maandag 30 september 2013

Kinderpostzegels.

Net als vorig jaar gaat oudste zoon de deuren langs om kinderpostzegels aan de man te brengen. Of aan de vrouw. Kan natuurlijk ook.Vorig jaar had hij flink de smaak te pakken en werd hij de beste van zijn klas met het aantal verkochte postzegels. En ook dit jaar kwam hij enthousiast thuis. Of eigenlijk kwam hij helemaal niet thuis, want meneer ging direct uit school met de fiets de buurt in om postzegels te verkopen.

De mensen die de deur openden kregen een heel verhaal te horen over het goede doel, scholing voor kansarme kinderen in het buitenland, maar ook projecten in eigen land zoals pleegzorg kinderen. Klasgenoot die de route van Niels volgde. want vorig jaar dus eerste, pakte het slimmer aan: belde aan, verkocht al dan niet zijn postzegels en belde bij het volgende huis aan. Aan het einde van de straat moest hij dan even wachten, want de route van Niels moest gevolgd worden.

Niels nam echter zijn tijd. Als hij ergens voor gaat, gaat hij er vol voor. Hij verkoopt dus pleisters en postzegels en zorgt voor een kwartier entertainment bij de deur. (Behalve bij een bekende van school, die mocht zelf haar formulier invullen, tijd is geld en hij moest nog naar een cursus)

Nu heeft hij ontdekt dat hij ook online verder kan gaan met verkopen. Ingelogd; tweets verzonden. Via mamma's Twitteraccount, want dat heeft 10 jarige zoon natuurlijk nog niet zelf. Facebook is ook al geconfisqueerd door zoon. Alles voor de kinderen die niet naar school kunnen.

Goed, online verkopen dus. Als u nu thuis zit en de kinderen met postzegels heeft gemist, en eigenlijk wilt u heel graag het goede doel steunen: dan kunt u bestellen via Niels. Worden de postzegels/kaarten/pleisters zelfs gewoon thuis gestuurd. Extra service van het huis zeggen we maar.

Bestellen kan via de onderstaande link: Koop kinderpostzegels bij Niels!!


Namens alle schoolkinderen in Nederland en het buitenland en vooral ook namens Niels: BEDANKT!!!!


vrijdag 27 september 2013

Mamma is een kip.

Julia en Rune willen buiten spelen, maar het regent. En met regen worden ze nat. Maar als het regent komen er wel mooie plassen. Plassen om in te springen. Plassen die dan plats-plats-plats doen. En als je dan heel lang buiten blijft, krijg je straaltjes uit je haar. Van de regen. Dat is wel gaaf! Maar straks moeten ze naar een verjaardag en dus hebben ze mooie kleren aan. Mamma staat in de douche en heeft Rune en Julia voor de televisie gezet. “Even geen ruzie maken en niets knoeien op jullie kleren!”

“Zullen we?” Vraagt Rune aan zijn zus. “Ja, dat wil ik wel, maar mamma heeft gezegd dat we niet vies mogen worden” “Nee, we mochten niet knoeien. Dus we mogen best naar buiten om een beetje nat te worden” “Oké dan. Maar ik trek wel mijn laarzen aan. Voor de zekerheid”

Ze lopen samen naar buiten. Mamma staat nog steeds in de douche. En eigenlijk staan zij nu ook in de douche. Buiten. Net als van de zomer op de camping. “Buiten douchen is gaaf!!!” Rune stampt voorzichtig in een plas. Plats! Doet de plas en de druppels schieten alle kanten op. “Kijk uit! Ik word vies” roept Julia, maar Rune hoort het niet. Plats doet ook de volgende plas. “Leuk is dit! Kom je ook?” Julia kijkt naar haar nieuwe maillot. Zonder gaten en zonder vlekken. Ze kijkt naar haar mooie rokje. Haar rokje die heel mooi zwiert als ze een rondje draait. Zwier! Doet het rokje als ze op haar laarzen een rondje probeert te draaien, maar haar laarzen hebben geen gladde zolen zoals haar mooie schoentjes. Plats! Doet Julia dus ook vol in de plas. Ze voelt het water op haar billen, snel stat ze op. Haar mooie nieuwe maillot is nu vies en modderig.

