vrijdag 26 december 2014

Zwemmen in de vijver van de koning.

Op een mooie Herfstdag gaat de familie naar de grote stad  Stockholm. Er staan een paar uitstapjes op het programma: de wisseling van de wacht bij het Koninklijk paleis. Een bezoek brengen aan het Vasa museum en naar een hele grote begraafplaats midden in het bos om rustig te wandelen. Mamma wil natuurlijk ook slenteren langs de mooie winkeltjes door de pittoreske binnenstad, maar daar heeft de rest eigenlijk niet zo veel zin in.

De wisseling van de wacht is een indrukwekkend schouwspel en de kinderen staan met open monden toe te kijken hoe de militairen overal vandaan lijken te komen. Ondertussen houden ze met een scheef oog de grote geweren in de gaten.

Na de wisseling van de wacht staat het Vasa museum op het programma. Rune zit met een hondenketting vast aan mamma. De balustrades op de verdiepingen zijn namelijk niet zo heel hoog,  en mamma ziet haar geest al dwalen, en Rune meters naar beneden vallen. De Zweedse mensen om ons heen vinden het maar gek dat je een kind aan een riem hebt, maar mamma vertelt rustig aan een ieder die gek kijkt; ‘ik heb liever dat jij nu vreemd kijkt, dan dat ik straks huilend mijn kind met een krabbertje tussen de tegels uit moet plukken.’ Slaat echt helemaal nergens op! Ten eerste verstaan ze mamma natuurlijk helemaal niet en ten tweede vindt Rune het geweldig aan de riem. Na het museum wil mamma de binnenstad in, maar ondertussen staan we met de auto vast in het verkeer. Waar we ook kijken, overal zijn mensen. Van alle kanten komen auto’s, voetgangers, fietsen en trams. We hebben er al 5 weken in Zweden opzitten, rustig in ons huisje aan de rand van het bos, en we weten niet wat ons overkomt. Waar komen al die mensen vandaan? Mamma wil bij nader inzien dus maar 1 ding. Weg uit Stockholm!

En dat doen we. Wij zijn namelijk allang blij dat we niet achter mamma aan te hoeven te slenteren door smalle straatjes die mamma geweldig vind, maar waar wij dus helemaal niets aan vinden. Voordat we definitief wegrijden uit Stockholm,  gaan we eerst nog picknicken in het park bij het Koninklijk paleis. Ze noemen het de tuinen van de koning, maar het is nu een openbaar park. Daar legt mamma het kleed op de grond, komt de inmiddels beroemde picknickmand te voorschijn en komen uit die mand weer allemaal lekkere verrassingen. Genieten is dit. Mamma komt weer langzaam tot rust en Rune en Nisse gaan tikkertje spelen. Een stukje verderop hangen er allemaal kinderen aan de takken van een boom heen en weer te zwaaien. Bespottelijk vindt mamma. ‘Je gaat toch niet als Tarzan heen en weer zwaaien? Waar zijn die ouders die dat goed keuren? Straks ligt er een te water. Als ze maar niet denken dat ik dan dat kind uit het water haal.’ ‘Dat doe je wel schat.’ ‘Nou ja, maar ik bedoel maar. Je kunt er gewoon op wachten dat het verkeerd gaat.’

In de tussentijd zijn Rune en Nisse bij de slingerende kinderen gaan staan. De kinderen beginnen direct enthousiast te praten, maar het Zweeds van Rune en Nisse is nog niet zo heel goed. Als 1 van de Zweedse kinderen een uiteinde van de boom aan Nisse geeft, en bemoedigend knikt, pakt hij de tak aan, neemt een aanloopje, zet zich met zijn voeten af en slingert vrolijk tussen de andere kinderen heen en weer. Over het water, over het land, over het water, over het land. Rune  staat inmiddels ook te springen en ook hij krijgt een tak aangereikt. Samen met de andere kinderen gaat het: slinger over land, over het water, over land, over water, over land, over PLONS! Rune kon zich niet helemaal goed meer vasthouden en de tak is uit zijn handen gegleden precies op het moment dat hij boven het water zwaaide. ‘Zie je wel! Wat heb ik gezegd? Daar ligt de eerste. En zie jij een ouder die aanstalten maakt om richting het water te gaan om hun kind er uit te vissen? Ik niet.’ 

Tegelijkertijd is Nisse zo geschrokken dat zijn broertje die in het water ligt, zonder zwemdiploma, dat hij na een slinger over land, ook de tak loslaat en naast Rune in het water terecht komt. Hij grijpt de kraag van Rune en probeert naar de kant te komen, maar dat gaat nog niet zo makkelijk. Zelf heeft hij nog maar sinds een maand zijn zwemdiploma en niemand heeft hem geleerd hoe je drijfnatte broertjes uit koud water moet halen. ‘En daar ging nummer twee! Schandalig. Je hebt nog gelijk ook. Ik ga kijken of ik de kinderen kan helpen.’ Mamma staat op, pappa staat op, en er komen her en der nog meer ouders in beweging. Alsof er een startschot is gegeven voor een hardloopwedstrijd bewegen opeens van alle kanten grote mensen naar de waterkant.

Dan geeft mamma een harde gil van schrik, want daar in het midden van de vijver, drijven haar twee jongens. Haar jongens die net nog onschuldig tikkertje aan het spelen waren. ‘Haal ze er uit!’ roept mamma tegen pappa. ‘Waarom ik?’ Vraagt hij, maar als hij naar het boze gezicht van mamma kijkt, stapt hij van de kant af zo het water in. Met twee stappen en met een zwemslag is hij bij de jongens, grijpt ze allebei bij een arm en loopt terug naar de kant. Van alle kanten staan er nu moeders met handdoeken klaar om de ergste nattigheid af te drogen.


Rune, Nisse en pappa staan druipend op de kant te midden van een hele schare lachende mensen. Iedereen is opgelucht dat het zo goed afgelopen is, behalve mamma. Mamma is boos. Boos omdat uitgerekend haar kinderen zo nodig in de vijver van de koning moesten vallen. ‘Het kan werkelijk ook nooit eens 1 dag gewoon saai zijn in dit gezin.’ 


2 opmerkingen:

  1. Eerlijk gezegd zien die takken er wel heel verleidelijk uit, dat kun je als kind toch bijna niet weerstaan. Maar als moeder zou ik er misschien ook niet blij mee zijn geweest.

    Hoop dat de kerstvakantie iets rustiger verloopt ;-)!

    Liefs, Ingrid

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een heerlijk verhaal weer, echt heel grappig, al kan ik me voorstellen dat het helemaal niet grappig is als jouw kinderen daar in het water liggen...
    Liefs,
    Mirjam

    BeantwoordenVerwijderen