terug gaan wil ik nog zo’n moment naar voren halen. Eigenlijk kan ik me niet herinneren dat wij als gezin, met zijn vijven op een woensdagmiddag iets samen hebben gedaan. (Uiteraard wel in Zweden op vakantie, maar niet in Nederland.)

We gaan naar het strand. De kinderen vinden het strand geweldig, ik niet. Ik vind de zee prachtig en kijk altijd naar de grond om schatten te jutten, maar dat zand op dat strand. Helemaal kriegel word ik daarvan. U zult mij dus ook nooit aantreffen op een mooie zomerdag liggend op een handdoek op 1 van de Nederlandse stranden. Het strand gaat overal zitten en daar ben ik geen voorstander van.

Maar tsja, de kinderen vinden het 1 feest en die luchten en die golven en het veranderen van de vloedlijn en het idee helemaal alleen te zijn staan me wel weer aan. We gaan dus naar het strand. We gaan zelfs speciaal 2 keer per jaar naar Texel om uit te waaien en te genieten zonder allemaal bekenden tegen te komen. Daar op dat eiland omringd door duinen en zee voel je wat een strandjuttter moet voelen ’s morgens in alle vroegte na een najaarsstorm. (Of voorjaars, vult u dat zelf maar in.) Helemaal alleen in kolkend natuurgeweld.


Vandaag gaan we naar de Hondsbossche Zeewering. Bij Petten en Camperduin ligt een afwijkend stuk landbescherming. Een dijk opgebouwd uit basaltblokken. De dijk bestaat uit 2 delen. De Hondsbossche Zeewering en de Pettemer zeewering. De dijk ligt er ongeveer vanaf 1880. In 1981 werd de dijk op deltahoogte gebracht. 11.5 meter boven NAP. Uit nieuwe metingen is gebleken dat de dijk niet sterk genoeg is volgens de geldende normen. De komende jaren wordt een nieuwe  zanddijk opgespoten voor de bestaande dijk.  En dan zal er een heel nieuw gebied ontstaan. Benieuwd wat de kinderen dan leren op school. Ik weet nog van de waker, de gaper en de slaper, maar dat is historie. De gaper is weg. Ik word oud. Ik geef het toe.

Voor de dijk ligt echter een wrak. En nu liggen er duizenden wrakken op de bodem van de zee en tijdens de werkzaamheden zullen er ongetwijfeld weer prachtige archeologische vondsten gedaan worden, maar 1 van de bestaande wrakken ligt vlak voor de kust. Bij laag water komt hij tevoorschijn.  Inmiddels weet u allemaal dat mijn kinderen absolute avonturiers zijn. Pappa parkeert de auto onder aan een dijk. Geen strand te zien. Geen zee te zien. Teleurstelling? Nee, de kinderen zien een hoge trap waar ze omhoog kunnen rennen. Bovenaan blijven ze in 1 klap staan. Stil zijn ze. “Een wrak! Er ligt daar een wrak!” “Kunnen we daar naartoe?  Kanonnen zoeken, schatten zoeken, mensen redden. “  Via 1 van de strekdammen lopen we zo dicht mogelijk richting het wrak. De kinderen kijken ademloos toe. Voelen de eerste golven van de opkomende zee niet die aan hun schoenen eet.

Het wrak is van de HMS Prince George die in 1921 tijdens een storm lossloeg van de ankers en op drift raakte. In de nacht van 28 december kwam hij vast te liggen op hoofd 24 van de Hondsbossche Zeewering. Hij is gedeeltelijk gesloopt, maar een gedeelte van het schip ligt nog gewoon voor de kust als een soort extra kustbewaking. En voor mensen zoals wij. Die op een doordeweekse dag oog in oog komen te staan met een geschiedenisles. Live. Een levende geschiedenisles en die vergeet je niet snel meer.


