donderdag 29 maart 2012

Konijn. Konijnen.


Sophie wil heel graag een konijn. En normaal gesproken krijgen de kinderen echt niet zomaar dat wat ze willen, maar Sophie is jarig en het allerliefste wil ze een konijn. Een witte. En Sophie heeft iets nodig waar ze voor kan zorgen, waar ze mee kan knuffelen en waar ze van kan genieten.

Een konijn. Mamma gaat overstag. Kost niet eens zoveel moeite. Mamma ziet het wel zitten een konijnen grasmaaier.  Sophie heeft al zakken met voer in huis. Waarom? Waarom? Als er 1 ding is wat ik de afgelopen negen jaar heb geleerd is dat je soms niet moet vragen Waarom? Krijg je namelijk geen antwoord op. Het alvast hebben van konijnenvoer is helemaal logisch in de kinderlogica. Doe je gewoon soms net of je kinderen helemaal begrijpt. Soms.  Er zijn ook koekjes voor het konijn. Gestampte worteltjes in de vorm van hartjes en geperste appeltjes in de vorm van: jawel, appeltjes. Ook nog een zak met gevulde koeken. Ingrediënten: groenten en mineralen. Een stuk gezonder als de schoolkoekjes van dochter derhalve.

Konijn krijgt beter te eten als bazin. Of beter gezegd: eten beter als bazin. Bazin weigert tegenwoordig alles te eten waar broodnodige vitamines in zitten. En of het nu rood, groen of geel is, maakt allemaal niet uit. Groente is groente en hoeft niet perse groen te zijn. Maar gegeten word het niet. Komen we straks nog even op terug.



We gaan voor een konijnenhok kijken. 1 met een onderren. Kun je het hok op het gras zetten en knaagt het konijn stukje voor stukje mijn gras kort. Hoef ik niet meer met snoeren en machines in de weer. Konijn maait het gras. Pappa gooit roet in het eten. “Dat gaat hem dus niet worden. Ontsnapt dat beest.” “Natuurlijk niet werp ik tegen. Er zit toch gaas om het onderste gedeelte? Blijft hij keurig zitten waar hij zit.” Pappa buldert het uit. Mensen draaien zich om, kijken van mij naar pappa en weer terug. Ik haal niet begrijpend mijn schouders op. Typisch pappa. Niemand snapt ooit zijn grappen. Best wel zielig voor pappa. Pappa is uitgelachen. “Wat doen konijnen?” Die weet ik, ik heb opgelet tijdens biologie. “Nou, die knagen gras, leggen zwarte dropjes, drinken water en slapen.” “Ja, en ze graven holen!” “En?” vraag ik. Pappa buldert weer verder. Ik begin me nu een beetje zorgen te maken om pappa. Mensen staan een stuk verder verwonderd naar ons te kijken. “Een konijn graaft een hol! Leven onder de grond! Graven dus zo een gang door het gras onder hok door. En zijn dan dus foetsie!” Dom, dom, dom. Hoe dom kun je zijn als mamma? Heel dom weten we inmiddels allemaal. Inderdaad. Een konijn graaft een gang. Ondankbaar beest. Weet vast nog niet van die appelkoekjes en lief meisje die met borstel en speldjes klaar zit om beest te versieren. Ehh, te verzorgen.  Ik loop weer door. Ik koop hier al geen hok meer. De lol is er voor mij af. Pappa hikt nog na in de auto.

De volgende dag is er toch een hok. En ik moet zeggen, het is een hele mooie. Dochter is verguld met haar cadeau. Er moet wel nog hooi in en stro en dus gaan we samen op pad om die in te slaan. Weer sla ik van verbazing achterover. Er is hooi; geperst hooi; en hooi met smaakjes. Met smaakjes? Ja. Met smaakjes. Wilde rozen, met kamille, met brandnetels, met paardenbloem en met munt. Zoveel smaken thee heb ik niet eens. Ik weet mijn plaats weer. Dochter kiest een drinkfles en een voederbakje uit en mamma wil weglopen. Dochter kiest echter ook nog een metalen bal uit, waar het hooi in moet; een speelgoedje voor het konijn om mee te spelen als ze zelf op school zit, en wil ook nog een riem in het karretje gooien. Dat gaat mij te ver. Ik ga natuurlijk niet met een konijn aan een touwtje over straat lopen. Ik inderdaad. Want wie krijgt deze klus in de schoot geworpen? Juist. Ik dus. Riem gaat terug. Konijn mag achter in de tuin lopen. Op het gras. Als we er bij zijn. Dochter haalt haar schouders op. “Dan zet ik die wel op mijn lijstje.” Aan alle familieleden die dit lezen: IK ben NIET blij met een konijnenriem! (Zal waarschijnlijk niets uithalen.) Aan iedereen die dit leest: Ik ga NIET met konijn aan de wandel. Fotocamera’s kunnen opgeborgen blijven.

Dochter kiest 2 konijnen uit die ze wel heel lief vind. “Gelukkig heb je nog een week om je keuze te maken welke van de 2 je wilt hebben.” “Nee, ze moeten allebei. Konijnen zijn gezelschapsdieren en moeten altijd met zijn tweeën zijn. Anders worden ze eenzaam. We kopen ze dus gewoon allebei.” We kopen ze dus gewoon allebei. Achter mijn rug hoor ik Ben rare geluiden maken. Loopt rood aan. Is duidelijk ziek. Duikt bij het zien van mijn vernietigende blik achter vogelkooi. Hoor ik hem evengoed lachen, maar zie ik hem gelukkig niet. 1 konijn, wordt binnen een half uur 2 konijnen. Kinderen zoeken gezamenlijk nog een voerbakje uit. Intens gelukkig. Verdwaasd loop ik naar de kassa. Begint aardig op een dierentuin te lijken bij ons thuis op deze manier. Ach, kan allemaal. We zijn net het huishouden van Jan Steen en daar kunnen een paar konijnen best bij. Smaken erg goed bij gepofte aardappelen toch?

