zondag 23 oktober 2011

Puzzeltocht. Autopuzzeltocht.


Vanmiddag ging ik met dochter op weg naar zwemles. Privézwemles, op zondag. Mooi weer, en ik rij altijd over een dijkje. Waterwegen door de polder. Waterwegen met rietkragen. En op mooie zondagmiddagen fietsen er altijd drommen mensen langs waterwegen met rietkragen langs de polder. Op tijd weg dus met de auto, want je zult het treffen dat je achter een fietsende familiereünie zit op smalle kronkelende dijk. En daar kun je met je auto niet langs en dat wil je ook niet, want de dijk is heel onoverzichtelijk. Je zult zo’n familiereünie fietsende fietser maar een zetje geven, plonst hij zo pardoes het water in. KOUD!!! Nee, daar blijf je netjes achter en daardoor ga je ruim op tijd weg van huis.Vandaag zaten we helemaal niet achter familiereünie, we kwamen zelfs maar een paar fietsende echtparen tegen, dus we hadden ruim op tijd aan kunnen komen bij het zwembad. Hadden kunnen komen.
Een auto kwam ons tegemoet en opeens pats boem stond de auto stil. Moeders trok een vel papier omhoog, pappa reed een stukje terug op onze weghelft! en mamma begon driftig met de kaart te zwaaien. Hu? Ik wist niet dat hun huis te koop stond. Afijn, misschien stille verkoop. We reden verder. Dochter en ik. Even later: auto voor ons rijdt 30 km per uur, wat krijgen we nu weer? Trapt ook in 1 keer op de rem. We hadden gelukkig al wat extra ruimte gelaten. Ruime bocht eromheen. (Op smal dijkweggetje met laagliggende polder links en diepe kwelsloot rechts) Op de tegen helft bij een boerderij 3 auto’s stapvoets achter elkaar. ‘Wat een zondagsrijders allemaal’! Roep ik uit, en dochter beaamt dat. ‘Ja, en morgen is het maandag. En dan dinsdag en dan is het de halve dag naar school dag. Maar vandaag is het zondag’. Toen ik een auto links in 1 keer achteruit zag zwiepen, vrouw naast de bestuurder hing aan haakje boven portier, begon het me te dagen. Een puzzeltocht. Een autopuzzeltocht. Vallen er in Nederland niet al genoeg doden in het verkeer? Doden op smalle dijkweggetjes met onoverzichtelijke bochten vanwege de rietkragen? Wat een idioot die dit bedacht heeft! Autopuzzeltocht, laat het allemaal even over uw tong rollen. Autopuzzeltocht! Voorbij de gevaarlijke S bocht combinatie kon ik stapvoets gaan rijden. We reden in colonne 20 kilometer per uur. De stoom kwam inmiddels uit mijn oren. Dochter trok haar gordel nog eens strak. ‘Niet inhalen hoor mamma’. ‘Nee schat, mamma is niet gek. We blijven er rustig achter zitten’. ‘Maar u noemde ze net idioten en zondagsrijders en u bent helemaal rood’. ‘Ik ben heel rustig schat, maak je maar geen zorgen’. Mamma was helemaal niet rustig! Mamma was heel boos! Gezapig rolden we door. Af en toe stonden we als rij stil, want dan moest er een vraag worden beantwoord en daarno konden we weer door. Het ene team had de vraag eerder door dan het andere, maar ja daarom is er altijd ook maar 1 winnaar. Halverwege het dijkje was de weg opengebroken. Allemaal mooie rood-wit gestreepte borden met omleidingroutes wezen ons daarop. Wij rijden hier een paar keer per week, dus dat was al bekend. Auto’s 1 tm 4 gingen gewoon rechtdoor. Paniek bij auto’s nummers 5 tm 9. De wedstrijdroute zegt rechtdoor, maar de bordjes zeggen dat de brug over het water iets verderop weg is. Klopt mensen, klopt! De brug is weg. Borden van wegwerkmeneer staan er niet voor niets. Omdat auto’s 5 tm 9 bleven staan, uiteraard midden op de weg, konden wij niet rechtsaf slaan. Stoom, stoom! ‘Mamma’? ‘Stil schat’! Auto’s 5 en 6 begonnen weer te rijden, want ze hadden gezien dat de eerste 4 auto’s al een heel eind verder waren. Nummers 7 tm 9 reden ook iets naar voren, zodat dochter en ik konden afslaan. Rechterwielen slippend door de berm. ‘Wat was er Sophie’? ‘Niets meer. Nu ben ik het kwijt. O ja, die auto’s gingen rechtdoor, maar de brug is weg’. ‘Dat weet ik, en dat weet jij, maar die mensen volgen blind een kaart en blind elkaar. Kunnen dan niet meer zelfstandig nadenken’. We volgden de omleidingroute tot het punt waar we normaal gesproken van het dijkje af zouden komen. We hadden nog steeds tijd over en nieuwsgierig als we zijn, reden dochter en ik het dijkje nog eens via de andere kant op. Het dijkje met aan het eind dus het bruggetje wat er niet meer is. Rustig parkeerden we de auto, stapten uit om de chaos van kerende, toeterende en oververhitte mensen aan de overkant van het water te aanschouwen. Dijkje kon inderdaad niet vervolgd worden en mensen wilden keren, maar dat vereist concentratie en stuurmanskunst. Keren op smal polderdijkje met aan de ene kant het water en aan de andere kant een afgrond die de polder heet en tegelijkertijd staan er nog meer auto’s met ruziënde echtparen te wachten om te keren. Toeterend. Dochter begon te grijnzen. ‘Wat een domme mensen hé ,mamma’? ‘Dat is niet netjes Sophie, ze zijn niet zo heel slim geweest’. We stapten weer in, keerden de auto en lieten de domme mensen achter ons. Autopuzzeltocht. Bespottelijk en levensgevaarlijk.

3 opmerkingen:

  1. Geen beter vermaak dan leedvermaak. ;o)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. O ik kan me zo goed je ergernis begrijpen, en dan je in moeten houden met dat meisje op de achterbank. Ik zag het ook weer helemaal voor me en ik had een grote grijns na het lezen van je verhaal.

    Fijne week Anna Marie,
    Liefs
    Tanja

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Pasten de stukjes niet netjes in elkaar? Daar op het dijkje waar geen brug meer was?

    BeantwoordenVerwijderen