We hebben de jaarlijkse IJsselregatta in onze drukbezette
agenda staan. ’s Morgens vroeg weg uit Noord-Holland om al filerijdend, let
wel: zondagochtend! Richting het oosten van het land te gaan. En het wordt
langzaam stiller en rustiger om ons heen. Langs de Utrechtse heuvelrug, langs
de bossen van de Veluwe richting de IJsselvallei. Zutphen. Niets van gezien.
Behalve natuurlijk de roeivereniging die mooi verscholen in een kom van de IJssel
ligt.
Meteen na de start wordt het mij pijnlijk duidelijk dat er
vandaag geen blik meegaat naar huis. (Blik trekken is roeiers jargon voor de
eerste plaats halen.) En voor het eerst in al die jaren kon ik om me heen
kijken. En de stress en de spanningen gleden slag na slag, haal na haal van me
af. Ik bevond me in een schilderij van Jan Breughel de oude. 4 Dimensionaal. De
snelstromende, meanderende rivier de IJssel met zijn kribben en uiterwaarden
waar kuddes vreedzaam grazende koeien hun hoofden even optillen om met een
nietsziende blik naar die vreemde snuiters in veel te kleine bootjes te kijken.
Knotwilgen rij aan rij staand. Soms met hun voeten in het water. Kleine
landgoederen als verfspatten op een doek. Her en der verspreid. Schijnbaar
lukraak neergekwakt, zorgen voor een prachtige compositie. De bossen van
Gelderland voor een mooi groen, geelbruin verkleurend achtergrondspektakel. De
golven, af en toe woest tegen de boot slaand maken dat ik weer terugkeer naar
het nu, naar het heden. En zo wakkert mijn stemvolume weer even aan om te
proberen de heren in een ritme te krijgen. Ondertussen kijkend naar de steeds
wisselende luchten met prachtige kleurschakeringen van grijs, wit, zwart en
blauw, dompel ik me weer onder in mijn gedachten. Ik zie de boerinnen in
klederdracht met 3 poot richting koeien lopen. Kleine nederzettingen van
mandenmakers en vissers aan de oevers van de rivier. Ik zie een jongen over het
jaagpad langs de rivier lopen, vrolijk zwaaiend onderwijl zijn paard aansporend
om de boot voort te trekken. Ik zie de garnizoenen van de Spanjaarden vlak voor
de stad in hun legerkampen bivakkeren. Ik zie de contouren van de stad Deventer
opdoemen.
En dan word ik door een hekgolf ruw wakker geschud en loods
ik mijn team de laatste 2 kilometer in. Ik heb genoten van een prachtig
historisch stukje Nederland. Maar toch hoop ik volgend jaar weer niets van de
omgeving te zien, want dan doen we vast weer mee voor de prijzen.
Jammer dat het voor je team niet gelukt is... Wel mooi voor mij hoe je het stukje Nederland beschrijft waar ik woon. En dat is best treffend!
BeantwoordenVerwijderenGeweldig beschreven.
BeantwoordenVerwijderenMooi verhaal en heerlijk zo in jezelf terug in de tijd gaan. Zouden ze het gemerkt hebben de roeiers? Ik heb het geluk op korte afstand van deze omgeving te wonen. Genoeg mooie plekjes in ons kleine landje.
BeantwoordenVerwijderenGroet, Annet
Ik denk dat ik liever voor de omgeving zou gaan dan voor de prijs! Is het niet jammer dat je je een ongeluk roeit, voor een stuk blik, en de prijzen die moeder natuur je laat zien mist?
BeantwoordenVerwijderenVlijtig Liesje