Vanavond tijdens het eten kwam de aap uit de mouw. Of het konijn uit de hoed. Sophie wil het allerliefste een konijn omdat die over een half jaar haar groenten kan opeten. Groenten waar ze helemaal niet goed van wordt, maar die mamma en pappa toch iedere dag op haar bord scheppen. Nog een half jaar en dan mogen de konijntjes haar portie hebben. We zullen zien. Ik ben de laatste die zal zeggen dat dat niet gaat gebeuren. Dat zult u allemaal begrijpen.

dinsdag 27 maart 2012

3 redenen om door te blijven gaan.

De laatste paar weken denk ik regelmatig: wat heeft het allemaal nog voor zin. Waarom zouden we eigenlijk blijven vechten? Waarom zouden we door blijven ploeteren en ploeteren en in de oneindige vicieuze cirkel blijven hangen? Simpel. Hierom.
In de Noord-Hollandse natuur vissen "vangen"met een stok.

Niels na een judo toernooi. Blij met zijn 30 punten tegel.

Onze (meestal) lachende bandiet.

Aan de buitenzijde een kasteel beklimmen.

't huys te Nuwendore. Met op de achtergrond de duinen en omringd door de Westfriese Omringdijk.
Prachtig stukje Nederland.

Waar een polder groot in kan zijn. Kool. Vooral heel veel kool.

En als je tuin al vol ligt met steentjes, schelpen, takken en andere archeologische vondsten, gaan we over tot het sprokkelen van hout. Je weet maar nooit wanneer we de kachel niet meer kunnen laten branden:)
Afgelopen zondag zijn we naar buiten gegaan. We konden en wilden niet thuisblijven, en we wilden vooral dat de kinderen een mooie ontspannen dag zouden hebben zodat ze maandag redelijk opgewekt naar school zouden gaan. Wat er zaterdag gebeurd is vertel ik misschien wel- misschien ook wel niet op het web, laten we stellen dat de situatie niet zo top was. Een ontspannen dag weg dus. Onze kinderen houden van musea. Ze hebben altijd wel een lijstje klaar liggen met de namen van musea waar we toch echt nog een keer naar toe moeten. Maar ja, mamma houdt van buiten. En vorige week hadden we al een museum weekeinde gehad. Deze zondag begonnen we in een binnen-speeltuin. (Off all places) Snapt u het verband? Kinderen gingen los, hadden pret voor 10 en pappa en mamma lazen de krant en dronken koffie. Na 3 uur wilde ik nog maar 1 ding: Naar buiten! En douchen, maar dat moest nog even wachten. Aangezien we vlak bij de Westfriese Omringdijk zaten, zijn we een deel van de dijk gaan rijden. Was erg druk vanwege het mooie weer. Alle motoren van Nederland reden namelijk ook op de prachtige slingerende dijk door nog veel mooier landschap.

Bij Harenkarspel is in 1946 kasteel 't huys te Nuwendore gevonden. Dit was 1 van de 4 dwangburchten die graaf van Holland Floris de vijfde heeft laten bouwen in zijn kruistochten tegen de West-Friezen. Graaf Floris werd al op 2 jarige leeftijd graaf van Holland omdat zijn vader Willem de derde bij Hoogwoud werd vermoord. (Zou u misschien ook wel wraak willen nemen. In die tijd kon dat nog gewoon, daardoor hebben we nu prachtige geschiedenislessen op school) Na een dijkdoorbraak in 1370 is de burcht verdwenen om pas weer in 1946 op te duiken. Hij is nu gerestaureerd en voorzien van een uitkijktoren. Niels vond vooral de architectuur van de buitenste muren mooi. Leek net een trap, en op een trap kun je heel mooi klimmen. "Jammer dat mijn skateboard nog thuis ligt." Hmm, mamma vond dat helemaal niet zo jammer. Sophie en Finn hebben de burcht de burcht gelaten en gingen schelpen zoeken. Het hele binnenplein lag bezaaid met schelpen waar hele mooie exemplaren tussen lagen. En zo liepen 2 kinderen waggelend terug naar de auto. Broekzakken uitpuilend van de schelpen. Verdwijnen gewoon weer in de tuin.

Terugrijdend naar huis kwamen we bij Oudkarspel nog een nieuw park tegen. Met klimberg; met vlot; met speeltoestellen en slootjes. De kinderen renden op de berg, rolden er weer af, gingen met vlot naar een eiland, en weer terug, liepen langs palen met kolen, liepen langs slootjes met scholen kleine vissen, vonden het naar paarden stinken en waren bij thuiskomst hun energie kwijt. Gingen dus op tijd naar bed en zodoende zonder noemenswaardige problemen gewoon naar school op maandag. En ik heb het al vaker gezegd; als mijn kinderen zich zo kunnen aanpassen aan de situatie die van dag tot dag anders is, een situatie die iedere dag onzeker is, dan zou ik dat als volwassene toch ook moeten? En dus gaan we gewoon weer door. Een nieuwe week met nieuwe kansen. Gaat allemaal goed komen. Nu moet ik daar alleen nog in gaan geloven.

dinsdag 20 maart 2012

Sophie en de Muizen mevrouw.


Sophie gaat naar de muis. Zonder piep. Zonder cursus, zonder andere kinderen. Maar met mamma. Mamma baalt, want we staan een uur in de file, en aangekomen bij het muizennest zijn er geen parkeerplaatsen. Bij een supermarkt mogen we parkeren, maar mamma treft het, de betaalautomaten zijn kapot. En er moet wel een kaartje achter het raam. Mamma rent heen en weer van parkeerautomaat naar parkeerautomaat, maar komt telkens zonder kaartje terug. Goede oefening voor mamma. Mamma gaat de Kika loop doen, en zoekt nog sponsoren. Zien mamma nu allemaal live lopen. In bewegend beeld. Mamma zet de auto in parkeergarage. Verschuift het probleem, want hoe gaat mamma betalen als mamma niet kan chippen en geen kleingeld heeft? Is van later zorg en eindelijk lopen Sophie en mamma dan naar mevrouw Muis. Die eigenlijk mevrouw M. heet. (Ja, duh. Mevrouw Muis dus)

Binnen door de draaideuren die niet draaien, maar in 1 klap tot stilstand komen, zodat mamma nu rondloopt met een rode neus. Sophie giechelt hardop. Rare mamma in de bocht. Of eigenlijk dus vast in een draaideur. Bij de entree hebben ze vissen. Gele vissen. Goudvissen zegt mamma. Kun je haar niet kwalijk nemen. Mamma heeft geen verstand van kleuren. Er komt een grote meneer op Sophie af. Die meneer stinkt een beetje en hij heeft een vieze broek. “De politie komt!”Roept hij dreigend naar Sophie. Mamma gaat voor de meneer staan. Sophie kijkt naar de vissen en tussen mamma’s benen door naar de meneer die roept dat de politie komt. De meneer heeft vast in zijn broek geplast. Een mevrouw duikt door een deur die met een harde klik in het slot valt. Kijkt verschrikt achter glas naar meneer. Heeft vast te snel gereden en is bang voor de politie. Sophie niet. Sophie zat netjes in de gordel. De politie mag best komen. Misschien hebben ze dan ook wel een schone broek voor de meneer.

Nog een mevrouw komt. Die zegt tegen de meneer dat zijn moeder hem op komt halen. Zijn moeder? Werkt zeker bij de politie. Meneer verdwijnt achter een deur.  Mevrouw 2 gaat ook achter glazen scherm zitten. Mamma neemt Sophie mee om het hoekje. Schilt een mandarijn en geeft die aan Sophie. Mevrouw M. komt. Sophie begint te stralen. Dat is de mevrouw met die leuke knutselspullen. We klimmen 3 trappen op, en mevrouw en mamma zijn buiten adem. Sophie niet. Sophie huppelt en kletst en heeft totaal geen last van ademnood. Mevrouw M. en mamma wel. En dan moet mamma nog hardlopen ook. Zal er wel niet uitzien.  Moet je op die leeftijd ook niet meer doen.  Rollator parcours is beter. Of gewoon een buskaart kopen. Zegt mamma altijd zelf.

Mamma gaat naar de wachtkamer. Mamma zit daar met een heeeeeeeelllllleeeeeeee grote zware donkere meneer. En die meneer stinkt ook. Die meneer maakt ook nog rare geluiden. De reuzen man loopt naar een automaat, pakt een bekertje, drukt op de knop, drinkt met gekke geluiden koffie op. Zet leeg bekertje op tafel, staat op, mamma zucht. Een zucht van verlichting. Verlichting is van korte duur. Meneer komt na een minuut weer terug, loopt naar de machine, pakt een bekertje, drukt op de knop, drinkt met gekke geluiden koffie op. Zet leeg bekertje naast eerste bekertje en loopt weer weg. Mamma zucht weer. Nu niet van verlichting. Gaat een lang uur worden zucht mamma. Sophie mag met mevrouw M. mee naar binnen. Sophie mag tekenen en praten en met vingerpoppetjes spelen.


Mamma zit in de wachtkamer. Tussen kunststof plant met laagje stof, op stoel met chocoladevlekken. Mamma hoopt dat het vlekken zijn van chocolade. Is mamma thuis echt niet blij mee, maar hier opeens wel. Begrijpt Sophie ook al niets van. Mamma komt na een uurtje ook bij mevrouw M. in kamertje. Gaat tekeningen van Sophie bekijken. Luistert naar wat Sophie heeft gezegd en gedaan. Sophie heeft eigenlijk niet zoveel gezegd, heeft gewoon lekker getekend en de posters bekeken en gelezen die achter mevrouw M. hingen. Heeft bijna geen antwoord gegeven op vragen van mevrouw. Mamma herkent Sophie weer. Recalcitrante eigenzinnige, eigenwijze, lieve, kwetsbare, sociale, slimme Sophie. Mamma straalt van oor tot oor. Waarschijnlijk ook van opluchting dat we weer naar buiten kunnen. De frisse lucht in. Weg van wachtruimte met tafel waar 15 drinkbekers op staan, weg van om politie roepende meneren. Weg van bedompt gebouw. Weg uit drukke stad. Gewoon lekker naar huis. Gaan we lunchen in de tuin. 

En de auto? Dat is een verhaal apart, maar uiteindelijk kreeg mamma haar eigen auto weer mee naar huis en Sophie? Sophie was opeens een hoepel rijker. 

Wordt vervolgd? Nee, ik red het zelf wel met dochter. All You need is tijd, aandacht, liefde en af en toe een extra knuffel. O ja, en rust. En laten we nu met zijn allen heel moe zijn. Met dat rusten komt het dus ook wel goed.

zondag 18 maart 2012

De laatste loodjes.