“O nee! Wat doe jij nu!” Roept Rune! “Je bent helemaal vies! Zo kun je niet mee en nu gaat mamma boos worden. Kom, ik veeg je wel schoon!” Rune plukt een pol gras en gaat haar maillot schoonvegen, maar het helpt niets. Er komen nu ook groene vlekken op haar benen en op haar rok. Rune zucht en veegt zijn handen aan zijn broek af. “Nee!” Roept Julia, maar het is al te laat. De spijkerbroek van Rune heeft ook vieze groene vlekken.

“Wat nu?” “Ik weet het” zegt Julia. “We trekken onze kleren uit en gooien het in het sop” Snel rennen ze naar binnen en schoppen hun laarzen uit bij de achterdeur. De linker laars van Rune vliegt een stukje door de lucht en land tegen de witte muur. Vieze zwarte vlek blijft achter. “O-o, dit is een ongeluksdag! Geef mij jouw kleren en dan maak jij die vlek schoon” beveelt Julia. “Ja, maar waar ga ik dit dan mee schoonmaken?” “Geen idee. Als je maar geen gras gebruikt. Pak de toiletborstel maar!” Julia rent met handen vol vieze kleren naar de keuken. Ze is net bezig met een sopje als ze mamma boven op de gang hoort lopen. “Opschieten Rune, mamma komt zo naar beneden!” Het sopje schiet niet echt op, en dan ziet Julia de vaatwasser. Veel makkelijker! Ik gooi de kleren in de vaatwasser en dan ga ik Rune helpen. Dan doet die wasmachine de kleren schoon maken en ze komen er droog weer uit.

Ze propt een blokje in de machine, kleren gaan erbij en de deur gaat dicht. Naar Rune! Haar broertje staat in zijn blote billen de muur schoon te maken met de toiletborstel. Blauw water vermengt zich met witsel van de muur. Lichtblauwe sliertjes water lopen naar beneden. Kleine stukjes toiletpapier hangen als veertjes aan de muur. “Het lijkt wel een paard!” Giechelt Julia, maar dan gaat de deur open en stapt een schoongewassen mamma de kamer in.

Mamma kijkt naar de ravage op de muur. En mamma kijkt naar de twee blote kinderen. “Wat zijn jullie in hemelsnaam aan het doen?” “We maken een paard op de muur” zegt Rune. “Een blauw paard met zwarte vlekken” “En waar zijn jullie kleren?” “In de vaatwasser” antwoord Julia. “Want we waren buiten en toen vielen we in het water en toen kwam er gras op en toen trokken we onze laarzen uit, maar de muur werd zwart en het sop ging niet snel en de vaatwasser maakt alles schoon en droog en dus kunnen we straks gewoon mee naar de verjaardag, maar we hebben wel een blauw paard op de muur”

Mamma zucht heel diep en zucht nog eens een keer nog veel dieper en zegt dan weer zo’n typische mamma opmerking: “jullie denken nooit na. Net als een kip zonder kop” Julia en Rune kijken elkaar aan en beginnen te lachen. Steeds harder. Een kip zonder kop! Dat kan toch helemaal niet! Tok tok doet Rune, Tok-tok-tok doet Julia en ze rollen in hun blote kont over de grond. Tok-tok-tok doet mamma nu ook en mamma hupt op haar hurken door de kamer. Tok-tok-tok! “Mamma is een kip! Mamma is een kip! Ja!!! Mamma is een kip zonder kop!”


Een half uur later; draait de wasmachine met de vieze kleren, en zitten Julia en Rune met nieuwe nette kleren in de auto. Alles is weer opgelost. Behalve dan dat blauwe paard op de muur. Daar moet mamma opnieuw voor witten, maar voorlopig mag het paard op de muur blijven staan. En Julia en Rune zitten trots achterin de auto. Hun mamma is een kip!

Ik heb natuurlijk geen foto's van een kip zonder kop.

maandag 23 september 2013

Educatiebos deel 2

Vanmiddag was het dan zover. We zouden een kijkje nemen in het speelbos annex educatiebos. Nu waren wij gister weer een keer in het bos geweest en zelfs mijn kinderen vonden de bagger te vies. Of eigenlijk vonden ze zichzelf na 5 minuten al te vies. Dan zijn mijn kinderen natuurlijk ook wel heel erg verwend met de schoolbossen in Zweden die wij iedere keer weer met een bezoek vereren. En tsja, dan valt een modderpoel toch een beetje tegen.

Onder het mom: het begin is er, en is een goed begin niet het halve werk? Togen we vanmiddag met een paar leerkrachten, de boswachter en een vrijwilliger het bos in. De paden op, de lanen in. Dat principe. We bleven op het pad, op de 1 of andere manier konden we niet bij het gedeelte met de kabelbaan komen.  Nu weet ik sinds gister waarom we daar niet zo makkelijk kunnen komen, maar u kent mij allen: ik blijf positief! U zult mij niet over de modderpaden horen. Doel van vandaag was niet zozeer het gedeelte wat al  in ontwikkeling is, maar meer het educatie gedeelte.

De boswachter wist een prachtplek. Midden in het bos, goed bereikbaar vanuit school en geïsoleerd genoeg om geluiden van buitenaf te filteren. Ik liep achteraan met 1 van de juffen (niet op te letten, maar te kletsen) en opeens was de boswachter weg. Goed gecamoufleerd was hij rechtsaf geslagen het diepe donkere bos in. De woestenij van de Waard. Wij achter hem aan. Moderne versie van Jane. Of als de vrouwelijke Indiana Jones. Maar dan zonder lianen. We blijven natuurlijk wel gewoon met beide benen op de grond. Of met onze hakken in de blubber. 1 van de juffen verdween tussen de boomstammen uit het zicht. Vergezeld door boswachter en groene vrijwilliger. Wij bleven een beetje achter. Liepen behoedzaam onze GPS Coördinaten te checken. Klein Duimpje anno 2013.

Het moet gezegd, er was een heel mooi plekje in het bos. Semi natuurlijk ontstaan vanwege het afbreken van een boom. Een boom die in een andere boom had gehangen en daardoor een soort natuurlijke ontmoetingsplek had gecreëerd. Mooie hoge bomen rondom. Licht van bovenaf, kwetterende vogeltjes en ergens in de verte verstomde geluiden van spelende kinderen. In dat speelbos. Niets meer aan doen vonden de juffen. En vond ik eigenlijk ook wel. Nou ja, er moet natuurlijk nog heel veel gedaan worden eer het een echte buitenklas is, maar de plek is er alvast.

En in gedachten terugwandelend zag ik daar die kinderen wel zitten. Met zijn allen rond het kampvuur. Stokken uit het bos bekleed met zelfgemaakt deeg en worstjes van de U.nox of de A.ldi hangen boven dat kampvuur en de juf of meester die vertelt over het ontstaan van het bos, over de eekhoorntjes, over de paddenstoelen rondom. De kinderen die na schooltijd met rode konen en vol verhalen uit dat bos komen vallen. Die deze lessen nooit meer zullen vergeten. Want wat weet u nu nog van de slag om Antwerpen? Of van de Amerikaanse burgeroorlog? Maar wat u zich vast nog kunt herinneren was dat u vroeger als klein kind met vlechtjes  in het haar ging slootje springen. Visjes ging vangen met een netje. Kikkers ving en hutten bouwde. In de vrije natuur.

Zouden ze ook lessen voor de pappa’s en mamma’s organiseren daar in dat educatiebos? Dan slingeren wij met onze looprekken door de toppen van de bomen, gaan we als Tarzan via de tokkelbaan naar beneden om al tijgerend ons avondmaal te veroveren. Roosteren we dat everzwijn boven het kampvuur en zingen we gebroederlijk eens iets anders dan drie kleine kleutertjes.

Ja, dat educatiegedeelte zie ik eigenlijk wel zitten.

Uitvinden hoe diep het water is.


zondag 22 september 2013

Educatiebos.

Sinds een aantal maanden hebben we in het bos in ons dorp een soort educatiepad. Het idee erachter is dat kinderen weer achter de computers vandaan gaan en het bos in trekken. Hutten bouwen, slootje springen, in bomen klimmen, verstoppertje spelen, kortom: de natuur herontdekken.

