vrijdag 4 mei 2018

De depressieve ik en de schouderoperatie.


Mijn naam staat synoniem voor alles te snel willen doen, alles ook altijd alleen willen doen, koppig en eigenwijs zijn. Mijn man voegde daar vanmorgen nog een mooie aan toe: Je kunt niet tegen onrecht. Dat ben ik dus allemaal. Zelf vind ik dat ik ook heel sociaal ben. En lief, behalve als ik kwaad ben en dat laatste ben ik eigenlijk voornamelijk de laatste weken. Dat heeft te maken met een soortement depressie waar ik in zit. Ik ben niet meer mijn eigen ik zeg maar. Dat je ’s avonds na het eten verplicht een rondje loopt met echtgenoot waar anderen dat met een hond doen. En dat je alles op alles moet zetten, iedere vezel in je lichaam moet aanspannen om niet voor een aanstormende vrachtwagen te gaan staan. Ik ben even niet meer mijn eigen ik. Komt door druk van buitenaf. Externe factoren waar ik geen invloed op kan uitoefenen, hoe boos ik ook ben en hoe boos ik me ook maak. Externe factor is een grote onderneming. David en Goliath, maar dan met mij in de hoofdrol. Ik wil nooit in de hoofdrol, wil alleen achter de schermen acteren. En dus ben ik uitgeput en zijn mijn ogen gedoofd. Slecht teken als mijn ogen doven.

Goed, waarom schrijf ik dit toch allemaal? Ik kan door waas in mijn hoofd namelijk al maanden niet meer schrijven. Ik moet geopereerd worden en mijn huis moet een beetje netter worden, opgeruimd. Handdoeken met rafels verdwijnen in de vuilnisbak. Want stel je toch eens voor dat de nasleep van de operatie inderdaad zo bizar is als er op het internet beschreven wordt. Dan heb je opeens hulp nodig. Staan wildvreemden je handdoeken op te vouwen, ook de handdoeken die de kinderen even niet mogen gebruiken. Die met verfvlekken, omdat bij mij nu eenmaal de meeste haarverf in de handdoek beland in plaats van op mijn hoofd. En aangezien mijn kinderen net als mij de oudste handdoeken het lekkerste vinden drogen, pakken ze precies die handdoek waar alle kleuren van de afgelopen 6 jaar in terug te vinden zijn. Ooit, jaren geleden, toen echtgenoot met een diepe depressie thuis zat, mocht hij de trap niet verder schilderen. Trap heeft jaren braak gestaan in huis. Want alles wat een depressieve niet af kan maken, maakt een depressieve nog depressiever. Echtgenoot was psycholoog eeuwig dankbaar. Project klote trap mocht stopgezet worden.

Zelf dacht ik toen dat psycholoog net zo niet stoorde als echtgenoot. Tot nu. Ik ruim op, maar ’s avonds wacht de was en in de huiskamer staan tassen. Tassen met uitgezocht speelgoed. Verkocht op marktplaats door de kinderen. Maar het moet ruim, ruim, ruim. Want als die verhalen toch eens kloppen? En ik krijg het niet ruim. Project klote trap is terug in huize Bamestra, vermomd als tassen vol speelgoed en handdoeken met rafels.

Ik koop nieuwe T-shirts. T-shirts. Iedereen die mij kent weet dat ik een overhemd draag. Of eigenlijk een blouse. Klinkt chiquer, is hetzelfde. En het aller-allerliefste draag ik truien. Zodat er vooral niets van mijn lichaam te zien is. En nu heb ik T-shirts gekocht. Hele dure. In de aanbieding. Met mouwtjes, want ik schijn straks geen kleding aan te kunnen. Krijg het Spaans benauwd bij het idee vast te zitten in trui en dus koop ik shirts. De tip op het internet: knip het shirt via de naad open en vervang dat door klittenband. Oké, ik koop dure shirts om ze stuk te gaan knippen? Never niet. Klittenband? Dan buk ik me op het schoolplein en schieten al die klittenband stukken los. Sta je daar in je beha. Als die tenminste ’s morgens aangetrokken is door echtgenoot. Bij mij. Aangetrokken bij mij. Niet bij echtgenoot. Je zou om minder depressief worden.