Dat het hier in huize B. al een paar jaar niet goed gaat, heeft u inmiddels allemaal al kunnen lezen. Het gaat op en neer, op en neer, op en neer en niemand weet wanneer de weg gewoon op gaat en niet meer neer. Wij niet, niemand niet. In goede dagen slapen we bij, of althans dat proberen we. En in slechte dagen houden we de schone schijn op. Want je hangt nu eenmaal geen vuile was buiten. Eerst wassen, dan drogen. Dus: als je naar buiten gaat: lach op je gezicht toveren. Ik heb nog nooit zo vaak voor de spiegel gestaan als de afgelopen 2 jaar. Glimlachende gezichten oefenen. Ik krijg een gerimpelde oude kop, lachrimpels noem je die dan, want je schijnt overal een positieve draai aan te moeten geven. Ik heb een gegroefd gezicht met lachrimpels. Jaja. Wie houdt wie nu voor de gek? De afgelopen 2 weken waren waardeloos. Lood en loodzwaar. Niet doorheen te komen. Net een taaie biefstuk. (Nu zijn alle biefstukken die ik in mijn leven gebakken heb altijd taai uit de pan gekomen, dus misschien ligt alles toch echt aan mij.) Goed, vrijdag barstte de bom. Ik kon niet meer. Was dodelijk vermoeid. De kinderen waren druk (en 1 ziek) en ik kon met geen mogelijkheid contact met ze krijgen. Antwoord op vragen kreeg ik dan ook niet. En nu ben ik altijd, echt altijd in mezelf aan het praten, of met mezelf aan het praten, maar dat is anders. Als je een gesprek wilt aangaan met je echtgenoot of met je kinderen en je krijgt gewoon standaard geen antwoord, dan voel je je zo waardeloos, zo nutteloos, zo overbodig. En het ligt niet alleen aan mij, vrijdag zag ik dochter met iemand anders praten. Op de eerste 2 vragen gaf mevrouw nog antwoord, maar daarna trok ze een scherm op, keek over haar gesprekspartner heen en begon folders te lezen die aan een muur hingen.

's Avonds had ik een wedstrijd, maar opeens geen opvang voor de kinderen. Toen knapte er bij mij iets. De laatste wedstrijd was een maand geleden. Voor het eerst in een maand had ik iets voor mij. Helemaal voor mij! Doel verdedigen. En ik zat weer thuis. Opgesloten met de kinderen. Helemaal kapot ging ik. Om iets futiels als een voetbalwedstrijd. Maar die stomme wedstrijd is wel even mijn ontspanning. 2 uur niet aan thuis denken, niet aan artsen, niet aan kinderen die het zwaar hebben en verdrietig zijn en nergens naar toe kunnen met hun verdriet. Allen maar bij mamma en mamma kon het even niet meer aan. Ik wilde even alleen maar denken aan die bal die je doel uit moet. IK was even heel egoïstisch. Pappa kwam toch snel naar huis. Ook volledig doorgedraaid, maar hij kwam thuis en ik ging. Huilend. Rust wilde ik. Eigenlijk alleen maar rust. Slapen en nooit meer wakker worden. Dat leek me eigenlijk wel wat. Dat helemaal niemand meer aan mijn kop kwam zeiken en zeuren met stomme onbenulligheden over belkosten of rentestanden of uitverkoop, of panty's die niet meer waren wat ze ooit geweest waren. Over hypotheken die zo moeilijk op te brengen zijn tegenwoordig. Over blauwe tenen; grijze haren; rode konen en  klotsende oksels. Dat mensen eindelijk eens zouden begrijpen dat we 's avonds en in het weekeinde kneiterkapot zitten. Week na week na week na week. Kapot zitten en met zijn vijven rust willen. Gewoon lekker ontspannen met zijn vijven of zijn vieren bij willen tanken. Bij moeten tanken om een nieuwe week aan te kunnen. RUST. Want wie zou mij nu eigenlijk gaan missen? Niemand. Want ik krijg toch nooit antwoord. Gewoon in de auto stappen en wegrijden. Weg naar rust.

Ik ging voetballen en kwam enigszins ontspannen thuis. En gespannen, want pappa en de kinderen waren thuis. Alleen.
Zaterdag was pappa jarig en het werd zijn slechtste verjaardag ooit. Kwam door mij en door hem en door de kinderen. Klote dag in optimum forma.
Vandaag gingen we weg. Doken we onder. Telefoons uit. Niemand wist waar we zaten. We zijn nog steeds moe en kapot, maar het einde is in zicht. Er gloort hoop deze week. Deze week gaan er grote veranderingen plaats vinden en misschien, misschien gaan we het toch redden, maar de komende tijd gaat het heel zwaar worden. Mensen zijn de eerste tijd altijd geïnteresseerd en denken met je mee, maar het moet niet te lang duren. Dan zeur je. Inderdaad ik zeur.Maar het is zo ontzettend zwaar allemaal. Ik wil alle mensen die om wat voor reden dan ook (mantel) zorger zijn voor echtgenoot, echtgenote, kind, ouders, vrienden of voor wie dan ook een hart onder de riem steken. Ik weet hoe zwaar jullie het hebben. En het gaat niet over. Het gaat niet over mensen. Pappa is ziek en oudste zoon heeft een ASS. Dochter sluit zich af, maar wil gelukkig toch nog regelmatig even knuffelen met mamma.  Het sluimert altijd onder de oppervlakte en soms ben je sterk en kun je alles aan, maar we zijn maar mensen. Mensen van vlees en bloed. Mensen met emoties, met gevoelens en mensen met slaapgebrek. We hebben zo'n ontzettend slaapgebrek.  Ik klaag niet hoor, laat ik dat vooropstellen, maar ik kan niet altijd maar mevrouw Bouquet spelen. Af en toe ben ik gewoon mevrouw vuilnisbak. En dat heeft u maar te accepteren. En anders maar niet. Dan groet ik u. Tot ziens!

We sluiten positief af. Niet alleen omdat dat sociaal wenselijk is, maar omdat mijn kinderen vanavond ook positief zijn gaan slapen. We kunnen echt zoveel van onze kinderen leren. Kinderen zijn flexibel en gaan maar door. Houden zich ondanks alles vast aan hun ouders. En dan kunnen wij maar 1 ding doen. Volhouden. Nog even volhouden. De finish is in zicht. (En het schijnt ook nog lente te worden.)

Goed, we zijn vandaag dus ondergedoken en waar kun je dat beter doen dan in Friesland? Het scheepvaartmuseum in dit geval. In Sneek. En het was geweldig. Er mochten geen foto's gemaakt worden. (Zei de mevrouw toen we het museum verlieten.)

Zo kan ik ook in een museum staan.