Dat idee was dus eigenlijk zo gek nog niet en de school van de kinderen vond dat ook. Een samenwerking was ontstaan. Kinderen gingen aan de slag met bakken prut, takjes, wol en andere spullen om een maquette te maken. Een aantal ideeën werd werkelijkheid. Vrijwilligers gingen vol vuur aan de slag om een schoolbos te creëren. De opening was een succes. Een aantal schoolklassen gingen naar de opening en hadden de grootste lol.

Dat was vlak voor de grote vakantie. Daarna werd het stil. Onze kinderen gingen in de laatste week van de vakantie naar het bos en kwamen druipend van de modder terug. Na een kwartier al. Mopperend. Het is 1 grote vieze bende kreeg ik te horen. En dat klopte. De paden waren 1 bemodderde stroom. Zelfs als volwassene, die dus niet slingerend aan een kabel van de ene naar de andere kant wilde komen, was het een gevecht om rechtop te blijven staan. Hilariteit onder de kinderen was groot toen mamma pardoes languit ging. Zwarte billen en dito kleding.
Nat en modder. Veel modder.


Nu kent u ons, en wij zijn van het buitenleven. Lekker studderen in het bos, onontdekte paden ontdekken. Heel veel bosuren hebben wij op ons conto staan, maar dit bos hadden we na 1 keer eigenlijk wel gezien. Vieze bende was het.

Vandaag gingen we op herhaling. Dat zit zo: morgenmiddag mag ik samen met een delegatie van school; en een delegatie van de bos vrijwilligers het bos in om (positief opbouwende) kritiek te leveren. Wat kan er nog beter? Heel veel heb ik vanmiddag weer gezien. Er kan echt nog heel veel beter. Het begin is er, maar het einde is nog lang niet in zicht. Vandaag hadden we namelijk al na 3 minuten allemaal prutpoten, de kinderen zwarte billen en handen, en onze kleine clown was zelfs zwart en bemodderd tot achter zijn oren. Spek en spekglad was het in het bos. Van de tokkelbaan naar beneden om dan te landen midden in een plas. Bruggen bouwen met houten stammen en zo de sloot in glijden. Verder lopen tussen de bomen door, omdat er verderop nog een stuk was, maar eigenlijk het pad niet eens kunnen bewandelen.
Ehhh, mamma! Ik gleed per ongeluk uit.



Ben ik negatief? Ja. Dat ben ik. Ben ik teleurgesteld? Ja. Dat vooral denk ik. Want er is zoveel mogelijk met een educatie bos. En nee, het hoeft allemaal helemaal niet veel te kosten.  Ik ben benieuwd morgen. Benieuwd wat we voor elkaar gaan krijgen om het bos een echt mooi educatie bos te laten zijn waar we als school heel trots op kunnen zijn. En waar we met de kinderen nog vele uren kunnen doorbrengen. Biologie onderwijs in de natuur. Waar vind je dat nog in Nederland?
De absolute hit. Via de touwbrug naar de overkant en door de sloot weer terug.

vrijdag 20 september 2013

Sophie en de Chinese mevrouw.

Sophie gaat boodschappen doen. Niet omdat ze dat zo leuk vind, en niet omdat ze honger heeft, of geen toiletpapier meer heeft, maar ze wil cakepops maken en mamma heeft geen beslag meer. Mamma heeft dan geen beslag meer. Maar mamma wil toch geen cake bakken? Dus wie heeft er nu geen beslag meer?” Moppert mamma. Mamma moppert altijd overal op. Daar is ze mamma voor zegt ze. Sophie vind dat maar stom. En dat mamma geen cakemeel heeft, is ook al stom.

Sophie huppelt naar de winkel. Met geld in haar ene broekzak, en een bonuskaart in de andere. Want je weet maar nooit of er toevallig bonus aanbiedingen zijn. Sophie vind mamma heel vaak stom. Volgens mamma komt dat omdat ze zo op elkaar lijken. Hoe dom is dat! Mamma is al oud en grijs en gerimpeld en zelf is ze blond en altijd vrolijk aan het stuiteren. Boordevol ideeën zit ze. Cakepops maken bijvoorbeeld als je uit school komt. Hoe gaaf is dat! En dan zoveel alvast proeven dat je bij het avondeten vol zit en geen bietjes meer lust. Slim is ze dus ook al zegt ze het zelf.