De afgelopen week hebben tientallen mensen mij gevraag hoe het is om Ben de hele dag om me heen te hebben. Het is heerlijk. Absoluut. Er is zoveel meer rust in huis nu hij gewoon thuis is en ’s avonds niet gestrest en huilend thuis komt. De kinderen stralen. Hebben een fantastische eerste week op school gedraaid. Tuurlijk, wil ik af en toe even een kwartier voor mezelf. Even rust, maar dan stuur ik Ben gewoon naar de supermarkt.  Financieel is het heel, heel krap, maar als je dan op een verlaten stuk landbescherming loopt, en je kijkt naar de kinderen die weer een twinkeling in hun ogen hebben, je kijkt naar Ben die alle tijd neemt om van alles en nog wat uit te leggen, dan weet je wat geluk is. Geluk zit in hele kleine dingen. Krabbetjes zoeken, scheepswrak ontdekken, zandkasteel bouwen, achter de golven de zee in rennen en dan heel hard weer terug omdat de golven weer achter je aan komen. Gierend van de lach als de zee sneller blijkt te zijn en je schoenen vol lopen met zeewater.


Geluk is met geen geld te kopen. Geluk is gewoon met je gezin genieten. Daar kan geen ene rot euro tegenop.  Geluk is gezondheid. En daar hebben we als gezin keihard voor gevochten.

woensdag 5 september 2012

Ben en zijn zoektocht naar zijn innerlijke Zen.


Ben zit thuis. De kogel is door de kerk. Hij gaat niet meer werken. Zaak staat te koop en er is een zaakwaarnemer gekomen. Ben zit thuis.

Dat is grappig. Als gezin op vakantie, als gezin wandelingen maken, er als gezin achter komen dat we een heel ander ritme hebben dan pappa Ben. Dat is dus vooral een kwestie van wennen. Voor de kinderen ook. Als pappa zegt dat iets niet mag, is er geen kind die luistert. Pappa bemoeit zich nooit met wat wel en niet mag. Andersom hebben de kinderen snel in de gaten dat als mamma iets verbied, het van pappa wel mag. Dan luisteren ze opeens. Ben blij, mamma boos.

Na 3 weken wil Ben terug. Terug naar Nederland. Kan zijn rust niet vinden. Tegelijkertijd schrijft Niels naar de directeur: “pappa vind zijn rust weer terug.”  Mooi om te lezen dat de kinderen andere signalen oppikken.  Ben besluit om te blijven en probeert verder te genieten. Lukt soms wel, soms niet. Ben is rusteloos. Weet niet hoe zijn toekomst eruit gaat zien, heeft nul komma nul inkomen en maakt zich zorgen. Wij niet. We zien het allemaal wel. Komt tijd, komt raad.

Terug in Nederland worden we in 1 keer in het Nederlandse ritme geduwd. Terug in het regime. Terug in de stress en de spanning. STOP!!!! Dat laatste weigeren we. We blijven relaxed. Gaan boodschappen doen met zijn vijven en kijken rustig rond naar de groentes, hoewel we aan alle kanten weggeduwd worden door zuchtende mensen met heel veel boodschappenhaast. Armen reiken over ons heen naar de champignons, karretjes worden tegen onze enkels geduwd. Wij blijven rustig kijken. Kastanje champignons, of toch de gewone? Komen om 9 uur pas beneden, kleden ons tegen tienen aan. Simpel omdat dat nu nog kan. Ontbijten buiten in het vroege zonnetje, drinken koffie in de middaghitte en eten avond in de luwte van de zomer.
De buitenwereld binnen. Of de binnenwereld buiten?


Pappa blijft onrustig. Belt naar het hoofdkantoor, krijgt informatie, haalt weer adem. Heeft plannen voor 10 jaar, maar doet ondertussen niets. Zit op de bank met beeldschermen en stapel kranten van 6 weken. Worstelt met zichzelf. Komt tot rust op de bank met de gordijnen dicht. Deuren en ramen het liefste ook. Sluit de buitenwereld daar waar die hoort. Buiten.