Een opgezette dode mevrouw met ingebouwde paraplu. Ook handig voor criminelen.

De pannenkoekenpan van de opgezette mevrouw.  (Beddenpan voor hete kooltjes)  Antieke kruik dus.
Die anonymus heeft wel heel veel geschilderd in dit museum mamma.

Sophie als trekpaard.

30 knopen. Ze kreeg een racehelm op. Sneller kon niet.

Vissen vangen.
En we hebben nog veel meer foto's van stralende kinderen. Leuk museum. Tot van de week mensen. Ik lees alleen niet zo veel op jullie blogs deze week. Sorry daarvoor, maar ik kom terug. Bedankt!

maandag 12 maart 2012

Scharlaken.

Dat ik redelijk begin te zweten als mensen het over Ral kleuren hebben, of woorden gebruiken als taupe en mauve is inmiddels bekend. Dat kleurenblind zijn ook tot rare situaties kan leiden is inmiddels tot groot plezier van mijn kinderen ook bekend.

De kinderen kijken naar de nieuwe Kijfje film. Kapitein Haddock begint over Scharlaken. De logische vraag is dan ook: 'wat is scharlaken?' Dat weet mamma wel. 'Scharlaken is een mooie fluwelen jas van een edelman.' "Hoe kom je daar nu weer bij?" Reageert Ben verbaasd. 'Nou, dat is gewoon zo. Dat is algemene kennis.' "Welnee! Scharlaken is rood. Gewoon een kleurintensie. Rood!" Ik voel me kleiner worden gelijk aan de lachsalvo's van de kinderen. Met mamma maak je nog eens iets mee. Mamma fantaseert altijd prachtige verhalen, maar nu is mamma ergens bij de Middeleeuwen de weg kwijt geraakt.

Ik heb dus werkelijk altijd gedacht dat Scharlaken net zo iets was als een damasten tafellaken. En als je het goed bekijkt is dat echt niet zo raar bedacht. (Ik praat mijn blunder even recht in deze alinea) Bij ons in Nederland lopen de meisjes in een jurk, bij onze Zuiderburen lopen ze in een kleedje. Is hetzelfde jurkje van de H.ema, alleen heeft het een andere naam. En of kleine meisjes nu in een kleedje rondlopen of Edelmannen in een tafellaken,... Wie let er op het verschil? Juist! Een kniesoor. Pappa dus.

Mauve; taupe; mahonie; azuur; oker; scharlaken. Wat kunnen mensen het zichzelf toch onnodig moeilijk maken. Kapitein Haddock voorop. Scharlaken. Beetje duur doen. Gewoon rood. Er was iets in de film gewoon rood.
Ronald Mc Donald? Ja! Ik heb even geen foto van een edelman in mijn bestanden staan. En deze heeft ook iets roods. De rechter clown. De linker is Niels.

zaterdag 10 maart 2012

Tuinieren.

Overwoekerd na een winter niet tuinieren. Dit jaar maar iets voorzichtiger zijn met de munt.

Niels heeft al een aantal jaar een eigen groenten- en kruidentuin. Die spitten we ieder jaar om. De bovenlaag voeren we af en er komt weer een mooie nieuwe laag grond overheen. Verse planten erin en regels maken voor het zaai goed. Aardbeien uitdunnen en de jonge loten krijgen een nieuwe plek in zijn tuin. Dit jaar hebben we een paar jonge uitlopers aan de rand van zijn tuintje laten staan, dus ik vrees dat we op meerdere plekken aardbeien gaan krijgen. Niels heeft ook nog doperwten geplant. Een hoge soort en een lage. Bij de hoge staan 2 staanders en daar gaat hij nog gaas omspannen, zodat de peulen mooi omhoog kunnen groeien.
Zo kom je nog eens je spullen tegen. Een flipper! 

Niels is gek op paprika. Als ik paprika koop, koop ik er altijd 1 extra. Anders sta ik namelijk met lege handen op het moment dat de paprika door mijn gerecht moet. Heeft meneer de paprika gewoon rauw weggeknaagd.
Over de nieuwe aanplant strooien we een mooie laag cacao doppen. Eten de slakken niet meteen de jonge plantjes op en katten houden ook niet zo van die doppen in hun billen als ze hun behoefte doen. En wij hebben weinig zin in bemestte aardbeien.

Als wij in het tuincentrum zijn, is het net of we in een snoepwinkel rondlopen. We hebben voor een tuin van pak em beet 180 bij 220, dus veel te veel zaden gekocht. Naast de kruiden, en de aardbeien, staan er namelijk 2 verschillende paprika soorten, 2 verschillende doperwten, bietjes, bosuitjes en prei. (De herfst en de zomervariant) Ik heb nu nog spruitjes. en peulen in de aanbieding. En Aubergine. Ouwe Sien volgens de kinderen. En ze zijn niet erg blij met Ouwe Sien. Als je namelijk teveel Ouwe Sien eet ga je windjes laten en dat is niet handig als je naar school moet. Dan hebben we het nog niet over 3 verschillende stambonen. Die laatste ga ik waarschijnlijk afvoeren via de grijze bak. 1 is namelijk ZEER geschikt om te verwerken in salades. Bij de ander staat een duidelijke waarschuwing dat je de vruchten absoluut NIET rauw mag eten! En dan weten u en ik al hoe laat het is in ons gezin. Tijd voor een maagleegpomping op de eerste hulp. En laten we daar nu geen zin in hebben!

Gaat vervolgd worden.
Ondertussen veegt Niels alvast de paden.

Tante Sien begraven. 


donderdag 8 maart 2012

Bezuinigingen passend onderwijs.

Onderstaand artikel heb ik al eerder gepubliceerd. Nu nogmaals. Met enkele aanpassingen.
Lees en huiver. Ik vraag u om ondanks het lange verhaal echt te lezen. En erover na te denken. De bezuinigingen op het passend onderwijs gaat alle leerlingen treffen. Niet alleen de geïndexeerde zorgleerlingen, maar echt alle leerlingen in de klas.