Van de week vroeg een moeder van school: ben je eigenlijk links of rechts op het toilet? Even was ik volledig de weg kwijt. Ik ben overal rechtshandig. Op het toilet en daarbuiten. Maar toen zag ik het beeld van echtgenoot weer voor me toen hij bij een ongeluk een paar jaar geleden 1 arm gebroken en 1 pols verbrijzeld had. 1 aan de linkerzijde en 1 aan de rechterzijde. Ik ging thuis direct oefenen. Ik ben ook op het toilet rechts. En word links geopereerd. Pffft. Toen, jaren geleden; zette ik ’s morgens koffie voor eega. Goot het in een thermosfles en ging naar mijn werk. Aan mijn collega’s vertelde ik hoe lief ik wel niet was voor eega. Tot ze aan mij vroegen hoe hij zonder handen die thermosfles dan open moest krijgen. Eega zint al die jaren op wraak. Gelukkig ben ik rechtshandig op het toilet.

Dan hebben we het probleem vervoer. Ik mag 6 weken niet fietsen en geen auto besturen. Ja, en nu houdt u uw adem in. Tenminste, als u mij kent. Want dan weet u dat ik alles op de fiets vervoer. Een skelter en 3 kinderen en een broedkist met kippen. Een step en een driewieler met de wekelijkse boodschappen. Het liefst allemaal tegelijk en ik kan dat ook met 1 arm. Dat de gemeente op fietspaden in de wijken van die vervelende slalom hekjes plaatst, kan me doorgaans niet schelen, maar daar lag ik. Met mitella, step, 1 kind en 5 tassen. In de bosjes. Tsja, soms gaat het mis. Dat kan dus niet na de operatie. Dat zie ik zelfs in. Ook de ik die ik niet ben.

Ik had ook besloten met de fiets naar het ziekenhuis te gaan. ‘s Morgens en dan ’s avonds gewoon ook weer met de fiets naar huis. “Spoor jij eigenlijk wel helemaal?” Vroegen echtgenoot en chirurg. Nee, ik ben op het moment niet helemaal mijn eigen ik. Maar kan echt heel goed fietsen.

Schijn me te verkijken op de operatie en het herstel. Had van te voren het idee om mooie lingerie te kopen, want zo’n chirurg wil ook wel eens iets leuks zien toch? En aangezien ik helemaal geen boezem heb, moet de verpakking het een beetje opfleuren. Groot was mijn verbazing toen wederom een moeder van school mij kon vertellen dat ik 1 of ander hobbezakshirt aan zou krijgen in het ziekenhuis. Hobbezakshirt? Gewoon mijn eigen trui dus? Even mijn nichtje ge-apt. Nichtje wordt arts en zij weet dus wel wat ik aan krijg. Lingerie kon retour.

Ik heb nieuwe sokken gekocht. Een paar paar, want ik vind ziekenhuizen vies. Wil dus ieder uur schone sokken aan. Die moeten dan wel aangetrokken worden door een eender wie. Bij mij. Volgens internet kun je dat zelf niet meer. Pantoffels liggen onder laag stof onder mijn bed. Die spoel ik van te voren even af en gooi ik in het ziekenhuis nog weg. Vloeren vind ik namelijk ook onhygiënisch. Een nieuwe hoes voor dekbed gekocht die past bij de bank beneden. Nieuwe pyjama’s gekocht. Hele hippe. Met gave broeken. Zonder rits en knopen, want dat kan ik straks ook niet zelf. Ooit ging ik kinderen naar school brengen op pantoffels. Straks doe ik dat in pyjamabroek. Wandelend. Zonder fiets, want die blijft 6 weken in de stalling van het ziekenhuis. Ik schreef het al. Ik ben even niet mijn eigen ik.

Zo had ik ook alvast heel handig mijn vriezer vol gekookt. Handig voor als je straks de pannen niet kunt optillen. Maar hoeveel pasta ik ook die vriezer in kookte, echt veel voller werd hij niet. Boosdoener was 15 jarige zoon. Zoon komt dagelijks uitgehongerd thuis. Thuis in een walhalla, want de vriezer verborg heerlijke pastaschotels. Puber kon zijn geluk niet op. Heeft beloofd straks ook een keer te koken.

Tsja, ik en de ik die niet de mijne is, verkijken ons schijnbaar op de operatie, maar alle ikken in mijn lijf proberen ons best te doen om voorbereid voor de dag te komen. We gaan het meemaken.  En alle ikken en ik werken samen om straks weer 1 stralende ik te worden.



1 opmerking:

  1. Niks voor jou Anna Marie, om bij de pakken neer te zitten en depressief te worden. Laat de boel de boel voordat je ook nog overwerkt raakt. Al dat poetsen en opruimen in ook niet goed voor je schouder. Mocht er hulp in huis moeten komen dan zijn dat ervaren mensen hoor. Die zijn nog veeeeeel erger gewend.

    BeantwoordenVerwijderen