De kinderen gaan naar school. En hebben hun rust gevonden. Hebben zin om weer te beginnen en gaan zonder probleem naar school. Half uur te vroeg staan we op het schoolplein. Te popelen. Met Pappa. Pappa gaat mee. Brengen en halen. Brengen en halen. Leest verhaaltjes voor, komt voor zijn dochter op, spiekt in de klas van oudste zoon. Oudste zoon die voor het eerst in de geschiedenis zo de klas inloopt en gaat zitten op zijn plaats. Zonder drama, zonder geheim agent juf. Gewoon helemaal zelf. Mamma zit om 10 over half negen thuis aan de koffie. Geen zweetdruppel gevallen. Voor het eerst in 4 jaar. De eerste ochtend is gewonnen.
Nieuwe hobby?

“Wat heb ik toch een rustgevende invloed op de kinderen hé?” Constateert Ben tevreden bij de tweede kop. “Zeker schat. Wat gaan we doen vandaag?” “Doen? Ehm, ja, ik wil zoveel doen, maar ik kan nergens aan beginnen.” We fietsen heen en weer, heen en weer. Snappen dat dit best gezellig is, maar niet de oplossing. Ik stuur Ben dinsdagmorgen weg. Op de koffie ergens, bij iemand. Maakt niet uit. Ik heb na 6 weken behoefte aan even tijd voor mezelf. Rust. Best gek, om iemand opeens 24/7 om je heen te hebben. Heel leuk hoor, samen koffie drinken, maar mijn ramen en mijn was en de stofzuiger en…. Ik wil schrijven zonder achtergrond geluid en muziek luisteren en in de tuin de krant lezen en op school in de tuintjes en….

“Tsja, wat ga ik doen het komende jaar, ik ga rust zoeken en er daar van genieten. Ik ga een jaar aan mijn herstel werken. Ik ga op zoek naar mijn innerlijke zen. Dat schijn je toch te moeten tegenwoordig? Op zoek gaan naar je Zen? Dat ga ik dan maar doen.” Hoor ik Ben vertellen aan een bekende.
Op zoek naar Zen, of toch de bosbessen?


Ben gaat op zoek naar zijn innerlijke Zen. Ik hoop dat hij hem vind. En dat die van mij daar dan ook gewoon ligt. Scheelt mij weer een jaar zoeken.  Ondertussen zal ik er voor zorgen dat hij de stofzuiger vind en het aanrecht. Pappa hield altijd van koken. Kon dat ook heel erg lekker. Hopelijk vind hij die passie als eerste terug. Zijn we allemaal gelukkig.

Het nieuwe schooljaar is dus goed begonnen. Om in de termen te blijven: de kinderen hebben hun Zen.  Wij lopen rond met een grijns op ons gezicht van oor tot oor en weer terug. We komen in Harmony! 
Foto van At Home Living.

dinsdag 4 september 2012

Pippi Langkous land. Oftewel: Astrid Lindgrens Värld.

Standaard uitje in de afgelopen vakanties is een trip naar Vimmerby. Hometown van de bekende Astrid Lindgren. In Vimmerby is een park gebouwd dat er niet alleen keurig verzorgd uitziet, er heerst een serene rust. In een pretpark. Serene rust. Mensen nemen zelf hun picknickmanden mee en overal staan grilltafels. Vuurtje stoken, worstjes grillen, genieten. Bij de ingang kun je voor 20 kronen een karretje huren en daar zet je tassen en manden en soms ook kinderen op/in. Het avontuur kan beginnen.
Goed, hier waren we al een aantal uur op pad. De kinderen hadden de waterspeeltuin reeds ontdekt.

In Pippi Langkous land, zoals onze kinderen het park noemen, komen de verhalen van Astrid Lindgren tot leven. Acteurs spelen Emil, Pippi, Karlson på taket en alle andere verhalen na. Tot in detail. En al is het in het Zweeds, alle kinderen kijken ademloos toe. Schrikken als ze in de setting van De gebroeders Leeuwenhart zitten en opeens omsingeld zijn door de zwarte ridders. Helpen Pippi om uit handen te blijven van de rovers die het voorzien hebben op de schat van haar pappa. Helpen Ronja de Roversdochter om een schuilplaats te vinden in het bos. Kruipen door de kelders van kabouter Tomte Tummetot .
De gebroeders Leeuwenhart.