Onze minister van Onderwijs, mevrouw Van Bijsterveldt houdt vast aan haar ridicule plannen om te bezuinigen op het passend onderwijs.
Ondanks vele protesten uit het onderwijsveld wil ze haar gelijk behalen door de punten uit het regeerakkoord door te zetten. Dat we de komende jaren het onderwijs wat we zo zorgvuldig hebben opgebouwd gaan uitkleden, daar lijkt ze totaal geen oog voor te hebben. Een ingediende motie wordt schijnbaar achteloos van tafel geveegd. Een overvolle arena met boze leerkrachten heeft ook totaal geen effect. 
Over de bezuinigingen op het passend onderwijs zegt de minister doodleuk: Het aanbod heeft de vraag gecreëerd, terwijl ouders zelf structuur moeten scheppen in hun gezin. Nou, dan nodig ik de minister uit om eens een dag op stap te gaan met mijn kind. Ik ben de hele dag, al 9 jaar lang, bezig om structuur te krijgen in mijn gezin zodat mijn zoon vooruitgang boekt. Mijn oudste zoon heeft een vorm van autisme. Mijn zoon is weliswaar geen geïndiceerde zorgleerling, hij heeft ook geen rugzakje, noch heeft hij extra zorg nodig op school in de vorm van bijvoorbeeld remedial teaching of faalangstbegeleiding, maar mijn zoon heeft wel af en toe opstartproblemen waar we dan extra energie (lees tijd) in moeten steken. Daarnaast krijgt mijn zoon van te voren al te horen hoe bepaalde dagen gaan verlopen. Denk aan het Sinterklaas feest, de kerstviering, het zomerfeest of doordraaidagen. De vakleerkracht moet daar dan dus even aandacht aan besteden. Dan heb ik het alleen nog maar over mijn kind, maar er zitten meer leerlingen met een gebruiksaanwijzing in die klas. De leerkracht is hoe dan ook tijd kwijt aan kinderen die niet “gemiddeld” zijn. Maar als de leerkracht daar straks geen aandacht meer aan mag en kan geven, dan krijg je de situatie dat bijvoorbeeld mijn zoon ontzettend angstig en onrustig wordt. Hij weet namelijk ’s ochtends vroeg niet wat de dag voor verrassingen gaat brengen. Het naar school brengen zal steeds lastiger worden, en hij zal ook regelmatig helemaal niet naar school gaan. Schoolmomenten die normaal heel leuk zouden zijn, zoals een schoolreisje zullen voor hem een onneembare vesting worden. Beetje bij beetje zal hij afglijden en onhoudbaar worden voor de basisschool waar hij nu naar volle tevredenheid zijn dagen door brengt.


Dat zelfs de leerlingen die binnen de "norm" vallen hinder gaan ondervinden van de bezuinigingen is nog niet voldoende duidelijk bij ouders. Anders zouden de ouders ook massaal naar Den Haag of Amsterdam zijn getrokken. Iedereen wil dat zijn /haar kind het beste onderwijs krijgt wat voorhanden is. Het onderwijs in Nederland is de laatste jaren alleen maar uitgekleed en zal de komende jaren door de bezuinigingen nog verder worden uitgehold. Hoe de leerkrachten ook hun best doen om aan alle leerlingen zorg en aandacht te besteden.
En nu zullen een aantal van u reageren met: "ja, maar tegenwoordig lijken alle leerlingen wel een labeltje te moeten hebben. Iedereen heeft wel iets". Nee, integendeel. We hoeven echt niet iedereen te labellen, maar er is wel meer aandacht voor. Er zijn meer opsporings methodes. Zo zijn er de laatste jaren heel wat mensen van rond de 50 die eindelijk gediagnosticeerd werden met een storing in het Autistisch Spectrum. Voor velen was dat een A-ha moment. Eindelijk wisten ze wat er nu precies met ze aan de hand was. Vroeger op de basisschool, hadden ze ook al ASS, maar is daar nooit aandacht aan besteed. Ze waren gewoon anders, ietwat vreemd. Tegenwoordig kunnen we gelukkig veel eerder storingen opsporen, zodat de kinderen van jongs af aan leren omgaan met hun anders zijn. Klasgenoten leren omgaan met vriendjes die niet hetzelfde zijn.

Wat ik ook al eerder schreef, kinderen die wel extra zorg nodig hebben, en in de huidige situatie vaak ook nog krijgen, zullen die extra aandacht en begeleiding straks, als de minister haar zin krijgt, niet meer krijgen, of mondjesmaat en ze zullen langzaam maar zeker het tempo van de klas niet meer kunnen volgen. Ze gaan zich dan zitten vervelen wat de nodige onrust in de klas ten gevolge zal hebben. Alle leerlingen in de klas hebben op die manier last van de uitwerkingen van de bezuinigingen.
Nu is het al zo dat sommige kinderen met een zorgindicatie tussen wal en schip vallen. Ze zijn te goed voor het speciaal onderwijs, maar eigenlijk zouden ze extra begeleiding moeten krijgen op hun huidige basisschool. Zo ken ik een inmiddels 9 jarig jongetje. In het begin van vorig schooljaar kregen zijn ouders te horen dat hun zoon ADHD heeft. Geen probleem, want met extra begeleiding van de school zou dat jongetje prima mee kunnen komen in de klas. Zijn ouders hebben dus extra begeleiding aangevraagd op de basisschool. Daar kregen ze echter doodleuk te horen dat het budget voor dat jaar al vergeven was. "O, nou dan beginnen we toch in januari"? Maar het budget was niet alleen op tot en met de kerstvakantie, nee het budget voor het hele schooljaar was al vergeven. Let wel, dit gesprek vond plaats in de derde schoolweek na de grote vakantie! Dit 9 jarig jongetje zit nu al een jaar aan de Ritalin, zodat hij overdag heel rustig in de klas zit en geen overlast veroorzaakt voor zijn klasgenoten. Dat dit soort praktijken plaats vinden in een modern land als Nederland is natuurlijk te gek voor woorden. We zetten kinderen vanaf 8 jaar aan de zware medicatie omdat het budget op is! Deze toestanden zullen in de toekomst alleen maar vaker voorkomen als de minister van onderwijs haar zin gaat krijgen. En daar dreigt het wel op uit te draaien.
Wij willen graag gezien en gehoord worden!