Cakemeel met kaneel; cakemeel met prinsessen en draken op de verpakking; cakemeel in een akelig saai pak; en cakemeel met honing. Cakemeel met honing. Wat vreemd. 1 pak is in de aanbieding, maar dan zelfs nog duurder dan die met honing. Ze pakt een pak meel met honing en loopt naar de tijdschriften. Daar mag je als kind niet komen van de manager, maar als je slim bent; wacht je op een mevrouw die tijdschriften gaat uitzoeken. Eigenlijk doen al die vrouwen hetzelfde: ze pakken een V.T wonen en bladeren daar dan door. Als ze zich onbespied wanen, leggen ze de V.T wonen weer terug om achteloos een Privé te pakken en daar gaan ze dan in lezen. Niet bladeren, nee lezen! Zelf kun je dan al op de grond zitten. Op je knieën en dan ook lekker lezen. Want die boze manager denkt dan dat je bij die mevrouw hoort. En dan durft hij je niet weg te sturen. Soms maakt een dame heel snel haar keuze en moet je opstaan en weer om het hoekje wachten tot de volgende mevrouw een woonblad pakt. Dan weet je dat je weer verder kunt lezen.

Zelf vind ze de paardenboekjes leuk en de D.onald Duck. Daar staan gekke grappen in. Geweldig zijn die. Rare eend met slimme neefjes. Ook nu weer. Sophie schatert het uit en vergeet te kijken naar de dame. Vergeet op de boze manager te letten. Sophie leest en opeens hoort ze:  “AHUM!” Naast haar staan 2 zwarte schoenen. Glimmend gepoetste zwarte schoenen. En in die schoenen zitten zwarte sokken, met daarboven een gestreepte zwarte broek. En ze hoeft niet verder omhoog te kijken om te weten bij wie die schoenen horen. De Boze supermarktmanager!!!!

Snel staat ze op, slalomt om de wachtende mensen bij de kassa, zwaait naar een juf en een buurman en rent langs de kassa de winkel uit. Trappen af en de bocht om. Daar staat ze stil. Dat ging maar net goed. Nu naar huis om cake…. “Nee!!!!!!” schreeuwt ze over straat. Het pak cakemeel staat op de grond bij de boekjes. Dat worden dus gewoon weer appeltjes en druiven. En een mamma die dan weer zucht en moppert dat ze ook altijd alles zelf moet doen.

Ze sjokt naar huis. Langzaam. Bij het parkje merkt ze dat een mevrouw achter haar aan komt. Zwaaiend. Maar Sophie mag niet met vreemde mensen praten, dus zet ze het op een lopen. Mevrouw achter haar aan. Door een steegje. Aan het einde van de steeg komt de mevrouw aan het begin. De bocht om, afsnijden door een tuin en nog een steeg in. Door het gemeenteperk, de straat in waar haar huis staat. En ondertussen rent de Chinese mevrouw met een tas achter haar aan. Zwaaiend en roepend. Maar Sophie hoort niets, ze rent door naar huis. Zo snel mogelijk naar mamma. Belt aan als ze thuis is. Eindelijk thuis is. Veilig voor die mevrouw, maar mamma roept van zolder naar beneden dat ze er aan komt. “Schiet op!”Roept Sophie. “Ik word ontvoerd!” Meisje? Klinkt een zachte stem achter haar. “Jij cakemeel velgeten zijn in de winkel.” Sophie krijgt van de mevrouw het pak cakemeel met honing. “Veel pleziel! En eet smakelijk!” Dank u wel mevrouw roept Sophie naar de Chinese dame die met een doekje haar voorhoofd afveegt en langzaam wandelend de hoek weer om gaat.


“Wat super zeg. Je bleef wel lang weg. Heb je cakemeel? Dan gaan we bakken. Gezellig” Zegt mamma. “Ja”, antwoord Sophie. “Alles ging helemaal goed. Dankzij de Chinese mevrouw” “Chinese mevrouw?” vraagt mamma. Laat maar. Mamma snapt toch nooit iets. Vreemde mensen zijn echt niet altijd eng. Ze kunnen ook gewoon heel aardig zijn.
Omdat mamma ook weer geen foto van een cake heeft!

donderdag 19 september 2013

Cupido incognito.

