vrijdag 10 mei 2013

Finn in lollyland.


We gaan naar het zuurstokkendorp roepen de oudste 2 kinderen enthousiast. Finn haalt zijn schouders op en springt verder op de trampoline. Zuurstokkendorp? Wat is nou weer een zuurstokkendorp? Zal wel weer heel stom zijn. Finn wil niet weg. Hij wil springen op zijn grote springmat. En limonade drinken. Ze hebben hier hele lekkere limonade. Doorzichtige. Dus toverlimonade.  Het ziet eruit als water, maar het smaakt naar limonade. Betoverd.

Maar van pappa en mamma moet hij mee en dus trekt hij zijn schoentjes aan en sjokt naar de auto. Als hij naar de lachende gezichten van zijn broer en zus kijkt, begint hij toch te huppelen. Zal wel leuk zijn. Zuurstokkendorp. Mamma vertelt in de auto over een mevrouw die haar man verloor en voor twee kleine kinderen moest zorgen. Dat ze om te overleven zelf snoepjes ging maken.  En ze verkocht. Dat die snoepjes heel populair werden. Rood met wit gestreepte zuurstokken. Dat er tegenwoordig meer toeristen naar het zuurstokkendorp komen dan bijvoorbeeld naar Pippi Langkous land. Finn zucht hardop. Hij wil niet heel veel mensen om hem heen. Hij wil wandelen in het bos, of schatten jutten aan de waterkant. Gister had hij een witte tak gevonden en een stuk elastiek. Daar had hij een katapult van gemaakt om stenen mee weg te schieten de zee in. Pappa zegt dat het een meer is, maar je kunt de overkant niet zien. Pappa weet het gewoon niet. Geeft niets. Pappa is al oud. Oude mensen vergeten dingen. Finn weet dat het een zee is. Hij is nog jong en dus weet hij het zeker. Er varen namelijk boten op.

Pappa parkeert de auto midden in het centrum. Gewoon voor de winkel waar ze gaan kijken. Het is helemaal niet druk. Mamma wordt zeker ook al oud. Weet ook al helemaal niets meer. Om de winkel in te komen moet je door een houten deur. Met een tringel bel. Tringel tringel doet de bel. Finn doet de deur nog 3 keer open en dicht. Grappig geluidje. En het ruikt heel erg lekker in dit huis. Heel erg lekker. Zoet. Zo zoet als in een snoepwinkel. Hij kijkt om zich heen en ziet zijn broer en zus al rondjes lopen tussen rekken vol zuurstokken; kasten vol lolly’s; planken vol potten drop; kisten vol kapotte snoepjes. Zakken met chocolaatjes. En een grote glazen ruit met bankjes ervoor. Achter dat raam staat een mevrouw met een wit schort en witte handschoenen met een soort klei te spelen. Net als pappa met zijn brooddeeg als hij brood gaat bakken. Of pizza’s. Mevrouw gaat vast pizza eten vanavond. Volgens pappa is dit het deeg om lolly’s en zuurstokken te maken. Suikerstroop. En het is heel warm. Daarom heeft die mevrouw handschoenen aan. En voor de hiegiena. Dat is een wild dier. Net als een vos en een wolf. Die zitten in het bos achter het huis, Finn mag daar dus niet komen.

De kinderen mogen alle drie iets lekker s uitzoeken. Dat is nog best heel moeilijk, want de kleuren zien er allemaal zo lekker uit. Mamma hoeft die stokken niet, die kiest drop uit. Grote staven drop en voor iedereen is er eentje. Finn loopt intens tevreden de winkel weer uit. Met een hele grote zuurstok op een stok. En ook nog een kleine blauwe lolly. Omdat die rood-wit-blauw is. Net als de Nederlandse vlag. En de Noorse zeker, want het is een Noorse lolly staat er op het papiertje. Het zal allemaal wel. Pappa en mamma gaan koffie drinken met groene prinsessengebakjes en de kinderen mogen als afsluiting nog een ijsje. In de auto terug naar huis weet Finn zeker dat hij nog wel een keer naar dat lollyland wil. Op de trampoline springen kan altijd nog.

2 opmerkingen:

  1. Wat een leuk verhaal Anna Marie en wat een heerlijk snoepgoed.
    Ik kan me voorstellen dat Finn nog wel een keertje naar Lollyland wil.
    Fijn weekend.
    Lieve groet, Mea

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lekker zeg........daar wil ik ook best wel een keertje heen!!

    Fijn weekend,
    groetjes,
    Debby

    BeantwoordenVerwijderen