Er was eens een stoffig en grijs gezin. Voor de rust, de ruimte en de groene gezonde omgeving kochten ze een tweede huis in Zweden. Een echt Zweeds huisje met scheve deurkozijnen en kierende ramen. Een huis met een laag plafond en zonder waterleiding. Dat gezin had vakantie na vakantie een geweldige tijd. Totdat de mamma het nodig vond om detectives te gaan schrijven in de tuin. De omgeving leende zich er namelijk prima voor. Een huis aan de rand van een veenafgraving, aan de rand van een bos. Zonder telefoon, zonder telefoonsignaal en bereik, zonder televisie en vooral van God en alleman verlaten. En de nachten zijn echte nachten. Donker. Heel erg donker! Van sloten op deuren hadden ze in Zweden nog nooit gehoord, dus het huisje had geen deugdelijk slot. Gaf niets, want wie komt hier nu? Wat de gevolgen van dat schrijven in de eigen achtertuin waren, heeft u hier:
De roze olifant. kunnen lezen. Maar niemand, echt niemand, en zeker niet deze ingeslapen mamma had kunnen vermoeden wat er vervolgens gebeurde.
Zaterdagochtend 12 mei. Eega komt slaapkamer binnen. Ziet er bedrukt en grijs uit. "Er is een man vermoord aangetroffen op de Omberg". Oké, dat is niet zo mooi. Komt wel heel dichtbij. Gelukkig een stukje bij ons huis vandaan. Na het ontbijt lezen we de Zweedse kranten, en kijken naar het Zweedse nieuws. De foto's die we zien plaatsen we al snel bij het huis aan de overkant van de weg. De foto's van zoekende rechercheurs met politiehonden op ons perceel doet onze harten sneller slaan. Waarom kijken ze bij ons op het erf? Waarom is ons pad afgezet met linten? Hij ligt toch niet in onze waterput? Toch? Een rondje foto's verder denken we te weten dat hij niet in onze bron gevonden is, maar waarom dan toch al die rechercheurs op ons pad? En lezen we nu dat er nog gezocht word naar bewoners van een huis in de omgeving? Vast niet. Laten we ons nu niet gek maken. Niet gekker dan we al zijn in ieder geval. De schoolkorfbalwedstrijden doen onze gedachten even naar iets anders uitgaan.
 |
Foto van internet. Honden patrouille op ons oprijpad. |
's Middags: bij thuiskomst Zweedse televisie kijken. En ja toch wel. We worden opgeroepen om ons te melden bij onderstaand telefoonnummer. Zweet breekt me uit. Waarom willen ze ons spreken? We zijn heel 2012 niet in Zweden geweest. Eindelijk ben ik blij dat ik vorige week in Nederland ben gebleven. Ben ik blij dat ik zo moe was en het risico niet wilde lopen om wel naar Zweden te rijden, maar dan niet meer terug te komen. Gewoon omdat ik zo moe was. Nu ben ik klaarwakker en ik bel Ben. "We worden gezocht." "Niet meer, ik heb al gebeld en doorgegeven dat we al een paar maanden in Nederland zijn. En dat als ze een sleutel willen hebben, ze die bij de buurman kunnen halen." De buurman waar we bij nader inzien ook al een tijd niets meer van hebben vernomen. We worden tegelijk stil aan de telefoon. "De Zweedse politie was erg blij om te horen dat we veilig in Nederland zaten."
Ik leg de telefoon neer. Waarom waren ze zo opgelucht? Dachten ze ons ook in een put aan te treffen? Wat is er gebeurd op ons perceel wat de politie doet besluiten om alles af te zetten en met honden te zoeken? Waarom hebben ze de deuren opengebroken van huizen waar niet open gedaan werd? Is ons huis ook opengebroken? Hoe tref ik mijn huis straks aan? Met gebarricadeerde deur of zonder deur, maar met slangen en ander ongedierte? Met een zwerver? Zijn de deksels weer teruggeschoven op de putten? Hebben ze nog meer aangetroffen? Waarom is de overbuurman vermoord? Waarom is hij in zijn eigen waterput gegooid? Is er iemand in paniek geraakt? Zijn we daar straks nog wel veilig? En ik moet echt vandaag een slot kopen voor die deur. In trance volg ik de berichtgevingen vanuit Zweden. En ik kijk naar de foto's die geplaatst worden. Naar de foto's die ik zelf heb gemaakt van hetzelfde stuk grond. Maar dan met lachende kinderen die genieten. Ik denk aan de geweldige vakanties. Aan de prachtige natuur, aan de vervallen huizen, aan mijn geliefde huisje aan de rand van het bos. Mijn rode huisje.
Ik ruim de boeken naast mijn bed op. Zonder uitzondering Scandinavische thrillers. Zal ik voorlopig even links laten liggen. Wij bevinden ons namelijk midden in een echte detective. En ik kan u verzekeren; dat is een stuk minder leuk opeens. En ja, de eerlijkheid gebied me te zeggen dat mijn schrijversgeest gaat dwalen. Maar mijn gevoel, mijn medemenselijkheid vind het verschrikkelijk. Ik denk aan de nabestaanden die zonder vader verder moeten. En ik denk aan de putten op mijn terrein. Aan wat daar allemaal misschien wel ligt. Aan wat er in vredesnaam allemaal heeft gespeeld in de omgeving van mijn huis. Terwijl ik niets gemerkt heb. Gelukkig maar.
En nu moet ik gaan nadenken of ik wel met de kinderen naar mijn huis durf deze zomer. Durf ik de confrontatie aan met de omgeving, durf ik mijn kinderen bloot te stellen aan gevaren die er misschien zijn? Eerst maar de ontwikkelingen volgen. En dan maar hopen dat ik de dader/ daders niet ken. De politie tast nu volledig in het duister, heeft ingezet op een breed onderzoek. Tussen de regels lezend betekent dat niet anders dan dat ze geen idee hebben in welke hoek ze het moeten zoeken.
Vandaag gekeken op de Zweedse makelaarssites. Voor een huis in de stad. 3 hoog 4 achter. Maar dan wel een stad zonder criminelen. Gewoon een Zweedse veilige stad. Misschien doen ze zelfs wel aan huizenruil. Een veilige idylle of toch een utopie? Hoe je opeens in een boek van W.allander terecht bent gekomen zonder daar blij mee te zijn. Ik vond het bij nader inzien helemaal niet erg om een stoffig en grijs en ingedut gezin te zijn.
 |
Bijschrift toevoegen |