Misschien toch nog maar een keer kijken naar die prestatiebeloning waar geen enkele docent op zit te wachten?? Dat geld zou een veel betere bestemming kunnen krijgen. Zodat onze kinderen; onze jeugd; onze toekomst weer naar school kunnen gaan. Gewoon naar hun eigen basisschool. In de klas tussen hun vriendjes. In een klas met een leerkracht die met passie voor de klas staat.  Die met liefde iedereen les geeft. Ongeacht de labeltjes en ongeacht de beloning. Voor leraren telt 1 beloning. Die van het glimlachende kind. En eigenlijk gunnen we ieder kind toch een glimlach en een mooie toekomst? 
Anna Marie.

woensdag 7 maart 2012

Fatsoensnormen.

Stel. Stel nou. Je bent tussen de 16 en 18 jaar. Je rijdt op een fiets en zodoende doe je dus mee aan het verkeer. Stel. Stel nou. Dat je de verkeersregels kent. Je hebt per slot van rekening in een donker en ver verleden je fietsexamen gedaan op school. Dat was toen nog niet weg bezuinigd. Je hebt je verkeersdiploma behaald. (Hoewel ik daar nu openlijk aan twijfel) Fietsexamen? Ja, weet je nog? Toen moest je fiets worden gekeurd, je nam snel de fiets van je buurmeisje, want daar zaten lampjes op. Werkende lampjes. En als je fiets werd goedgekeurd kreeg je een hesje om. Een hesje met een nummer en dan ging je een rondje door je dorp fietsen. Onderweg kwam je mensen tegen die op stoeltjes zaten. En nee, die mensen zaten niet op de Tour de France te wachten, ook niet op de doorkomst van de Giro,  ze zaten op jou te wachten. Gingen kijken of je netjes voorsorteerde; je hand uitstak; voor het rode verkeerslicht stopte en of je voorrang gaf bij een voetgangersoversteekplaats. (die gekleurde strepen op de weg) En als je dan alles goed deed, en weer veilig op school aankwam kreeg je een diploma. Een echte! Je eerste verkeersdiploma.

Inmiddels ben je tussen de 16 en 18 jaar en stap je 's morgens op de fiets om naar school te gaan. Hartstikke fris buiten, de biertjes van dat leuke feest van gisteravond zitten nog in je systeem, en dan hebben we het even niet over die leuke jongen die je eindelijk zag staan. Hij zei "Hoi!"tegen je. Favoriete band dreunt in je oor. Via je i-pod. Niet vergeten. I-pod aan op de fiets. Oordopjes in 2 oren. Je even afsluiten voor de buitenwereld. Muzieknoten verdrijven je hoofdpijn van dat glas wijn. Verdoofd fiets je over het fietspad naar daar waar je heen moet.

En dan opeens loopt daar een mamma met voor zich een klein jongetje. Fietsen in de hand. Jongetje loopt op zebrapad. Misschien even voor de goede orde: zebrapaden zijn dus van die zwart-wit gestreepte strepen op de weg. Wordt ook wel voetpad genoemd. En mensen hebben de onhebbelijke gewoonte om voorrang te claimen op voetpad. Jij fietst door. Jij komt van rechts. Zoveel heb je begrepen met het fietsexamen. Maar weet je; mensen die lopen op een zebrapad hebben voorrang. Ik zal het op jouw niveau uitleggen: Mensen die wandelen op een voetgangers oversteekpad hebben ten allen tijde voorrang op het overige verkeer. Behalve als dat overige verkeer met zwaailichten en geluidssignalen nadert. (Zijn hulpdiensten. Weet je dat ook voor de volgende keer) Ik heb op jouw fiets geen lichtsignaal gezien. Geluid maakte je wel. Kwam uit je oren vandaan.

Mamma roept dat je moet stoppen. Jij hoort niets en al zou je wel iets hebben gehoord, ik geloof nog steeds niet dat je zou zijn gestopt. Je ramt zodoende met een rotklap klein mannetje van de weg. Van het zebrapad. Klein mannetje beland in de bosjes. Fiets maakt een draai en klapt op de stoep. Jongetje ligt half in de prikkels en half onder fiets. Mamma roept "imbeciel" naar je en dat jongetje voorrang had. Jij kijkt verdwaasd en doet nonchalant je oordopjes weer in. Zijn door de klap uit je oren gevallen. Je stapt op en fietst weer verder. Jongetje en zijn mamma zoeken het maar uit. Je hebt helemaal gelijk hoor. Sorry dat wij voor je op de oversteekplaats liepen. Sorry dat we niet snel genoeg voor je aan de kant gingen. Ik hoop maar dat alles in orde is met je. En dat je er geen slapeloze nacht aan overhoudt. Jongetje van 4 heeft nu een fiets die getordeerd is. Weer even in jouw taal: zijn fiets is total-loss. Zijn knieën zijn blauw en geschaafd. En mamma heeft een diepe jaap in haar hand. Geeft niet hoor. We hebben gelukkig pleisters. Jongetje is dapper op zijn fietsje gestapt en met tranen en al naar school gefietst. Op fietsje die alle kanten op zwabberde. Op fietsje die geen licht meer heeft. Liggen nu in de bosjes en half op de weg. Zijn kapotgereden door automobilisten. Op fiets met gebroken remkabel.