Vlinders vliegen overal.
In de tuinen; in de bergen; in de berm van de weg.
Felle kleuren, fladderend op weg naar jou.
Twinkelogen, strakke blik, even weg,
In mijmering. Stil gedachten, even wachten,
Liefde komt echt overal.
Overal en nergens.
Vlinders vliegen vogelvlug
Van jouw ogen naar mijn buik

En dan weer terug.




maandag 2 september 2013

De vogel van Lynda.

Soms heb je vogels die vliegen. Van boom naar heg, naar vetbol, naar konijnenvoerbak en weer terug naar de heg waar ze ergens verstopt een nestje hebben. Soms heb je mensen die hun ramen lappen. Zo goed, dat een vogel het verschil niet meer ziet tussen vrije aanvliegroute en woonkamerraam. Pats hoor je dan af en toe. Ga je kijken en dan ligt daar zo’n zielig hoopje vogel op de terras tegels. Sneu. Vandaar dat wij na het ramen lappen de kinderen altijd even naar buiten sturen om met water en zand mooie kunstwerken op de glimmende ramen te maken. Kunnen de vogels er niet meer tegen aan vliegen. Kunnen wij niet meer naar buiten kijken, maar ach, je moet iets voor de kwetsbaren onder ons overhebben.

Men neme een koolmeesje. En dat koolmeesje vloog tegen een raam aan. Een gelapt raam. Kan haast niet anders. Of misschien werd zijn blik vertroebeld door de schaal met vers gebakken koekjes die binnen op de tafel stonden. Hoe het ook tot stand kwam, er volgt een harde Pats! En vogel stort ter aarde. Of eigenlijk stort hij op het balkon. Waar hij zich verstopt onder een tafel. Of waar zij zich verstopt, maar bij een vogel is dat soms lastig te achterhalen.

De bewoonster van het huis, verder te noemen heldin 1, besluit een reddingspoging te ondernemen. Ze neemt het naar adem happende hoopje vogel op haar hand, begint met mond op snavel beademing en na luttele minuten gooit ze het vogeltje over de rand van het balkon. Zo de ruime wereld weer in. Vogeltje fladdert wat, tsjilpt misschien nog een dank je wel heldin! En vliegt weg. Heldin gaat verder naar haar koffie tafel met verse koekjes.

Wat heldin echter niet zag, is dat het tsjilpen geen bedankje was, maar een help! Mijn vleugel is lam! Help! Dat soort getjilp. Als heldin naar binnen gaat, stort het vleugellamme vogeltje zo naar beneden. Om op de straat stenen tot stilstand te komen. Bij de achterdeur. De deur met dat kattenluik. Maar gelukkig zijn ook de geursensoren van de huiskat uitgeschakeld door de lucht van versgebakken koekjes. Kat krolt (of wat een kat ook doet) op de schoot van baasje in de hoop om een paar lekkere kruimels te krijgen. Misschien wel een heel koekje, maar bazin heeft het over kattendieet. Als de kat de geur van vogel opsnuift en naar de achterdeur loopt, is de redding echter nabij.

Tromgeroffel, tromgeroffel. Wie is er eerder bij hoopje veren op straat? Kat met honger of held nummer 2. Held in de vorm van een jongetje. Een jongetje van 6 die de nieuwe Freek wil worden. Dierenredder en dierenvriend. De kat is bij de achterdeur, poot kleppert al tegen kattenluik aan en jongetje ziet snorharen van kat door de deur naar buiten komen. Ksst, kstt, roept het jongetje en begint te rennen. Kat druipt af met staart tussen zijn benen en jongetje ontfermd zich over inmiddels blinde vink. Vleugellamme blinde vink. Jongetje neemt vogel mee naar huis en samen worden ze de beste vriendjes. Vogeltje en jongetje. Onafscheidelijk zijn ze. Net als Pluk met zijn kakkerlak.


En dit allemaal naar aanleiding van een foto op Facebook en mijn sarcastische opmerking die door de heldin van dit verhaal, die uit Limburg, niet op prijs werd gesteld. Maar u ziet, ik kan ook verhalen tot een goed einde schrijven. Het was per slot van rekening een koolmeesje en geen spreeuw die op weg was naar de Engelse pastei. 

vreemde vogel.