maandag 8 december 2014

Kerstsfeer.

Vandaag zijn de kerstbomen op school onder het stof vandaan gehaald en weer netjes in de gangen opgetuigd. Neergezet en opgetuigd. Zelf was ik vandaag vliegende keep. Assisteerde overal en nergens. Nergens dus vooral, want als de groep van Kerstboom groep 3 vroeg of ik misschien een tafeltje had voor onder hun boom, dan liep ik richting aula, en werd op de reis daarnaar toe aangesproken door de groep van Kerstboom groep 4, door de groep Kerstboom directeur, door de groep Kerstboom boven en voor ik weer terug was bij de groep Kerstboom groep 3 was ik eigenlijk alweer kwijt waarom ik op zoek was naar een tafel. Maar om een lang verhaal kort te houden, door de enorme groep hulpouders waren we om 11.00 al klaar. Er stonden 6 normale bomen en 1 enorme boom in de gangen van de school. De trap was behangen met een kerstguirlande en verder hingen de winterschilderijen weer. Gezellig zonder te veel poespas, we willen graag ruimte overhouden voor de creatieve werken van de leerlingen. Kerstsfeer op school.

Omdat je de hele ochtend van de ene groep naar de andere loopt, heb je geen contact met de mensen voor wie je het uiteindelijk doet: de leerlingen. Als je op 1 plek staat komen er altijd wel kinderen naar je toe. Vanmorgen heb ik met geen enkele leerling gesproken. Vanmiddag werd dat goed gemaakt, Ben en ik waren de laatste punten aan het nalopen. Terwijl we daar mee bezig waren gingen de jongste leerlingen buiten spelen. ‘Waarom doet u dit allemaal?’ ‘Omdat ik in de ouderraad zit en we de school altijd versieren als het feest is.’ ‘Doet u dat alleen?’ ‘Nee, we hebben een heel team.’ ‘Maar we zien jou altijd op school.’ ‘Nee, er zijn altijd nog wel meer mensen om te helpen.’ ‘Waar zijn die dan nu?’ ‘Ehhh, in het kantoor van Juf B. staat nog een meneer.’ Een groep kleuters bevestigde de aanwezigheid van een meneer in het kantoor van de juf. ‘Maar die hoort bij jou geloof ik. Klopt dat?’ ‘Vinden jullie die meneer aardig?’ ‘Ja, die is best aardig.’ ‘Oké, dan hoort hij bij mij.’ ‘En als hij nu niet lief is?’ ‘Dan hoort hij niet bij mij.’ ‘Mag ik hem dan hebben? Ik heb geen pappa. Ik heb alleen een mamma.’ En dan sta je daar met je goede fatsoen. Gelukkig werd ik door een andere kleuter gered. ‘Dat kan natuurlijk helemaal niet. Jouw moeder vindt hem stom. Dan kun je hem niet mee naar huis nemen. Maar je kunt wel een poes nemen. Die zijn ook lief.’  En samen huppelden ze naar buiten.

Terwijl ik dit gesprek een plek in mijn hoofd moest geven, waren er twee andere meisjes hand in hand bij de boom stil blijven staan. ‘Mooi hè?’ ‘Ja, prachtig. Het glimt allemaal zo mooi.’ ‘Ja, en ik zie mezelf in die bal. En jou ook. Kijk maar. In deze bal staan wij.’ ‘Hoe kan dat nu?’ ‘Het zijn een soort spiegels denk ik. ‘ De meisjes stonden zuchtend en met stralende ogen naar de boom te kijken. ‘Wat vinden jullie het mooiste aan de boom?’ ‘De piek. Die is echt het allermooist.’ ‘Zijn jullie ook al in de grote zaal geweest? Daar staat een hele grote boom en die vind ik zelf het allermooist. Daar zitten heel veel lichtjes in.’ Ze hadden de boom nog niet gezien, maar als ze ’s middags naar huis gingen, zouden ze eerst even naar de boom in de aula kijken. Nu gingen ze, na nog 1 keer in de Kerstbal spiegel te hebben gekeken, buiten spelen.

Mijn dag werd helemaal goed toen 1 van die meisjes even later hand in hand met de juf aan kwam lopen. ‘Kom je nu al naar de boom kijken?’ Eigenlijk kwam ze samen met de juf heel ergens anders voor, maar nu ze er toch was, wilde ze de boom natuurlijk heel graag zien. Samen liepen we er naar toe. Ik ging op mijn hurken zitten en zag een klein beetje wat zij ook zag. Een hele grote boom, vol prachtige lichtjes. Overal twinkelende lichtjes. En die lichtjes kwamen twinkelend terug in de ogen van dat hele kleine kleutermeisje. Daar doen we het voor. Daarom spenderen we onze vrije tijd op de school van de kinderen. Om af en toe onze zorgen te vergeten, en om met kinderlijke onbevangenheid te kijken naar een boom vol lampjes. En vooral om te genieten van de gesprekken die de kinderen onderling hebben:

‘Waarom zetten de mensen nu overal Kerstbomen neer?’ ‘Dat is voor Sinterklaas.’ ‘Nee, niet voor Sinterklaas. Voor de Kerstman.’ ‘Welnee! Niet voor de Kerstman, voor Jezus!’ ‘Voor Jezus?’ ‘Ja, dan weet Jezus dat hij hier geboren mag worden.’ ‘Maar hoe weet hij dat dan?’ ‘Nou hij moet de lichtjes volgen naar de stal.’ ‘O ja! En de ster moet hij ook volgen. Die hangt boven het podium.’ ‘Echt waar?’ ‘Ja. En voor de zekerheid hangen er zelfs twee.’ ’Maar als Jezus het nu evengoed niet kan vinden?’ ‘Dat zou wel een beetje jammer zijn, want dan mist hij het avondeten.’ ‘Hoezo mist hij dan het avondeten?’ ‘Nou, met Kerst eten we ’s avonds op school.’ ‘Baby’s mogen helemaal geen avondeten. Die mogen alleen melk.’ ‘Maar Jezus is toch geen baby! Jezus is Jezus.’ ‘Maar HOE komt Jezus hier nu met Kerst?’ ‘Gewoon, met de Kerstman. Door de schoorsteen.’


Daarom dus. Daarom vinden we het waardevol om af en toe te mogen helpen op school. Omdat we dit soort gesprekken anders missen. 


4 opmerkingen:

  1. Geweldig, de manier waarop kinderen invulling geven op hun eigen vragen en de vragen van een ander. Dat is inderdaad genieten, ik snap helemaal waar jij het voor doet. Ik wens iedereen op school (inclusief de ouderraad) een hele fijne kersttijd toe.

    Liefs, Ingrid

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oh hoe herkenbaar is dit. Ik heb wel 8 jaar in de ouderraad gezeten op de school van mijn meiden. Het is wel weer even geleden hoor, maar ik weet het nog goed, dat versieren van heel veel bomen en dan die kinderkoppies... Onbetaalbaar... En rond pasen zorgde ik ervoor dat er wel dertig kuikens in grote glazen bakken in de school stonden... Ach nu dwaal ik af... Maar wat was dat een leuke tijd..
    Mooi verhaal en heerlijk geschreven...
    Liefs, Mirjam

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heerlijk hè, heb het jaren gedaan en niet willen missen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Met plezier gelezen, ik wens je Fijne Feestdagen.

    Vriendelijke groet,

    BeantwoordenVerwijderen