Ik hoop 1 ding: Dat wij je nooit meer tegenkomen. Dat andere weggebruikers je ook nooit tegenkomen. En dat je ooit het geluk zult vinden dat je mensen treft die je fatsoensnormen aanleren. Die je normen en waarden bij zullen brengen. Zodat je de volgende keer gewoon even naar jongetje van 4 loopt om te vragen of het met hem gaat. Fatsoensnormen. Waar gaat het heen in deze wereld? Gelukkig ben je nooit te oud om te leren.
Ik snap best dat je voor dit jongetje bang was. Echt waar.


maandag 5 maart 2012

Het licht op de maan staat aan.

Na te zijn weggebrand van het balkon heb ik eigenlijk geen zin meer om achter het fornuis te gaan staan. Laat staan dat ik dan ook nog eten ga koken. Het is vakantie en pappa en de kinderen eten de hele week lekkere dingen op de berg terwijl ik me beperk tot een kadetje chocopasta en bouillon. We gaan uit eten. Besluit ik en pappa belt naar een lokaal toprestaurant. Een restaurant die altijd weken van tevoren al volgeboekt zit, maar waar pappa al 20 jaar komt. Hij sjanst ook al 20 jaar met de eigenaresse. We kunnen komen om 5 uur. Er is spontaan nog een tafeltje vrij. Ik denk er het mijne van, maar ik denk vooral aan de man van de vriendelijke mevrouw. Haar man die kok is en de meest geweldige gerechten maakt. De liefde van de vrouw gaat door... o nee, dat was de maag van de man. Lopend gaan we door de sneeuw en door de buitenwijken naar de stad. Het heeft vreselijk gedooid vandaag, maar nu zijn de temperaturen alweer flink gedaald. Het gevolg is dat er flinke ijsplaten ontstaan tussen de huizen. Zo waarschuw ik het ene moment mijn kinderen dat ze moeten oppassen en niet mogen rennen, het volgende moment beland ik met een flinke klap in de houtvoorraad van een huis. Ik klamp me vast aan een blok hout; die begint te rollen en brengt zo een domino effect op gang. Verbijsterd aanschouw ik de bende die ik heb veroorzaakt. Kinderen vinden het prachtig. Welk ander kind heeft nu een mamma die met blokken hout gaat gooien? Welke mamma hangt er met bovenlichaam in een houthok, terwijl onderlichaam spartelend op zoek is naar houvast? Mijn kinderen dus. (Helaas) Na een prachtige wandeling over besneeuwde en beijzelde paden komen we toch nog redelijk ongeschonden bij restaurant aan. Mevrouw komt glimlachend en stralend op pappa af, maar draait zich opeens om, om ons onze tafel te wijzen. Pappa staat te grijnzen als een boer met kiespijn. Vrolijk ontmoetingsritueel gaat niet door. Wat pappa niet zag was mijn donkere blik en mijn gebalde vuisten achter zijn rug. Vrolijke vriendin zag die wel.
Langs het bos. Nu nog met licht.

Kinderen bestellen alsof ze de hele week niet hebben gegeten. En dat hebben ze duidelijk wel, want op de ski school wordt er gewoon gegeten wat er in de pan zit. Pasta met saus en vlees en groentes. Soep met patatjes en worstjes, pannenkoeken met rozijnen. Eten moeten de kinderen. Maar dit is anders. Nu mogen ze van de echte grote mensen kaart een eigen keuze maken. Kinderen hebben op hun bord witte Sesamstraat bomen. En nu hoeft u echt niet te reageren. Ik weet dat de bomen in Sesamstraat groen zijn. Maar we eten geen broccoli, we eten bloemkool. En de kinderen genieten. Mamma heeft ook een besneeuwde Sesamstraat boom op haar bord liggen. En mamma staart terug. Mamma lust geen spruitjes. (Nu heb ik die al 25 jaar niet meer gegeten, dus misschien lust ik ze eigenlijk nu wel) En ik besef me opeens dat ik geloof ik ook geen Sesamstraat boom lust. 3 kinderen kijken me aan. Hebben hun bord al leeg. Even denk ik aan de bloempot methode, maar geen bloempot in de buurt. Geen hond onder tafel ook. Mamma zal bloemkoolboom moeten eten. Met lange tanden. Dat wel. En eigenlijk viel het mee. Stralende kinderhoofden. "Gaan we dit in ons gewone huis ook eten mam?" Daar moet mamma even over nadenken.
En een ijsje met smarties. Dan wil je morgen wel weer mee.

De rest van de maaltijd zitten de kinderen te kleuren aan tafel en drinken ski water. (Limonade) Mamma drinkt wijn. Een glas wijn. Waar de kinderen nog wel even op moesten reageren. "U moet straks nog naar huis wandelen hoor!" De wandeling naar huis is bijzonder te noemen. Pikkedonker is het. Op straat verlichting is bezuinigd en zo lopen we door een besneeuwd donker landschap terug. Over nog steeds beijzelde paden. Bovenaan de heuvel draaien we ons om en kijken naar het dorp. Het dorp met de verlichte huizen. Doorlopend langs het bos voel ik 2 handjes in mijn handen schuiven. Stille kinderen lopen naast me. Zijn stiekem een beetje bang voor de schaduwen in het bos. Voor het donker. Zoeken bescherming van mamma. Bij de laatste buitenwijk aangekomen durft Finn weer iets te zeggen. "Gelukkig staat in dit land het licht op de maan aan als het donker is. Kunnen we toch nog iets zien". Zingend vervolgen we onze route. Rare mensen die Nederlanders zullen ze hier wel denken. Laat ze allemaal maar lekker denken. Ik heb een pracht avond gehad met mijn kinderen. Pappa ook. En morgen mogen we terugkomen van zijn vriendin. Er was op miraculeuze wijze wederom een tafeltje vrij. Toch handig om pappa mee te nemen op vakantie.
Terugblik. Best gezellig. Het lijkt hier wel kerst he mam?