zaterdag 16 november 2013

Leerproces.

Mark gaat naar de grote school. Eerste dag. 6 weken vrij gehad en nu naar de grote stad. Wereld van verschil. Mark komt uit het dorp. Hij is er 1 van Sieme. Simon. Zijn vader heet Simon. Simon de melkboer. In zijn oude klas kwam iedereen uit het dorp. Waren alle vaders boer. Of agrariër zoals ze hier in de stad zeggen. De kinderen uit zijn oude klas zijn bijna allemaal naar scholen in de buurt gegaan, maar Mark kan heel goed leren en zodoende loopt hij nu rond op een scholengemeenschap voor Havo/Vwo en Gymnasium in de stad.

De eerste uren gingen goed. De leerkrachten zijn allemaal nog aardig, dat zal wel veranderen, en de klasgenoten zijn ook wel oké. Net als hij zenuwachtig, hoewel ze dat niet zo laten blijken. De meeste kennen elkaar al. Van de basisschool, van de voetbal, van de hockey of van zwemmen. Mark kent nog niemand.

Tijdens de eerste pauze komt hij er achter dat hij zijn brood is vergeten. Nee hè, brood ligt nog op de keukentafel. En ik heb ook geen geld mee om iets in de kantine te kopen. Dat wordt dus een dagje hongerlijden. Lekker begin. Vroeger ging je gewoon tussen de middag naar huis om warm te eten. Nu is het brood overdag en warmt mamma de aardappelen met vlees ’s avonds op als zij, pappa en zijn broertjes brood eten. De wereld verandert opeens als je naar het middelbare gaat.

Om 12 uur ontstaat er enige verwarring in de klas. Kinderen schieten in de lach, wijzen naar buiten en beginnen koeien en varkens na te doen. Mark begrijpt er niets van. Hij staat net als de anderen op en loopt naar het raam. Daar staat op het parkeerterrein voor de school een tractor. Een blauwe tractor. Tussen de gepoetste bolides van de leerkrachten. En uit de tractor is een boer gestapt. Met laarzen. Grijze laarzen. Pet op het hoofd. Zijn vader! Zijn vader loopt richting de ingang met de modder nog aan zijn laarzen. Met strootjes aan zijn overall. In zijn handen een lunchpakket. Mark doet een stap naar achter. Weg van het raam, maar precies op dat moment kijkt zijn vader naar boven. Langzaam gaat zijn hand omhoog. Een soort onhandige groet. Een groet met boterhammen kaas. Mark heeft het idee dat hij in een vacuüm zit. Alsof alle kinderen weg deinzen en  niets met hem te maken willen hebben. Hij groet niet terug. Knikt kort en gaat weer zitten.

Van welke sukkel is die vader? Komt hier gewoon met een trekker op school. Ja, en met vieze laarzen. De hele hal stinkt naar de stront. De oudere leerlingen hebben de grootste lol en staan bijeen bij de conciërge. De conciërge die zijn brood in beheer heeft. Mark durft niet naar haar toe te gaan. Mark schaamt zich. Hij schaamt zich voor zijn vader. Aan het einde van de pauze gaan de meeste jongens weer terug naar hun eigen groepjes. 1 meisje loopt naar de conciërge. Haalt zijn brood op. Zijn brood! Mark voelt zijn maag tekeergaan. Hij heeft honger.

Dit is van jou volgens mij. Hij kijkt omhoog en ziet het meisje staan. Met zijn lunch in haar handen. Ik kom ook uit een dorp en dit is mij ook een keer overkomen. Gebeurt je 1 keer. Daarna vergeet jij je brood nooit meer en je vader weet nu dat het niet handig is om langs te komen. Trek je maar niets van de rest aan. Stiekem zijn ze namelijk heel jaloers. Zo’n grote tractor besturen is namelijk ontzettend stoer!


Het meisje had gelijk. Hij vergat nooit meer zijn brood en zijn vader kwam nooit meer langs. Dit schoot allemaal door het hoofd van Mark toen hij op de keukentafel een trommel zag liggen met brood. Het brood van zijn oudste die vandaag voor het eerst naar het Voortgezet onderwijs ging.

2 opmerkingen: