Vanavond ga ik uit. “Alweeeeer?” Klaagt dochter.” Ik ben nog
maar 2 keer naar een concert geweest. En u gaat gewoon 2 keer per maand ofzo?”
Ze mag mee, maar kiest er voor om vooral niet in het openbaar met mamma gezien
te worden. Winkelen is tot daar aan toe; handig een mamma die betaald, maar met
mamma naar een optreden? Voor je het weet gaat ze dan haar oude lijf bewegen.
Slaat volledig nergens op. Denken mensen dat je familie bent. Je zult familie
zijn van een bejaarde die hip naar optredens gaat en dan nog beweegt ook.
Vanavond echter zal ik weinig bewegen. Vanmiddag was ik
namelijk al helemaal gekapt en getafeld toen jongste zoon voorstelde om het
gooi en vang spel te gaan doen. Dat is een door ons ontwikkeld spel waarbij we
de motoriek van jongste verbeteren. (Of een poging doen daartoe) Het speelveld
voor zoon is de trampoline en de rest van de tuin is mijn speelveld. De
trampoline lag vol met sneeuw en was derhalve spiegelglad. Ik gooide de basketbal,
zoon probeerde te vangen, maar schoof achterover zo de sneeuw in. Deze intens
gemene moeder schaterde het uit. Ja beste buren: It was I! Niet het luchtalarm.
Zoon probeerde te vangen en te gooien op spiegelgladde trampoline en mamma
stond zich verkrampte kaken te lachen.
Even later had zoon controle over zijn lichaam. Hij vond de balans
en wist de bal te vangen; te gooien en tussendoor sneeuwballen te rollen van de
sneeuw op de trampoline. Zijn moeder is op leeftijd. Kan zich op 1 ding
tegelijk concentreren. Of de basketbal, of een sneeuwbal. De basketbal komt
ernstig hard aan weet ik uit ervaring, dus mijn focus lag bij de basketbal. De
eerste sneeuwbal verdween in mijn nek, de tweede, de derde, de vierde wist ik
te ontwijken. Even later begon sneeuwbal 1 druppelend door mijn beha naar
beneden te lopen, gevolgd door sneeuwbal 2 en sneeuwbal 3. Heeft met Isaac
Newton te maken. Sneeuwballen 8/9/10 en 14 waren inmiddels ook via de kraag van
mijn jas kennis aan het maken met mijn lichaam. “Nu moet je stoppen” schaterde
ik het uit. “Straks zit ik bij het concert en vormt er zich een plasje water
onder mijn stoel van al die smeltende sneeuwballen. Denken de mensen dat ik
incontinent ben.”
U begrijpt: zoon stopte direct. Hmmm, zoon is duidelijk een
kind van zijn moeder. Stopte dus niet, maar gooide er een versnelling bij.
Uiteindelijk wist ik bal 28 te ontwijken, maar dook daarbij achterover de
taxushaag in. De taxushaag waar heel veel sneeuw in opgeslagen lag. Lag.
Inderdaad. Lag als in verleden tijd. Die sneeuw zat nu in mijn jas, onder mijn (gloednieuwe)
blouse, onder mijn (gloednieuwe) T-shirt, onder mijn hemd, onder mijn beha. Mijn
witte blouse en shirt waren voorzien van
prachtige zand en grasvlekken. Niet alleen zit ik vanavond dus met een teiltje
onder mijn stoel in de zaal, de kinderen laten me met een gerust hart gaan. “Er
is echt niemand die met u wil daten. U ziet er echt zeer onverzorgd uit met die
vieze vlekken.” Kinderen en hun vader
stapten vervolgens in de auto. Zij gingen gezellig uit
eten. Zonder vlekken, zonder sneeuw en zonder teiltje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten