donderdag 9 januari 2014

Geen zee te hoog, geen storm te sterk voor een ruwe zeebonk.

De kinderen komen uit school en gaan uitwaaien in de tuin. Tussen de buien door. Het is midden in de winter, maar het lijkt wel herfst. Bah! Zegt mamma. Gaaf! vinden de kinderen. Ze slepen de stoelen uit de berging naar het terras. Naast elkaar worden ze neergezet als in de bioscoop. Naast elkaar zitten ze. Te kijken naar niets denkt mamma, maar de kinderen kijken  naar de striemende regen, naar de laatste bladeren die de strijd opgeven. Dwarrelen naar beneden om in de border voor een vieze drab te zorgen. Kijken naar vogel die de pindakaas pot plundert.

Na een tijdje gaan ze een piratenschip bouwen. Van de schommel en de glijbaan. De schommel en de rekstok worden op de hoogste stand gezet. Met ware doodsverachting wordt er geklommen. Uit de stuurhut naar schommel, van schommel naar rekstok. En daaronder ligt een kolkende zee. Een woeste kolkende zee. Een woeste kolkende zee met haaien. Met hongerige haaien. Plons doet Sophie. Hap doet de haai. Plons doet vriendinnetje van Sophie. Hap doet de haai weer. Hongerige haai is opeens een stuk minder hongerig. Vriendinnetje en Sophie gaan binnen schuilen. Opwarmen bij de kachel en vanachter het raam kijken we met warme chocomelk naar jongste telg.

Jongste staat achter stuurwiel en stuurt zijn boot door de hoge woeste golven. Regen slaat tegen de ramen van de kajuit. Gehinderd door de invallende duisternis probeert jongste zijn bestemming te bereiken. De kust. De veilige kust. Hij vaart richting vuurtoren. Af en toe ziet hij een licht door de wolken breken. Ondertussen is de winterstorm op zijn hevigst. De kajuit vult zich met een krakend geluid. Een krakend geluid dat steeds harder wordt. Ongerust tuurt onze jonge zeeheld naar buiten en dan opeens breekt met een klap de mast af. Lappen zeil hangen als spookachtige verschijningen over de reling. Half in het water. Hap doet de haai.

Jongste moet proberen om de mast te redden. Proberen om zeilen op het dek te trekken. Hij klimt uit zijn kajuit. In 1 klap is hij doorweekt, maar een echte zeebonk geeft niet op. Hij klimt op het dak van de stuurhut en probeert een touw van de schommel te pakken. Dat gaat goed. Hij klimt er op en vanaf daar moet hij richting rekstok om bij de afgeknapte mast te komen. En daar gaat het mis. Nog 1 windvlaag geselt onze jonge held en hij verliest zijn evenwicht.


Mamma! Roept hij. Mamma! Help! Mamma die al die tijd heeft staan kijken van achter het raam,  schrikt wakker uit haar overpeinzingen. Rent naar buiten, door de regen en zet onze zeebonk weer met beide benen op de grond. Supermamma! Want een ruwe zeebonk heeft natuurlijk wel een supermamma! En gelukkig voor mamma had de haai inmiddels buikpijn na het eten van twee kleine meisjes en een heel groot zeil.


3 opmerkingen:

  1. Pfff, gelukkig is er altijd een mama in de buurt.
    Heerlijk dat kinderspel...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kinderen trotseren regen, wind en kou...Mama's ...die trotseren alles...rotsen in de branding zijn het vooral als ze in de overgang zitten:)
    Ik las net je post, heerlijk om te lezen, lekker relativeren...

    xxxEefie

    BeantwoordenVerwijderen
  3. niks wat een beetje ossengalzeep niet kan verhelpen!! ;) Land in zicht!!

    BeantwoordenVerwijderen