‘Mam, we gaan
vanmiddag naar het schoolbos. In plaats van gym. Dus ik hoef mijn gymtas niet
mee te nemen.’ Voor me staat een prachtige 10 jarige dochter. In een korte
broek en een wit T-shirt. Nieuwe roze gymschoenen. ‘Ja, maar dan trek je dus
een lange broek aan en een ander T-shirt. Pak maar een oude uit de kast.’ ‘Maar
mam, we gaan vanmiddag pas!’ ‘Nee, want het komt in de plaats van de gymles.’ ‘We
gaan vanmiddag. Ik ga niet in een lange broek naar school! Het wordt heel mooi
weer!’ ‘Ik dacht het wel dame! Dat schoolbos is 1 modderige toestand. Hup naar
boven. We hebben nog 2 minuten.’ Dochter gaat mokkend naar boven om even later
beneden te komen met lange broek en winters shirt. Lange mouwen. Grijs. Ik kijk
naar dochter en hoop van harte dat het schoolbos inderdaad ’s morgens bezocht
gaat worden.
Aangekomen op
school zien we jongens met korte broeken en meisjes met rokken en witte
jurkjes. De nazomer wordt met alle handen aangegrepen. 10 jarige prachtige
dochter staat bij haar tafeltje met de tranen in haar ogen en voelt die van
haar klasgenootjes in haar rug. We gaan naar huis besluit ik. ‘We gaan andere
kleren aandoen.’ Echt? Fluistert dochter met haar ogen. ‘Echt. Pak je sleutels.
We gaan.’ Maar eerst nog naar je broertje. Op de weg naar zijn klas komen we
eerst de adjunct-directrice tegen, gevolgd door de directeur. En beide beginnen
tegen dochter te praten. Positieve opmerkingen over haar nieuwe kapsel. Dochter
blijft dicht bij haar moeder lopen. Bang dat ze terug gestuurd wordt naar haar
klas. Maar ik laat mijn dochter op dit moment door niemand terug sturen. We
zijn op weg naar huis. Maar eerst dus naar zoon.
Daarna meld
ik bij de conciërge dat we terug gaan naar huis en dat we later weer
terugkomen. Hebben een kort gesprek over de groepsprocessen in de klas van dochter.
Over modepoppen in de klas die voor de rest bepalen welke schoenen er gekocht
moeten worden en welke niet. Welke “style” bij iemand past en welke vooral
niet. Dochter trekt zich daar niets van aan. Koopt schoenen die zij wil hebben
en vertelt aan vriendinnen dat ze niet naar modepoppen moeten luisteren. ‘Koop
de kleding en de schoenen die jij wilt hebben, waar jij je goed in voelt!’
Dochter is een roepende in de woestijn. En nu dus een roepende in een woestijn
met een moeder die nooit rokken draagt, geen witte zomerjurkjes ook en lak
heeft aan wat anderen van haar denken. Maar zelfs deze moeder ziet dat de door
haar verplichte lange broek en somber shirt wel heel erg afsteken bij de rest van
de klas. En dat 10 jarige dochter daar wel degelijk last van heeft. Hoe stoer
en sterk en zelfverzekerd ze ook is.
Diep van
binnen is ook mijn dochter natuurlijk een meisje die bij de groep wil horen. En
zo fietsen we samen terug. Dochter kijkt afwisselend boos en vrolijk. Ze oefent
haar emoties. En thuis duikt ze in haar kast. Korte broek met vrolijke
gekleurde blokken en een spierwit T-shirt. Roze gymschoenen gaan weer aan en
dochter is klaar om terug naar school te fietsen. Ik sta met een witte jurk in
mijn handen. Of ik wel helemaal gek ben vraagt ze zich af. 'Ik ga me niet kleden
zoals die meiden in mijn klas! Ik ben ik en ik trek deze broek aan. En het
interesseert me niets als ze dat niet mijn “style”vinden! Dit zit lekker en ik
kan dit vanmiddag ook gewoon aan in het schoolbos! Heeft u wel eens geprobeerd
om in een boom te klimmen met een witte jurk aan?'
Mijn dochter!
Het is mijn dochter die naast me fietst. Niet 1 of andere door de groep gemodelleerde
pop. Maar een echt meisje met echte gevoelens en een ijzersterke eigen wil. Daar
kan ook ik nog wat van leren.
En je mag best totaal anders zijn om toch bij de groep te horen!