Tomte Tummetot woont in de kelders onder een huis. Alle meubelen zijn heel groot gemaakt en de kinderen vinden het eigenlijk een beetje eng. Vooral als we onder het bed een holletje inkruipen. De ingang naar de verblijfsruimtes van Tomte Tummetot. Alles is megagroot. Van haarborstels tot lucifersdoosjes, van klosjes touw tot toiletpotten. En bij die toiletpot gaat het mis. Terwijl Sophie en Niels op het toilet proberen te klimmen, dondert het deksel van het doorspoelreservoir naar beneden. Niels en Finn rennen naar de in/uitgang voor volwassenen, pappa er achteraan. Sophie rent gillend door de gangen naar het holletje onder het bed. Om vervolgens te verdwijnen. Ergens. Ik wurm me ook door het muizenholletje, maar geen Sophie meer te zien. Ben en de jongens staan bij het mega grote tuinmeubilair en we besluiten ieder langs 1 zijde van het huis te gaan wandelen. Dan zouden we Sophie tegen moeten komen. We vinden haar weer terug, uitgegild en al, maar het huis van Tomte laten we verder links liggen. Zorgt nog 3 weken voor nachtmerries bij de jongste 2 kinderen. Het idee dat er kleine mannetjes onder je bed wonen en daar rammelende toiletpotten hebben staan zorgt niet voor een gezonde nachtrust.
Tsja, en dan ben je opeens weer heel klein.
Bij Ronja de Roversdochter zijn er bosnimfen. Met paarse en groene haren. En ook die wezens maken diepe indruk. In de auto terug naar huis hebben ze het over de mini mensjes die in het bos leven. Zijn ze nu wel, of niet kwaadaardig? “Vast niet” doorbreekt Finn na een tijdje de discussie. “Weten jullie nog vorig jaar dat mamma paars haar had? Mamma is dus eigenlijk ook gewoon een bosgeest. En mamma is toch heel lief? “ De andere zijn nog niet overtuigd. Mamma eigenlijk ook niet. Hoezo een bosgeest?
Ronja de roversdochter bovenop de waterval.

Gedurende de dag lopen we van toneelstuk naar toneelstuk. Zijn de kinderen hoofdpersonen in een spannend jeugdboek. En hoewel we hier al 5 keer eerder zijn geweest, vervelen doet het nooit. Ieder jaar zien we nieuwe dingen, begrijpen we meer van de verhalen. Lopen we van picknickplaats naar picknickplek. Van speeltuin naar hindernisbaan. Hebben de kinderen de grootste lol.
Met water spelen. Dammetjes bouwen. Altijd feest.
Thuis wordt er nog een tijdje na gediscussieerd over wie nu wie is. Finn is Emil. Sophie is Ronja de roversdochter, maar toch ook Pippi, Niels is de grote broer uit de gebroeders Leeuwenhart. Pappa is; tsja pappa. Pappa is Karlson. We zien pappa wel met een vliegtuigmotertje rondrennen. Broem, broem. 
Pappa på taket. Ehh, sorry. Karlson på taket dus. Let op de propeller op zijn rug.
En ik, wie ben ik dan eigenlijk? Pippi roept u nu allemaal. Nee, mensen geen Pippi meer. Ik ben volwassen geworden weet u nog? Soort van in ieder geval. Laat mij maar de mamma zijn van de avonturen van het eiland Zeekraal. Ben ik mamma Melkerson, die de belevenissen van haar gezinsleden aan het papier toevertrouwt.  Kunt u tot in lengte van dagen genieten van de belevenissen van mijn gezin. En nemen we u mee op avontuur.